Commentaar: Tegen de revolutie het Evangelie
Buiten is het koud. Binnen, in de Tweede Kamer, ook. Er waait een gure wind die kil en grondig afsnijdt wat herinnert aan de christelijke wortels van ons land. Twee voorbeelden van de afgelopen 48 uur.
Ambtenaren die trouw hun werk doen maar gewetensbezwaren hebben tegen het sluiten van homohuwelijken worden door PvdA-minister Plasterk weggezet als werkweigeraars. De Zondagswet –klachten erover van gemeenten zijn niet bekend– sneuvelt omdat zo’n „relikwie” een doorn in het oog is van tolerante seculieren. Met dank aan VVD en D66 als aanjagers.
Het klimaat onder Rutte II is écht anders dan onder Rutte I. Precies twee jaar geleden stemde een meerderheid in de Tweede Kamer (VVD, PVV, CDA, CU en SGP, samen 83 zetels) tégen de afschaffing van de Zondagswet. Vannacht ging een meerderheid (VVD, PvdA, D66, PVV, 50PLUS, GroenLinks en de Partij voor de Dieren, bij elkaar 114 zetels) akkoord mét afschaffing. Waren VVD en PVV de vorige keer nog tegen om regeringspartij CDA en gedoogpartner SGP te plezieren, dit keer lieten ze hun ware gezicht zien. Met als resultaat dat de Zondagswet wordt bijgezet in het museum van oud-christelijk Nederland.
Is dat erg? Volgens de seculiere meerderheid in ons land niet. De zondag is immers van iedereen? Als mensen naar de kerk willen, prima. Maar heeft een ander zin om op zondagmorgen een braderie naast de dorpskerk te organiseren, dan moet dat ook mogelijk zijn. De Zondagswet verhindert zoiets en is daarom niet meer van deze tijd.
Dezelfde redenering volgde een meerderheid van de Tweede Kamer recent rond het verbod op smalende godslastering. Zo’n bepaling in het Wetboek van Strafrecht, zelfs al heeft zij niet meer dan een symbolische betekenis, strijdt met wat ons hoogste goed is geworden: de vrijheid van meningsuiting. Schrappen dus.
Er komt nog meer aan. Gemeenten mogen geen gewetensbezwaarde trouwambtenaren meer benoemen. Er wordt gemorreld aan de vergoeding voor leerlingenvervoer. Ouders die hun kind om levensbeschouwelijke redenen naar een school verderop sturen, moeten dat zelf maar betalen. De beslissing rond het aantal koopzondagen komt volledig bij gemeenten te liggen. Daardoor kan de rem er plaatselijk grotendeels afgaan.
Als de gedachtespinsels van rechtsfilosoof Paul Cliteur over religie breed ingang vinden, krijgen religieuze groepen in onze samenleving minder ruimte om zich te beroepen op de vrijheid van godsdienst. Hij voorspelt in dat geval een verbod op rituele slacht, op het niet laten inenten van kinderen en op het weigeren van vrouwen in kerkelijke ambten. Dergelijke tradities en standpunten strijden met onze moderne opvattingen over gelijkheid.
Is dit allemaal ideologische pesterij? Dat zou het ergste niet zijn. Het is verontrustender dat een meerderheid in ons land niets (meer) heeft met God, de Bijbel en het christelijk geloof. Christenen zijn met deze vaststelling niet klaar. Staatsman Groen van Prinsterer zei ruim anderhalve eeuw geleden: Tegen de revolutie het Evangelie. Die woorden geven meer dan ooit huiswerk.