Bush tekent wet tegen telemarketing
De Amerikaanse president Bush heeft maandag een wet getekend die de Federal Trade Commission (FTC, een van de twee mededingingsautoriteiten in de VS) het recht geeft om erop toe te zien dat de nieuwe zogeheten niet-bellenlijst wordt gerespecteerd.
Zo’n 50 miljoen Amerikanen hebben zich op deze lijst laten zetten, in de hoop thuis niet meer gestoord te worden door telemarketers.
Telemarketing is een miljardenbusiness in Amerika en de American Telemarketers Association (ATA) stapte daarom naar de rechter. De nieuwe maatregel die het telemarketers verbiedt om mensen te bellen die op de bewuste lijst staan, kan niet worden geadministreerd door de FTC, omdat dit volgens de ATA in strijd is met het grondwettelijk gegarandeerde recht op vrije meningsuiting. De ATA wees erop dat telemarketers zich wel aan de lijst moeten houden, maar non-profitorganisaties, politici en opiniepeilers niet.
Volgens de ATA bevoordeelt de nieuwe maatregel daarom op „oneerlijke wijze” het recht van de ene groep op vrije meningsuiting, terwijl dezelfde maatregel een andere groep dat recht verbiedt. Twee rechters aanvaardden deze argumentatie en beslisten dat de FTC niet het recht heeft om naleving van de wet af te dwingen. De Senaat en het Huis van Afgevaardigden gaven de FTC eind vorige week met overweldigende meerderheden toch dat recht en Bush tekende de betreffende wet maandag.
De telemarketers laten het daar echter niet bij zitten. Weliswaar weigerde het hooggerechtshof in Washington de zaak in kort gedicht te behandelen, maar de ATA is vast van plan de kwestie via een formele procedure alsnog aan dit hoogste rechtscollege voor te leggen. De grootste telemarketingorganisatie, DMA, heeft haar leden intussen opgeroepen om de niet-bellenlijst voorlopig toch te respecteren, ook al is de wettelijke status omstreden. Dat betekent dat vanaf morgen -1 oktober- 50 miljoen Amerikanen misschien rustig van hun avondeten kunnen genieten.