Europa als de enige ware leer; het gedram van Verhofstadt en Cohn-Bendit
Er is nog één reddingsboei, en dat is de Europese superstaat. Als we die niet nú onmiddellijk grijpen, is de Europese Unie straks een afgelegen regio in de wereld. Wie het anders ziet, is niet bij de tijd.
Zo naïef hoor je het meestal alleen van mensen zonder veel politieke ervaring. Maar als voor enkele politici kan gelden dat ze door de wol geverfd zijn, dan wel voor Guy Verhofstadt en Daniel Cohn-Bendit. Verhofstadt was bijna tien jaar premier van België en tegenwoordig leider van de liberale groep in het Europees Parlement. Cohn-Bendit was een van de leiders van de studentenopstand in 1968 en tegenwoordig medevoorzitter van de Europese groenen in het EP. Verhofstadt en Cohn-Bendit vinden elkaar in een hartstochtelijk pleidooi voor het „federale Europa.”
Juist daarom is hun pamflet zo opvallend. Heel kort gezegd is het een bundel vol Europees gedram. De trein gaat onherroepelijk naar het ”postnationale Europa”. Wie aan de noodrem trekt door vast te houden aan de natiestaat, laat het hele continent wegzinken in de „nationale vergeetputten.”
Het federale Europa is een kwestie van zijn en niet zijn. Europa zal federaal zijn, of het zal helemaal niet zijn. Zo radicaal ligt de zaak.
Nu of nooit
Bijzonder knap is hoe de auteurs in hun boek deze urgentie overbrengen. Dat geeft vaart en kracht aan het boek. De lezer ziet telkens weer die vreselijke T-splitsing op zich afkomen. Maar het geeft dit pamflet ook iets fanatisch, met uitdrukkingen als „nu of nooit” en „alles of niets.”
Voor een denkpauze is geen tijd. De ambulance die onderweg is om Europa te redden, kan niet even stoppen om de weg te vragen, maar moet onverminderd doorgaan. Wie twijfelt aan het federale Europa, is voor deze auteurs een ongelovige, die met minachting wordt behandeld.
Fanatici denken ook zwart-wit. „Een tussenoplossing is er niet”, stellen ze. Hier past geen gematigdheid. Gematigdheid is lauwheid, en lauwheid is verraad.
Die lauwheid uit zich in euroscepsis. En dat is volgens Verhofstadt en Cohn-Bendit „de nieuwste vermomming” voor plat nationalisme. Alleen egoïsten spreken nog over nationale belangen.
Mislukt
Zelfs „nationale identiteit” is een verdacht woord. Het systeem van de natiestaten in Europa is immers gewoon „mislukt.” Een Verenigde Staten van Europa is werkelijk het énige wat ons nog rest. „Ons vaderland is thans Europa”, zeggen zij. Alle „waanideeën” van „conservatieven en populisten” ten spijt. Zulke mensen moet je „voor schut” zetten. Zij zorgen ervoor dat Europa opnieuw een „massagraf van minstens 50 miljoen” mensen wordt.
In zo’n betoog past het „al te trage hervormingen” af te wijzen. „Een heuse revolutie”, dat is wat moet komen. „Alleen een frontale aanval kan ons nog redden.” Louter de „kwantumsprong” naar een „echt verenigd en federaal Europa” is nog overtuigend. Dat is de enige „reddingsboei.”
De actuele kwestie voor de beide auteurs is natuurlijk de huidige eurocrisis. Een munt kan niet bestaan zonder een staat, zeggen zij, en de geschiedenis lijkt hen gelijk te geven. Afscheid nemen van de euro of het overwegen van een ”Grexit” is er natuurlijk niet bij. Nee, dan liever nog een „mondiaal bestuur”, wat volgens hen economisch en financieel op termijn best mogelijk is.
Pamflet
Deze bundel is een pamflet. Of netjes gezegd: een uitgebreid essay, hoewel dit trouwens nergens zo wordt gezegd. Het is geen echt boek, waarin verschillende visies worden beschreven en tegen elkaar worden afgewogen. Het duurt tot bladzijde 117 voordat voor het eerst naar een tegenwerping wordt geluisterd. Dat is de vraag: Kan in de Europese Unie ooit een president worden gekozen die alle 23 talen van Europa spreekt? Zo niet, hoe kunnen alle Europeanen zich in zo’n kandidaat verwoord voelen? Toch kan dit, zeggen Verhofstadt en Cohn-Bendit. Het volstaat iemand te zoeken die „vier of vijf talen” doet.
Het is duidelijk dat elk spreken over een Verenigde Staten van Europa (die dus bewust moet lijken op Amerika) hier mank gaat. In de VS is maar één taal, en ze zijn er niet alleen maar wat trots op, maar zonder die ene taal zouden de VS er niet zijn geweest. Maar dit soort overwegingen bespreken Verhofstadt en Cohn-Bendit niet.
Natuurlijk zullen niet alle lidstaten die „kwantumsprong” naar dat federale Europa meemaken. Dat kan Verhofstadt en Cohn-Bendit niet schelen. Ook Beieren wees in de jaren vijftig de Duitse grondwet af en bleef toch meedoen in de bondsrepubliek. Zo moet het ook in Europa. De dwarsliggers die deze sprong niet wensen, zullen de zaak dus niet kunnen blokkeren.
En na die reuzensprong lonkt dat postnationale Europa. Dat zal pas echt een „Europa van de burgers” zijn. Daar zal een heel nieuwe werkelijkheid zijn, want deze burgers hebben deel aan de „nieuwe interpretatie van het begrip nationaliteit.”
Vermakelijk
Eerlijk gezegd heeft dit hele betoog wel iets vermakelijks. Welke politicus noemt zijn programma nu een „geloofwaardige utopie”? Welke partijganger zegt dat de „publieke opinie maakbaar” is? En steeds dat woord ”moeten”. Zelfs een sekteleider zou niet drammeriger kunnen schrijven. Het federale Europa is hier de enige ware leer. Wie het anders ziet, verhult zijn nazibruine ondergoed op zijn best met schone bovenkleren.
Voor het actuele debat over de toekomst van Europa heeft zo’n boek natuurlijk een functie. Wat een vuur, wat een ongeduld; zulk gedram kenden we tot nu toe alleen van Geert Wilders. Maar dat federale Europa zal er niet komen. Hoe graag je het ook wilt.
Boekgegevens
”Voor Europa!”, Daniel Cohn-Bendit en Guy Verhofstadt; uitg. De Bezige Bij, Antwerpen 2012; ISBN 978 90 8542 4185; 155 blz.; € 15,-.