De 33-jarige Trabelsi kreeg de maximumstraf van tien jaar. Hij bekende schuld aan het beramen van een aanslag op de Amerikaanse basis Kleine Brogel in het oosten van België, waar mogelijk Amerikaanse atoombommen liggen opgeslagen.

Trabelsi bekende dat hij van plan was met een auto vol explosieven in te rijden op de kantine van de basis, waar ongeveer honderd Amerikanen werken. Hij werd twee dagen na de aanslagen van 11 september 2001 aangehouden. Korte tijd later vond de politie materiaal voor een zeer zware bom. De verdenking bestond dat die bedoeld was voor een aanslag op de Amerikaanse ambassade in Parijs, maar Trabelsi ontkent dat hij daarbij betrokken was.

Trabelsi, die in de Duitse voetbalcompetitie speelde, zei dat het doel was Amerikaanse militairen op de basis te doden. Het zou niet de bedoeling zijn geweest een atoomramp te ontketenen. Hij zei ook dat hij in Afghanistan een ontmoeting met Osama bin Laden had gehad en had verzocht een zelfmoordaanslag te mogen plegen.

Omdat België geen antiterreurwetten kent, werd Trabelsi aangeklaagd wegens poging tot vernietiging van publieke eigendommen, verboden wapenbezit en lidmaatschap van een privé-militie.

De 37-jarige Tarek Maroufi, ook afkomstig uit Tunesië, kreeg zes jaar voor zijn betrokkenheid bij de moord op de Afghaanse krijgsheer Massud. Zestien andere verdachten kregen straffen van twee tot vijf jaar wegens lichtere vergrijpen. Vijf beklaagden werden vrijgesproken. Het proces, de grootste antiterreurzaak in de Belgische geschiedenis, heeft vier maanden geduurd.