Hoge Raad beslist over „Zes van Breda”
DEN HAAG (ANP) – De zogeheten ‘Zes van Breda’ horen dinsdag of hun strafzaak moet worden overgedaan. De Hoge Raad beslist dan op de vordering tot herziening, gedaan door de procureur-generaal, de adviseur van het hoogste rechtscollege. De drie mannen en drie vrouwen kregen halverwege de jaren ’90 in hoger beroep straffen tot 10 jaar opgelegd, wegens doodslag op de 56-jarige Chinese mevrouw Mok.
Inmiddels is het ernstige vermoeden gerezen dat de zes onschuldig zijn en ten onrechte zijn veroordeeld. Het zestal heeft zijn straf uitgezeten.
Het gaat mogelijk om een van de grootste rechterlijke dwalingen uit de Nederlandse geschiedenis. Uniek aan de zaak is dat niet de veroordeelden zelf en hun advocaten de herziening hebben aangevraagd, maar de procureur-generaal. Een dwaling met zo veel verdachten is evenmin eerder voorgekomen.
‘Oma Mok’ werd in juli 1993 dood gevonden in de keuken van het Chinese restaurant van haar zoon in Breda. Het bewijs tegen de zes is vooral gebaseerd op bekentenissen van de drie jonge vrouwelijke verdachten, die zijn veroordeeld wegens medeplichtigheid. Die verklaringen zijn nader onderzocht en blijken te rammelen. DNA-onderzoek heeft uitgewezen dat op de plaats van het misdrijf gevonden bloed niet van de verdachten, maar van een Chinese man afkomstig is. De verdachten zijn niet van Chinese komaf.
Rechtspsycholoog Peter van Koppen en zijn studenten brachten de misstanden in het onderzoek aan het licht.