Buitenland

Een andere kijk op Noord-Korea

Een agressieve provocatie die vraagt om afstraffing. Zo ongeveer luidde de reactie van de internationale gemeenschap op de onverwachte lancering door Noord-Korea van een langeafstandsraket, eerder deze week. Onverstandig en kortzichtig, vindt de Deense Noord-Koreakenner Geir Helgesen.

15 December 2012 13:32Gewijzigd op 15 November 2020 00:50
Geir Helgesen. Foto NIAS
Geir Helgesen. Foto NIAS

De Deen is in het dagelijks leven directeur van het Noorse Instituut voor Azië Studies (NIAS) in Kopenhagen en is opgeleid als antropoloog met als specialisatie Korea. Al sinds de jaren 80 reist hij met enige regelmaat naar Noord-Korea.

Als insider verfoeit hij de in zijn ogen stereotiepe en oppervlakkige reacties van westerse landen op alles wat Noord-Korea uitspookt. Zo ziet hij de raketlancering van deze week niet in de eerste plaats als een agressieve daad, maar veeleer als een poging „de agressieve buitenwereld” op afstand te houden. „Pyongyang voelt zich bedreigd door de Verenigde Staten –die eerder Irak en Afghanistan binnenvielen– én door buurland Zuid-Korea, en dat vraagt om een daad die indruk maakt en vijanden op afstand houdt.”

Daarnaast wijst de Deen op de symbolische waarde van de lancering voor binnenlands gebruik. „De viering van de 100-jarige geboortedag van wijlen Kim Il Sung moest dit voorjaar groots worden gevierd met de lancering van een raket, maar dat mislukte.” Terwijl de uitgenodigde buitenlandse pers toekeek, flopte het projectiel als een leeglopende ballon. „Dat enorme gezichtsverlies moest en zou worden gecompenseerd door een geslaagde lancering.”

Het is niet toevallig dat Helgesen de raketlancering totaal anders uitlegt dan velen in het Westen en Oosten. In september van dit jaar hield hij in Leiden een lezing voor docenten en studenten koreanistiek waarin hij een ”nieuwe handleiding voor omgang met Noord-Korea” presenteerde. Die is hard nodig, vindt hij, omdat de oude is uitgewerkt en zelfs contraproductief werkt.

Wij-factor

Daarom pleit Helgesen voor wat hij noemt een „relationele benadering” van het land, waarbij „we ons eigen gedrag” ook eens onder de loep nemen, inclusief het effect daarvan op de Noord-Koreanen. „Er moet meer besef komen van de ”wij-factor” in de relatie met Noord-Korea. Welke richting die relatie op gaat hangt niet eenzijdig van Noord-Korea af, maar van beide partijen.”

In dit verband citeert hij instemmend de politicoloog Neta Crawford, die in haar studie ”The Passion of World Politics” ervoor pleit een land ook te kunnen zien als bang en in een hoek gedrukt in plaats van vijandelijk en agressief – ook als de bangerd zich in oorlogszuchtige taal uit. Alleen zo wordt de spiraalwerking van misverstand op misverstand voorkomen. „Dat laatste zou een typering van de relatie tussen de VS en Noord-Korea kunnen zijn”, aldus Helgesen.

Als de ”wij-factor” meer belicht wordt, komt er ook ruimte voor de vraag of de tegenstanders van Noord-Korea eigenlijk wel willen dat het een normaal land wordt. Helgesen wijst in dit verband op het strategische spel tussen de VS en China in de Oost-Aziatische regio, waarbij Noord-Korea een dankbare speelbal is. Verder citeert hij de Amerikaanse oud-minister van Buitenlandse Zaken Madeleine Albright, die na haar ontmoeting met Kim Jong Il naar Washington terugreisde met het verzoek om een topontmoeting tussen Amerika en Noord-Korea. „Diverse leden van het Congres waren fel tegen, omdat ze bij verdere ontspanning de aanleg van een nationaal raketverdedigingssysteem in gevaar zagen komen.” In 2001 reisde de Zuid-Koreaanse president Kim Dae Jung naar de Verenigde Staten om Clintons opvolger als president, Bush, te vragen hem te blijven steunen bij zijn ”sunshine policy”, een positieve bejegening van het noorden. Het antwoord van Bush was: Nee, want Bush hield vast aan zijn ABC-beleid: Anything But Clinton (alles behalve Clinton).”

Rationeel-irrationeel

Helgesen gebruikt een term uit de politieke psychologie, ”fundamental attribution error” (fundamentele fout bij het verklaren van andermans gedrag) om uit te leggen dat het Westen, en de VS voorop, eigen gedrag jegens Noord-Korea altijd uitlegt als logisch (rationeel) antwoord op een gegeven objectieve situatie. „Ik moest zo reageren omdat de ander me daartoe dwong”, zeggen we dan. „Maar als we de ánder beoordelen, is diens gedrag altijd allesbehalve rationeel, maar agressief, of boosaardig.”

Het zal niet verbazen dat Helgesen zich met zijn tegengeluid bij menigeen niet populair heeft gemaakt. Zo werd hij als kritiekloze sympathisant van het regime gehekeld en liepen mensen soms massaal weg tijdens zijn lezingen.

„We zijn in ons deel van de wereld zo gewend geraakt aan zwartgallige beschrijvingen van Noord-Korea dat niets anders wordt geaccepteerd. Noord-Korea is een nachtmerrie, een totalitair, stalinistisch, onmenselijk bolwerk. Alles wat daar enige nuance in wil brengen wordt als valse propaganda afgedaan.”

Helgesen herhaalt het nog maar een keer: hij doet niets af van de afschuwelijke hongersnood van de jaren 90, van het bestaan van strafkampen, en erkent dat de schending van mensenrechten ernstig is; de militaire opbouw gigantisch. „Maar juist dat zijn redenen om meer betrokken te zijn op het land. Veranderen we onze opstelling niet, dan zijn we mét de leiders in Noord-Korea verantwoordelijk voor het lijden van de bevolking.”

Mensenrechten

Helgesen is zelf actief betrokken bij de kwestie van mensenrechten in Noord-Korea. Hij is ook een vurig pleitbezorger van het serieus ter sprake brengen van de ernstige schending van mensenrechten in het land. „Als ik dat thema in Pyongyang aan de orde stel, reageert men altijd met: Ja, maar wij zijn in oorlog en als onderdanen zich tegen de regering keren, dan zien wij hen als verraders en overlopers.” Daar moeten we dan serieus op ingaan, en dat aan de kaak stellen, maar dan wel op een integere en neutrale manier.” Met die laatste toevoeging wil hij erop wijzen dat mensenrechten altijd gekoppeld werden aan „regime change”, de val van het bewind. „Zo hebben de Noord-Koreanen dat in ieder geval steeds ervaren, vooral ten tijde van de Amerikaanse president Bush.”


Vanuit de grot het zonlicht in

De Deense Noord-Koreakenner Geir Helgesen bepleit dat er meer oog komt voor de historisch-culturele achtergrond van het Noord-Koreaanse gedrag. Niet om dingen die daar gebeuren goed te praten, zo benadrukt hij meermalen, maar om de impasse rond dit land te doorbreken.

„We doen altijd alsof Noord-Korea deel uitmaakt van ónze wereld, en dat het onze waarden en normen hanteert. Zo gaan toeristen erheen met als doel daar „de laatste communistische dictatuur” te ervaren. Ook dat voortdurend hameren op Noord-Korea als het ultieme kwaad –hoe terecht ook– ontneemt het zicht op wat het regime nu werkelijk drijft.

De Noord-Koreaanse ideologie, de politiek en het leiderschap zijn er ontstaan, ontwikkeld en gevormd door oude binnenlandse tradities als het confucianisme en door invloeden van buiten. Van dat laatste is het communisme een voorbeeld, dat vervolgens al vroegtijdig werd gekoreaniseerd. De grootste invloed hadden de vijandelijke relaties met de Verenigde Staten, met Japan en Zuid-Korea. De constante druk van deze drie machten hebben volgens Helgesen de prioriteiten gelegitimeerd zoals het Noord-Koreaanse regime die heeft gekozen, zoals de opbouw van supergroot leger, maar ook de gewetenloze opstelling van het regime jegens de eigen bevolking.

Juche

Typisch Noord-Koreaans is ook de ideologie van Juche, die een zelfopgelegd isolement nastreeft. Het was de beste manier om tegenover de boze buitenwereld de nationale onafhankelijkheid te bewaren. Decennialang is dat isolement aan de bevolking opgelegd en als ideologie de onderdanen ingepeperd.

Als gevolg daarvan kun je stellen dat Noord-Koreanen tientallen jaren in een grot hebben gewoond. Vandaag de dag beseft de elite drommels goed dat dit isolement het land naar de vernieling helpt. Het probleem is dat de gevolgen van die jarenlange indoctrinatie niet zomaar ongedaan zijn te maken. „Burgers zijn gedrild en eraan gewend om in totale duisternis te leven, en dus gaat het tijd kosten om aan het zonlicht te wennen.”

Om die reden wordt er ook van het Westen geduld gevraagd, meent Helgesen. Een isolement van duizend jaar vraagt om een ingrijpende mentaliteitsverandering en daar gaat jaren, zo niet een generatie overheen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer