Onderwijs & opvoeding

Hoopvolle boodschap voor verslaafde Russische straatjeugd

Ze zijn jong, verslaafd en dakloos. Sommigen zijn besmet met het hiv-virus. Op een doordeweekse dag zitten ze in de Russische stad Jekaterinenburg in de kerk. De zwerfjongeren krijgen er een maaltijd en kleding, maar ook een Bijbelse boodschap. Op hoop van zegen.

Michiel Bakker

12 December 2012 21:31Gewijzigd op 15 November 2020 00:47
Alexander Chebin (l.) eet samen met straatjeugd uit Jekaterinenburg soep. Foto RD
Alexander Chebin (l.) eet samen met straatjeugd uit Jekaterinenburg soep. Foto RD

„We komen eraan, breek de boel niet af.” Vanuit de auto stelt Juliya Vohminceva telefonisch een jongere gerust die al een poosje staat te wachten bij het gebouw van de pinkstergemeente in Jekaterinenburg. Ze is samen met Alexander Chebin op weg naar de wekelijkse samenkomst voor straatjongeren, maar heeft oponthoud gehad.

Als de medewerkers van de hulporganisatie Mission Possible op deze donderdag bij de kerk arriveren, zijn er tien jongeren uit de doelgroep present. Behulpzaam sjouwen ze stoelen naar voren die in twee rijen voor in de lege zaal van een bijgebouw van de kerk worden klaargezet. Twee gemeenteleden testen een keyboard.

Sommige bezoekers bivakkeren al jaren in slooppanden, putten of onderaardse gangen van het verwarmingssysteem van de stad. Drie keer per week zoekt de straatpatrouille van de hulporganisatie hen op en voorziet hen van voedsel. Voor de christelijke samenkomsten, in combinatie met een maaltijd, moeten ze zelf in beweging komen. Soms zetten ze daarmee een eerste stap op weg naar een hulpverleningstraject.

Gebed

Twee jonge gemeenteleden, Katya en Lydia, openen de samenkomst. „Alles wat we hebben, hebben we van God gekregen”, zegt Katya. „Daar gaan we Hem voor danken. Het zou leuk zijn als jullie bepaalde woorden meezingen, bijvoorbeeld: „Dank U wel.””

Ze nodigt iedereen uit te gaan staan. Terwijl Katya op het keyboard speelt, zingt Lydia een lied dat God dankt voor Zijn zegeningen. Sommige bezoekers zingen de gevraagde woorden mee, anderen klappen in de handen. Het volgende gezang vraagt: „Open mijn hart, ik wil U zien.” In een toelichting benadrukt Katya het belang van het gebed. „Jullie moeten weten dat veel mensen voor jullie bidden.”

Dat er een uitweg mogelijk is uit het harde leven op straat blijkt uit het verhaal van Anton. Deze 24-jarige ex-drugsverslaafde is uitgenodigd om tijdens de bijeenkomst een getuigenis te geven over de verandering die zich in zijn leven heeft voltrokken.

Anton vertelt dat zijn ouders uit elkaar gingen toen hij nog jong was, waarna zijn moeder aan de drank raakte. Op zijn dertiende werd hij door zijn oudere broer uit huis gezet. „Hij zei: „Jij woont hier niet langer.” Ik begreep niet waarom. Op straat kwam ik met verkeerde vrienden in aanraking. Het ging van kwaad tot erger.”

Gevangenis

Jarenlang zwerft Anton op straat, leeft hij in kelders en op stations. Hij komt in aanraking met zigeuners, voor wie hij enveloppen naar de andere kant van de stad brengt. „Toen ik er één openmaakte, bleek dat er drugs in zaten. Vanaf dat moment ging ik zelf gebruiken en erin handelen.”

Al snel staat zijn leven voor een groot deel in het teken van inbreken en stelen. Intussen heeft hij wisselende contacten met meiden die hij in discotheken ontmoet. „Op een dag ging ik beseffen dat ik mijn leven had vergooid, maar ik was niet in staat een ander bestaan te gaan leiden. Ik werd ziek, al m’n tanden vielen uit. Nu heb ik een kunstgebit.”

Als hij in de gevangenis belandt, vraagt iemand hem of hij z’n leven wil veranderen. „Ik dacht: Wat kan er nog anders worden? Toen ik hoorde dat God me liefhad, geloofde ik dat niet. Zelfs m’n eigen moeder wil me niet meer zien.” Als hij uit detentie komt, gaat hij op de oude voet verder en belandt na enige tijd opnieuw in de gevangenis.

Het gaat „slechter en slechter” met Anton. Hij ziet geen uitweg meer. Ten einde raad loopt hij op een dag een Russisch-orthodoxe kerk binnen. „Toen herinnerde ik me de woorden dat God van me houdt. Ik dacht: Laat ik proberen in God te geloven. Ik heb toch niets te verliezen”, vertelt Anton, terwijl de jongeren aandachtig luisteren.

In de periode daarna ontmoet hij „nieuwe vrienden” die hem helpen zijn leven op orde te krijgen, onder wie Juliya van Mission Possible. „Ik kwam erachter dat je mensen die in God geloven kunt vertrouwen. Mijn leven begon te veranderen. Ik begreep dat dat door Hem kwam. Ik heb nu weer onderdak, volg een opleiding en doe aan sport.”

Manke hond

Anton is blij met deze positieve ontwikkeling in zijn leven. „Hopelijk kan ik voor anderen een voorbeeld zijn. Misschien wil je nog niet veranderen. Het is natuurlijk moeilijk, maar het ís mogelijk”, besluit Anton.

Juliya doorbreekt na een poosje de stilte die na zijn verhaal in de zaal blijft hangen. „Denk er serieus over na”, zegt ze. „Ga naar een rehabilitatiecentrum. Probeer het gewoon eens”, zegt Anton nog, waarna hij z’n pet op zet, een tas over z’n schouder gooit en vertrekt. Een volgende afspraak wacht.

De straatjongeren krijgen nog een verhaal van Alexander Chebin mee. Hij vertelt over een jongen die een hond heeft gezien die hij wil kopen, terwijl hij er geen geld voor heeft. Hij zoekt een baantje om iets te verdienen. Aan zijn vrienden die geld van hem vragen, verkoopt hij steevast nee. Al z’n inkomsten zet hij opzij voor het doel dat hem voor ogen staat.

Als hij genoeg heeft gespaard, gaat hij naar de winkel en wijst de hond aan die hij wil hebben. De verkoopster zegt dat hij beter een andere kan nemen, omdat deze mank loopt. De jongen blijft echter bij zijn keus. Als hij de winkel uitloopt, valt het de verkoopster op dat hij zelf ook mank loopt. Ze beseft dat hij zich blijkbaar juist in dat ene beest kon verplaatsen. „Jezus weet precies wat er aan ons mankeert”, zo maakt Alexander een toepassing. „Hij zoekt niet de beste en de knapste. Iedereen die hulp nodig heeft, kan bij Hem terecht.”

Lijmsnuiver

Alexander vraagt wie er wil bidden voor de maaltijd. Een van de tieners gaat voor in een kort gebed. De goed gevulde soep die op tafel wordt gezet, vindt gretig aftrek. De meesten hebben intussen geen zin in een gesprek met een onbekende bezoeker, maar Annatoli (21) en Janne (19) willen wel iets vertellen. Ze leven niet meer op straat, maar vonden onderdak bij kennissen.

Annatoli komt, evenals zijn vriendin, uit Pervouralsk, 40 kilometer ten westen van Jekaterinenburg. Hij kreeg thuis problemen toen zijn gescheiden moeder met een andere man ging samenwonen. „Ik kon niet met hem overweg.” Uiteindelijk vertrok hij naar Jekaterinenburg. Hij heeft jaren achter zich liggen waarin hij als lijmsnuiver leefde en een periode in jeugddetentie zat.

Annatoli had een duidelijke motivatie om een punt achter het gebruik van verdovende middelen te zetten. „Een vriendje van me is tijdens het snuiven voor m’n ogen gestorven. Dat heeft me geholpen om ermee te stoppen”, zegt hij tussen twee happen brood door.

Ook Janne, die opgroeide in een weeshuis, heeft een verleden als verslaafde. Na een ziekenhuisopname en contacten met hulporganisaties zoals Mission Possible koos ze ervoor haar leven een andere wending te geven. Sinds een paar weken is ze bevriend met Annatoli. Samen voorzien ze in hun inkomsten door oud ijzer te zoeken, dat ze één keer per week bij een koper slijten. Het levert hun naar eigen zeggen net genoeg op om van te leven.

Wat vonden ze van de samenkomst in de kerk? „Positief”, zegt Janne, die er met haar roze, met muizen versierde vest en een zwarte zonnebril op het hoofd verzorgd uitziet. Het verhaal van Anton maakte indruk, vult Annatoli aan. „Hij is een goed voorbeeld.” De twee komen geregeld naar de bijeenkomsten. „Vanwege de sfeer, de mensen.”

Vragen rond het geloof in God houden het tweetal niet direct bezig. Wat op dit moment belangrijk voor hen is? Janne: „We willen samen wonen, samen leven.” Annatoli: „Twee jaar geleden, toen ik nog veel dronk, is m’n tas gestolen. Daar zat m’n geld in en m’n paspoort. Ik moet nieuwe documenten regelen. Hopelijk kunnen we daarna in Pervouralsk samen een huis krijgen”, zegt hij, terwijl Janne opstaat en van tafel loopt.

De medewerkers van Mission Possible halen een paar tassen met warme kleding tevoorschijn waaruit de bezoekers iets mogen meenemen. Ook krijgen ze voor vertrek de bus- of tramkosten vergoed die ze hebben gemaakt om naar de kerk te komen.

Met hartelijke woorden en omhelzingen nemen de hulpverleners afscheid van de jongeren. De grootste groep keert terug naar de putten die hun onderkomen vormen. Tussen de duizenden mensen die de drukke straten van Jekaterinenburg bevolken, zoeken ook Annatoli en Janne weer hun weg. Op zoek naar oud ijzer.

Dit is de derde aflevering in een serie over christelijke hulpverleningsprojecten in Rusland.



„Strijd om de ziel van elk kind”

Alcohol- en drugsverslaving, armoede en werkloosheid. Het zijn veel voorkomende problemen in de Russische stad Jekaterinenburg die diepe sporen trekken in de levens van duizenden inwoners. Kinderen die thuis geen liefde en aandacht krijgen, zoeken die vaak al jong op straat. Mission Possible biedt hulp aan zo’n honderd straatjongeren, van wie velen verslaafd en met hiv besmet zijn.

Andrei en Natascha Ivanov zijn initiatiefnemers van het christelijke hulpverleningswerk in de stad in de Oeral. Ze runnen, met financiële steun vanuit onder meer Nederland, een opvanghuis dat afgelopen jaar onderdak en begeleiding bood aan 35 kinderen tot 18 jaar en 2 (jonge) moeders. Vanuit dit centrum trekken buitendienstmedewerkers drie keer per week de stad in. Ze delen voedsel uit, nemen hiv-testen af en proberen tieners te helpen het straatleven achter zich te laten, wat afgelopen jaar in 57 gevallen is gelukt.

Het werk brengt de hulpverleners in aanraking met de donkere kanten van de stad, zegt Andrei Ivanov. Zo worden kwetsbare meiden op straat meer dan eens slachtoffer van mishandeling en seksueel misbruik. „We hebben wel eens een meisje uit de handen van een jongen moeten trekken terwijl ze met een mes werd bewerkt en onder het bloed zat. Gemiddeld hebben we drie keer per jaar een begrafenis van jongeren of baby’s van tienermeiden. Ooit troffen we een gestorven baby aan die door ratten was aangevreten.”

Ivanov wijst erop dat er een strijd gaande is om de ziel van elk kind. „De plekken waar de staatjeugd huist, worden door de duivel beheerst, zou je kunnen zeggen. Wij laten daar zien dat er mensen zijn die van de jongeren houden én dat God van hen houdt.”

Hij is ervan overtuigd dat liefde een belangrijk medicijn is voor beschadigde mensen. „Een vis op het droge ligt dood te gaan. Als je hem teruggooit in het water kan hij verder leven. Zo is het ook met de kinderen die in ons opvanghuis komen. Zij hebben vaak geen liefde en geen warmte gekend. Hier ervaren ze wat liefde is, de liefde van God, waardoor ze als het ware weer gaan leven.”

Soms maken de bewogen hulpverleners mooie gebeurtenissen mee, zoals de bruiloft van een jonge vrouw die in het opvanghuis van Mission Possible heeft gewoond en erin slaagde haar leven een andere wending te geven. Het lukt echter niet altijd de negatieve spiraal waarin de straatjeugd verkeert, te doorbreken. Ivanov: „Soms verlies je bijna de moed als mensen iedere keer terugvallen. Maar de deur blijft altijd voor hen openstaan. Zo lang er leven is, is er hoop.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer