Opinie

Allemaal ziek

We hebben dezelfde voornaam en moesten beiden spreken op een congres in Brussel. Terwijl hij met enige regelmaat zijn halflange haar naar de achterkant van het hoofd manoeuvreerde, keken zijn doordringende ogen de zaal in. Het was of hij tot in de ziel van elk van de 344 aanwezigen keek. Maar daar was hij dan ook psychiater voor.

Dr. Dirk de Korne
24 December 2012 13:09Gewijzigd op 15 November 2020 00:59

En spreken dat hij kon. Hij kraakte kritische noten over de psychiatrie. Het was eigenlijk een analyse van de hele maatschappij. Aan het eind van zijn betoog citeerde hij Emmanuel Levinas (1906-1995), een filosoof bij wie hij zich overduidelijk thuis voelde. Hij deed dat uit een rood boek met een opvallende titel: ”Borderline times”. Het bleek zijn eigen net verschenen boek te zijn. En zo zat ik ’s avonds in de trein terug met dit boek op schoot. En dat heb ik geweten.

Want schrijven kan hij ook. En zijn analyse is messcherp. Vanuit zijn dagelijkse praktijk als psychiater en hoofd van het Universitair Psychiatrisch Centrum van de KU Leuven signaleert prof. dr. Dirk De Wachter een opmerkelijke verandering. Twintig jaar geleden was neurose (emotioneel of lichamelijk lijden zonder aantoonbare lichamelijke oorzaak) de meest vastgestelde psychiatrische ziekte. Er bestond ook een term voor een wat onduidelijk grensbeeld, ergens tussen neurose en psychose in. Dit noemde men letterlijk de grens of ”borderline”.

Vandaag is borderline echter de meest gestelde diagnose in de psychiatrie. Er is volgens het handboek DSM-IV sprake van borderline bij vijf (of meer) van de volgende kenmerken: 1. verlatingsangst, 2. instabiele en intense relaties, 3. identiteitsstoornissen, 4. impulsiviteit, 5. automutilatie en suïcidaliteit, 6. affectlabiliteit (afwezigheid van diepte), 7. chronisch gevoel van leegte, 8. onaangepaste agressie en 9. voorbijgaande, stressgebonden paranoïde.

Op een overtuigende manier laat De Wachter zien dat u en ik, ja de hele maatschappij, veel borderlinekenmerken vertonen. Per kenmerk een hoofdstuk. De psychiatrie als spiegel van de wereld. Relaties zijn veel intenser geworden – we stappen in de huwelijksboot omdat we elkaar o zo lief vinden. Maar diezelfde relatie is ook veel instabieler. Zodra één helft die liefde niet meer voelt, is het maatschappelijk volstrekt aanvaard dat de boot naar de kant wordt gestuurd en iemand uitstapt.

Bij kenmerk 5 bespreekt De Wachter onder andere euthanasie. Het feit dat mensen niet meer willen leven omdat ze anderen niet tot last willen zijn, is volgens hem 
een uiting van een dieper liggend probleem. Het is per definitie onmogelijk dat we elkaar niet tot last zijn. De hele analyse 
leest als een trein. Al in de proloog heeft 
De Wachter echter beloofd ook met ”hoop” te komen. Hij zet zich af tegen zijn neo­conservatieve Engelse collega Theodore 
Dalrymple. Die is „gevaarlijk in zijn eenvoud” en „draagt geen enkel alternatief aan.”

Helaas komt De Wachter in zijn laatste hoofdstuk zelf echter ook niet veel verder dan vage verwijzingen naar het belang van hechting en gemeenschapszin. Uitgangspunt zijn de filosofische beschouwingen van Levinas. In diens denken staan verantwoordelijkheid en aandacht voor de Ander centraal. Levinas (en De Wachter) schrijven Ander consequent met een hoofdletter en bedoelen daarbij „het onophefbare anderszijn van de medemens.” In navolging van Levinas pleit De Wachter voor „de kleine goedheid”, waarin we steeds opnieuw in alle bescheidenheid in concrete omstandigheden van de ene mens tegenover de Ander handelen.

Deze ziet hij terug in het citaat uit Bachcantate BWV 21 waar hij zijn boek mee eindigt: „Ich hatte viel Bekümmernis in meinem Herzen, aber deine Tröstungen erquicken meine Seele.” Ik had veel bekommering in mijn hart, maar Uw vertroostingen verkwikken mijn ziel.

Maar de Ander van Levinas is niet de Ander van Bach. Dat blijkt verderop in de cantate wel: „Komm, mein Jesus, und erquicke mich mit deinem Gnadenblicke.” De maatschappij die haar nood door deze in Bethlehem geboren Zielenarts laat lenigen, is pas echt grensverleggend bezig. Waarom heb ik daarover in Brussel niet gesproken?

De auteur is gezondheidswetenschapper. Reageren? gedachtegoed@refdag.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer