Verpleegafdeling ouderenpsychiatrie voorziet in een behoefte
Er valt weinig eer aan ouderen te behalen. Maaike Teeuwisse komt deze gedachte regelmatig tegen. Het tegendeel is volgens de verpleegkundige waar. „Senioren bezitten levenswijsheid en kunnen wel degelijk veranderen.” Ze ervaart dit tijdens haar werk op de in september geopende afdeling ouderenpsychiatrie van het UMCG in Groningen.
De nadruk ligt in de maatschappij te veel op jongeren en werkenden, aldus Teeuwisse. „Ouderen lijken van minder waarde, maar daar ben ik het niet mee eens. Deze mensen hebben ook recht op goede jaren.” „Onbekend maakt onbemind”, vult Ruud Delissen aan. „Senioren zitten in de ogen van velen stil in een hoekje en kunnen niet meer voor zichzelf zorgen. Dat idee strookt niet met de werkelijkheid. Ik kom op de afdeling veel mensen tegen die op een actieve manier in het leven staan.”
Teeuwisse en Delissen werken al tientallen jaren in de psychiatrie en hebben ook ervaring met het verplegen van mensen met lichamelijke kwalen. Dit komt hun goed van pas, omdat senioren vaker dan andere leeftijdsgroepen kampen met fysieke klachten. „Die hebben invloed op psychische klachten en omgekeerd. Het is een van de redenen geweest om een afdeling voor ouderen op te zetten.”
Ouderenpsychiatrie is een speerpunt van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG). Vorig jaar werd er een hoogleraar ouderenpsychiatrie benoemd (zie artikel hierboven). In september ging er een speciale verpleegafdeling voor senioren open. Met een soortgelijke afdeling in het Amsterdamse VUMC is dit de enige in een (universitair) ziekenhuis. Het initiatief voorziet in een behoefte, want de negen bedden zijn continu bezet. Sinds september gingen zeven mensen met ontslag en dat is veel voor een psychiatrische afdeling, volgens Teeuwisse.
De verpleegkundigen hebben geen spijt van hun keus voor de nieuwe verpleegafdeling. Delissen: „Het pionieren is uitdagend. We werken met mensen die zich in een andere levensfase dan werkenden en jongeren bevinden. Hun carrière ligt achter hen. De pensionering blijkt vaak een breekpunt. Het gevoel nuttig te zijn valt weg en senioren kunnen geen waardering meer uit hun werk putten. Samen zoeken we naar een zinvolle invulling van de toekomst.”
Angsthaas
Fien de Haan-Breemhaar (64) uit Groningen verblijft voor de tweede keer op de afdeling ouderenpsychiatrie. „Het gaat er daar best vrolijk aan toe, ondanks de ellende van veel mensen. We lachen regelmatig met elkaar.”
Rustig doet De Haan haar verhaal. Ze typeert zichzelf als een angsthaas. „Een opname biedt mij rust en voorkomt dat ik mijzelf iets aandoe als de spanningen te groot worden. Vorig jaar was mijn man ernstig ziek. Hij kon de zorg voor mij er niet meer bij hebben, vond ik, en daarom nam ik te veel pillen. Ik heb enorm spijt van die daad. Gelukkig sta ik nu veel positiever in het leven en ben zelfs medicijnen aan het afbouwen. Ik leer problemen van anderen en zorgen binnen de familie beter een plek te geven. Die vooruitgang dank ik aan het verplegend personeel. Ze praten veel met mij en zetten me soms op mijn nummer. Het geeft veel steun dat ik altijd met mijn verhaal bij hen kan aankloppen. Ik vind de zorg die zij bieden doelgerichter dan op andere verpleegafdelingen.”
Levenswijsheid
Aanvankelijk oordeelde De Haan negatief over een afdeling voor enkel senioren. „Het leek mij niets om tussen ouderen te zitten. Ik paste voor mijn gevoel beter tussen jongeren.” Het tegendeel bleek waar. „Jongeren snappen niets van mijn verhalen over vroeger, merkte ik tijdens eerdere opnames op andere afdelingen. Dat begrip is er bij ouderen wel en we leren van elkaars levenswijsheid. Er is een klik tussen de patiënten.”
De Haan bezoekt vaak de arbeidstherapie. „Hoe gespannen ik ook ben, daar kom ik uiteindelijk tot rust door te breien, te tekenen of te kleien. Ik dacht dat ik niet kon kleien, maar ik heb de stap durven zetten om een vaas en een olifanten te maken. Dat komt door mijn positieve gevoel. Ik heb de dood in de ogen gekeken en zie nu de zon weer schijnen.”
Teambuilding
Een speciale afdeling komt senioren ten goede, benadrukken Delissen en Teeuwisse. Delissen: „De aanpak is bij ouderen anders dan bij jongeren, omdat ze verschillend reageren op medicatie en de behandeling.” Teeuwisse: „Met senioren bij elkaar gaan zitten om een groepsgesprek te houden, werkt niet. We gebruiken daarom kaartspellen die gewoonlijk bij teambuildingsessies op tafel komen. Daarbij staan onder andere kwaliteiten en vaardigheden. Patiënten laten via deze kaarten weten welke kwaliteiten ze in elkaar zien en waarom. Dan komen er gesprekken op gang. Datzelfde gebeurt tijdens een behoeftespel. Een patiënt mag aangeven welke behoeften hij heeft. Vervolgens gaan we na welk gedrag hij vertoont als die behoeften niet worden vervuld.”
Een probleem boven tafel krijgen, kost bij senioren meer moeite dan bij jongeren, aldus Delissen. „Bij de jeugd ligt het gedrag minder in het karakter verankerd. Ouderen hebben in de loop der jaren geleerd om de luiken die hun problemen bedekken stevig dicht te timmeren.”
„Ouderen zijn het veelal van jongs af gewend om door te gaan en niet te zeuren”, merkt Teeuwisse. „Als ze een klacht uiten zeggen ze direct: Maar dat geeft niet.” Delissen: „Dan klapt een luikje weer dicht.”
Bedreiging
Er valt het nodige te verbeteren. Delissen: „Probeer bijvoorbeeld de gedachte waar iemand steeds op vastloopt te veranderen, zodat zijn leven aangenamer wordt. Een patiënt met angsten kan veel als een bedreiging ervaren. Wanneer hij leert eerst na te gaan of dit werkelijk het geval is, komt er ruimte voor nieuwe gedachten. En dat levert een positiever gevoel op.”
Teeuwisse: „Wij moeten mensen ertoe verleiden anders te gaan denken. Dit lukt ook bij ouderen. Het idee dat zij weinig flexibel zijn, klopt niet. „Kortgeleden zei een zeventigjarige patiënt dat het goed was met elkaar over problemen te praten. Dankzij nieuwe inzichten weet hij verbanden te leggen en is hij aan het veranderen.”
De verpleegkundigen missen jongere patiënten niet. Delissen: „Onze afdeling kent een gemêleerd gezelschap qua achtergrond, problematiek en leeftijd.” Teeuwisse: „De oudste patiënt is 89 en juist zij houdt de sfeer er goed in. Dynamiek is dus niet leeftijdsgebonden.”
Verpleegafdeling ouderenpsychiatrie vermindert kans op fouten
Angsten en depressies komen onder ouderen veel voor. De behandeling van deze klachten schiet vaak tekort, terwijl er bij de juiste aanpak veel valt te bereiken. „Er zijn legio voorbeelden van senioren die jarenlang binnenzitten, maar na tien gesprekken weer een normaal leven oppakken.”
Dat stelt prof. dr. Richard Oude Voshaar. Sinds mei vorig jaar is hij hoogleraar ouderenpsychiatrie van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG). Hij heeft drie collega’s in Maastricht, Leiden en Amsterdam. „Een apart specialisme werkt kwaliteitsverhogend”, aldus Oude Voshaar. „Bij ouderen lopen lichamelijke en psychiatrische ziektes vaker door elkaar heen. Dit wordt onvoldoende herkend. Datzelfde geldt voor mensen met een ernstige depressie bij wie er ook sprake is van dementie.”
Psychologische en psychotherapeutische behandelingen komen vaak nauwelijks van de grond. „Therapeuten zijn het niet gewend met senioren om te gaan of laten het bij enkele steunende gesprekken omdat er in hun ogen meer niet haalbaar is. Het blijkt echter dat je bij een juiste psychotherapeutische aanpak dezelfde resultaten boekt als bij jongvolwassenen.”
Een onjuiste diagnose is het gevolg van een aantal factoren, merkt de hoogleraar. „Ik ben nu eenmaal zo, zeggen ouderen als het over hun angstklachten gaat. Familieleden omschrijven de problemen als de bekende nukken van moeder, terwijl hulpverleners denken dat ze weinig meer kunnen bereiken. „U wordt ouder en daar hoort bij dat u dingen moet inleveren”, stellen werkers in de eerstelijnszorg dan. Maar daar is niemand mee geholpen.”
Ouderen focussen eerder dan volwassenen en jongeren op lichamelijke klachten. „Ze vertellen over hun pijntjes en melden niet dat ze nergens meer van kunnen genieten. Iemand belandt bijvoorbeeld verschillende keren op een polikliniek omdat hij bang is flauw te vallen. Daar richt zich alle aandacht op en het psychologische aspect blijft onderbelicht. Vanwege een paniekstoornis zit een vrouw bijna altijd binnen om problemen te vermijden. Wanneer ik uitleg wat er speelt en haar leer een paniekaanval te voorkomen, kan ze weer alles doen. Ik maak regelmatig mee dat ouderen jarenlang onnodig binnen hebben gezeten. Bij een juiste aanpak is vaak veel te bereiken en neemt de kwaliteit van leven sterk toe.”
Het zorgprogramma ouderenpsychiatrie van het UMCG omvat een polikliniek, deeltijdbehandeling en de mogelijkheid van klinische opname. De hoogleraar ziet voordelen van een speciale afdeling ouderenpsychiatrie. „Patiënten vinden meer aansluiting bij leeftijdsgenoten. De verpleging is getraind om ook met lichamelijke problematiek om te gaan, wat de kans op fouten vermindert.”
Oude Voshaar maakt zich sterk voor (na)scholing van huisartsen en werkers in de eerstelijnszorg. „Als een oudere qua functioneren sterk achteruitgaat, moeten we dat niet op zijn leeftijd schuiven en ons altijd de vraag stellen of psychische factoren een rol spelen.”