Apotheker: Marge op medicijnen flinterdun
UTRECHT – Ze is apotheker „in hart en nieren”, maar het water staat haar tot aan de lippen. „De marges op medicijnen zijn het minimum van het minimum geworden.”
Clasineke van Steensel van der Aa (48) runt apotheek Boswijk in het centrum van Utrecht. „We zijn de oudste van de stad.” Het vak zit in haar bloed. „M’n overgrootvader was ook al apotheker.”
Met 9000 patiënten zit Van Steensel van der Aa iets onder de norm die de landelijke apothekerskoepel KNMP hanteert. „Tja, wat is een norm?” relativeert ze. „Die is er om van af te wijken. Gelukkig heb ik twee grote cliënten in m’n bestand: het Bartholomeüs Gasthuis en de psychiatrische kliniek Altrecht.” Met een lach: „Mijn apotheek zit om de hoek en is de eerste stop na de psychiater.”
Twee jaar geleden had de Utrechtse apotheker een omzet van 2,2 miljoen euro. Dit jaar komt ze niet verder dan 1,5 miljoen. Door bezuinigingen moest ze een volledige baan afstoten. Haar personeelsbestand bestaat nu nog uit 4,2 fte.
„Tot nu toe heb ik het met natuurlijk verloop kunnen oplossen. Komende maand gaat er weer iemand weg. Ook die vacature wordt niet vervuld. Het gevolg is dat er minder tijd zal zijn om schoon te maken, om medicijnen te bezorgen. En de wachttijd in de apotheek zal toenemen.”
Dat minister Schippers (Volksgezondheid) een onderzoek laat instellen naar de problemen in de apothekerswereld, na een brandbrief hierover dinsdag van de KNMP, juicht Van Steensel van der Aa toe. „In de brief staat geen woord Spaans. De veelgeprezen marktwerking in onze branche is een flop. Zorgverzekeraars en apothekers zouden met elkaar moeten overleggen over producten, prijzen en contracten, maar het is eenrichtingsverkeer. Als apothekers, zeker als kleine, hebben we niets in te brengen. De marges op medicijnen zijn het minimum van het minimum geworden.”
De Utrechtse onderneemster windt zich erover op. „Als individuele apotheker hoef ik niet aan te komen bij een zorgverzekeraar. Die ziet mij echt niet staan. Maar spreek ik namens 200 apothekers, dan begint direct het grote dreigen met de NMa, de Nederlandse Mededingingsautoriteit. Dan is er ineens sprake van machtsvorming en oneerlijke concurrentie.”
Het feit dat apothekers door zorgverzekeraars over één kam worden geschoren, zint Van Steensel van der Aa allerminst. „We worden behandeld als Blokker, waar ze in elk filiaal dezelfde glazen verkopen. Maar het maakt voor een apotheek een groot verschil of je in een winkelstraat zit of in een ziekenhuis, in een oude stadsbuurt of in een Vinex-wijk.”
Bezuinigen
Twintig jaar zit Van Steensel van der Aa in het apothekersvak. „De aardigheid gaat ervan af”, zegt ze spijtig. „De winstmarges zijn niet alleen flinterdun, ook de cliënten merken dat we moeten bezuinigen. Een bestelling die binnen 48 uur geleverd moet worden is goedkoper dan een zending binnen 24 uur. Dus kies je als apotheker als het maar enigszins kan voor de eerste optie.”
Het wantrouwen bij de cliënten groeit, constateert Van Steensel van der Aa. „Ik hoor steeds vaker de vraag: Waarom geven jullie dit doosje? Daar verdienen jullie zeker meer aan? Ook krijgen we boze mensen aan de balie met vragen over hun verzekeraar omdat die iets niet vergoedt. Dan moeten wij zeggen: Daar zijn we als apotheek niet voor. Maar leuk is het niet.”
Zestig procent van haar cliënten is verzekerd bij Achmea, vertelt de Utrechtse apotheker. „Als ik daar klaag over mijn dalende omzet, krijg ik als reactie: Misschien zijn uw huurlasten te hoog. Hoezo te hoog; moet ik dan in een tentje gaan zitten?”
Van Steensel van der Aa verlangt terug naar de tijd dat er nog geen vrijemarktwerking was in haar branche. „Wat er nu gebeurt, is niet eens de strijd van David tegen Goliath, maar van een mier tegen Goliath. Sommigen zeggen dat terugschakelen naar de oude situatie niet kan. Onzin. Kijk maar naar de tandartsen. Die hebben drie maanden met een vrije markt gewerkt. Het was een drama en de stekker ging eruit. Dan kan dat bij de apothekers ook.”
Failliet
De zaak zit haar zo hoog dat Van Steensel van der Aa soms overweegt iets anders te gaan doen. „Maar wat? Twee oudere collega’s in de buurt zijn gestopt. Ze hadden genoeg van alle problemen en hebben hun apotheek gesloten. Daar ben ik te jong voor.”
De Utrechtse onderneemster maakt zich zorgen over de toekomst van haar branche. „Zestig procent van de apotheken is eigenlijk failliet. De apotheek in Wijk bij Duurstede is eigendom van de bank geworden. Een collega in Utrecht is in gesprek met de ING om te overleven. Dat is niet gezond.”
Toch laat Van Steensel van der Aa de moed niet varen. „Angst is een slechte raadgever. Ik ga het gevecht aan. Met zorgverzekeraars. Ik recht mijn rug. Ja, ik ben een strijdbaar type. Mijn hele leven al.”