Bewegen remt beginnende dementie
Bewegen is goed voor de hersenen. Het remt de achteruitgang van het brein. Niet bewegen daarentegen bevordert de achteruitgang.
Dat dit geldt voor gezonde ouderen was al bekend. Nieuw is dat ook ouderen met ouderen met geheugenverlies en beginnende dementie wel varen bij bewegen. Dat blijkt althans uit onderzoek van dr. Karin Volkers waarop ze 17 december promoveerde aan de Vrije Universiteit.
Bewegen heeft een positief effect, bijvoorbeeld op de spieren en de botten. Het is echter ook goed voor het brein. Het bevordert onder meer de hersendoorbloeding, zo bleek uit eerder onderzoek.
In dat kader deed Volkers onderzoek naar het effect van bewegen bij ouderen die al last hebben van geheugenverlies of milde vormen van dementie. De ene groep was inactief, de andere groep moest vijf dagen per week een halfuur wandelen, als onderdeel van de dagelijkse zorg en conform de algemene richtlijn voor gezond bewegen voor volwassenen.
„Vijfmaal in de week wandelen bleek in de praktijk helaas niet altijd haalbaar. De gemiddelde wandeltijd was 36 minuten per week”, aldus Volkers.
Ondanks dat had ze voldoende gegevens beschikbaar om te kunnen vaststellen dat met name regelmatig wandelen ook bij ouderen met geheugenverlies of milde dementie een positief effect heeft op de zogeheten executieve functies. Dat zijn cognitieve functies die belangrijk zijn voor het zelfstandig functioneren, zoals plannen maken, flexibel omgaan met onverwachte veranderingen en het reguleren van het eigen gedrag. Ongewenst gedrag, zoals agressiviteit, kan daardoor mogelijk afnemen.
Maar ook het omgekeerde is waar, vond Volkers: een inactieve leefstijl, zoals vaak voorkomt bij ouderen in verpleeg- en verzorgingshuizen, heeft een negatieve invloed op het cognitief functioneren van de ouderen.
Voor de praktijk betekent dit volgens de promovenda dat ouderen eigenlijk veel meer zouden moeten gaan bewegen. „Wandelen is iets wat veel ouderen nog wel kunnen, al of niet met een stok of rollator.”
Uit het onderzoek van Volkers bleek dat oefeningen op en achter een stevige stoel even intensief kunnen zijn als wandelen. „Die activiteiten zijn gemakkelijker te begeleiden omdat ze ook in een groep uitgevoerd kunnen worden.”
Goede verzorging in een verpleeghuis betekent volgens Volkers dus niet alleen driemaal daags het aanbieden van eten en drinken en het stimuleren van een goede nachtrust. „In mijn ogen hoort regelmatig bewegen er ook bij, liefst dagelijks. Hoe meer beweging, hoe beter, mits ouderen natuurlijk niet over hun lichamelijke grenzen heen gaan. En voor gezonde ouderen geldt: hoe eerder ze beginnen met dagelijks bewegen, hoe beter het is.”