Versnelde inzet Patriots nu niet aan de orde
DEN HAAG (ANP) – Een versnelde ontplooiing van de Patriotmissie in Turkije is „nu niet aan de orde”. Dat zei de hoogste militair van de krijgsmacht, generaal Tom Middendorp, donderdag na een overleg met de Tweede Kamer.
De beide Patriotsystemen gaan begin januari per schip richting Turkije. Daar komen ze na een reis van ongeveer 10 dagen aan. Daarna moeten de raketten in de tweede helft van januari operationeel zijn, aldus de commandant der strijdkrachten.
Maar „stel dat de situatie escaleert, stel dat er opeens wel een raketdreiging op Turkije ontstaat, dan houden we niet vast aan dat tijdschema. Dan moet je dus kijken of we kunnen versnellen. Vandaar dat die optie ook is ingebouwd in de brief aan de Tweede Kamer”. Er is nu echter geen dreiging die een versnelde inzet gewenst maakt, voegde hij eraan toe.
In de Kamer ontstond hierover deze week enige opwinding toen het kabinet in een brief lieten weten te overwegen delen van de Patriotmissie sneller in te zetten. Aanleiding hiervoor was het afschieten van ballistische Scud B-raketten door het Syrische regime. De Patriots zouden mogelijk al begin januari actief moeten zijn. Eerder was gezegd dat ze eind januari inzetbaar zouden zijn.
De Tweede Kamer debatteert donderdagavond nog over de missie, die wordt gesteund door een ruime meerderheid.
Minder troepen
Er gaan waarschijnlijk minder militairen met de Patriotmissie mee naar Turkije, aldus Middendorp. Er gaan maximaal 360 militairen mee. „In de praktijk zal dat aanzienlijk lager uitkomen”, aldus Middendorp. Daarmee zullen volgens hem ook de kosten afnemen. Het kabinet zei eerder dat de missie in totaal 42 miljoen euro gaat kosten.
Middendorp denk dat het aantal militairen bij de missie uiteindelijk onder de 300 zal zakken. Hoeveel geld dat scheelt, kan hij niet zeggen. Dat hangt onder meer af van hoeveel gebruik de militairen kunnen maken van Turkse voorzieningen.
De militairen zijn volgens hem klaar voor hun taak. Woensdag meldde de defensievakbond AFMP dat een aanzienlijk deel van de militairen die worden uitgezonden, onvoldoende getraind en opgeleid zou zijn. Middendorp stelde nooit mensen op missie te zullen sturen die niet goed opgeleid zijn voor hun taak.