Buitenland

Sharon bevestigt plan tot „verwijdering” Arafat

Israël is vastbesloten Yasser Arafat op zeker moment te „verwijderen” en neemt op de koop toe dat de Palestijnse leider gewond kan raken bij een arrestatie door Israëlische militairen. Dat zegt de Israëlische premier Ariel Sharon in een vrijdag gepubliceerd vraaggesprek.

Buitenlandredactie
26 September 2003 22:23Gewijzigd op 14 November 2020 00:35Leestijd 4 minuten

Sharon zei dat het besluit dat het Israëlische kabinet hierover op 11 september heeft genomen, zijn persoonlijke belofte aan de Amerikaanse president George Bush opheft om Arafat geen fysieke schade toe te brengen. Sharon deed de belofte enkele jaren geleden. „Je moet rekenen dat het heel moeilijk is om te zorgen dat Arafat niet gewond raakt als we hem oppakken”, zei hij.

De Verenigde Staten hebben bezorgd gereageerd op het Israëlische besluit tot „verwijdering” van Arafat, wat volgens sommige Israëlische functionarissen zelfs kan worden opgevat als liquidatie. Sharon zei dat er rekening zal worden gehouden met de Amerikaanse zorgen. „Maar ik herhaal en benadruk: Het fundamentele besluit om Arafat te verwijderen is door Israël genomen.”

De Israëlische minister van Buitenlandse Zaken, Silvan Shalom, heeft zijn Amerikaanse ambtgenoot Colin Powell deze week laten weten dat er niet onmiddellijk actie tegen Arafat zal worden ondernomen en dat de VS van tevoren zullen worden ingelicht.

Het Midden-Oosten-kwartet (VS, EU, VN en Rusland) heeft vrijdag de Palestijnen opgeroepen onmiddellijk een eind te maken aan aanslagen op Israëlische doelen. Tegelijkertijd eist het kwartet een eind aan de bouw van Israëlische nederzettingen in de bezette gebieden.

Het kwartet kwam vrijdag in de marge van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in New York bijeen. Secretaris-generaal Kofi Annan maakte de eisen in een gezamenlijke verklaring bekend. De vier machtsblokken proberen het internationale vredesplan (routekaart) weer op de rails te krijgen.

„Beide partijen moeten meer doen om de belangrijkste zorgen van de ander, zoals beschreven in de routekaart, onmiddellijk en gelijktijdig aan te pakken”, las Annan voor. Daarna zei hij uit eigen naam dat Israël en de Palestijnen „niet in staat lijken uit het moeras te komen” zonder hulp van buitenaf. „Helaas zijn beide partijen er niet in geslaagd stappen op deze route te nemen. En de internationale gemeenschap is het niet gelukt de partijen ertoe te bewegen voorwaarts te gaan”, zei Annan.

Annan vertegenwoordigde in het kwartet de VN. In de bijeenkomst van ruim een uur sprak hij met de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Colin Powell, diens Russische collega Igor Ivanov, minister van Buitenlandse Zaken Franco Frattini van Italië, dat momenteel voorzitter is van de Europese Unie, en EU-buitenlandcoördinator Javier Solana. Volgens de gezamenlijke verklaring is de groep van plan voor het eind van het jaar in dezelfde samenstelling opnieuw bijeen te komen.

Duitsland is bereid twee Libanezen en een Iraniër vrij te laten in ruil voor inlichtingen over de Israëlische luchtmachtnavigator Ron Arad, die in 1986 boven Libanon werd neergeschoten en volgens Israël door Iran wordt vastgehouden. Dat heeft de Israëlische krant Ha’aretz vrijdag bericht. Duitsland bemiddelt bij de onderhandelingen over een gevangenenruil tussen Israël en de Libanese Hezbollah-militie.

De Israëlische premier Sharon had donderdag al laten doorschemeren dat gevangenen in Europa bij de deal betrokken zouden worden. Hij noemde hen „onderhandelingstroeven waar de Hezbollah heel, heel erg in geïnteresseerd is.”

De drie zitten in Duitsland vast voor de moord, in september 1992, op de Iraans-Koerdische dissident Sadik Sharafkindi en drie anderen in een restaurant in Berlijn. Een Duitse rechtbank stelde in 1997 vast dat de opdracht voor de moord afkomstig was van de Iraanse minister van Inlichtingenzaken, Ali Fallahiyan. Een Iraanse geheim agent en een Libanees werden veroordeeld voor de moord en twee Libanezen wegens medeplichtigheid.

Op grond van de door Duitsland voorbereide deal zou Hezbollah de Israëlische zakenman Elhanan Tannanbaum en de stoffelijke resten van drie Israëlische militairen die in 2000 door de Hezbollah werden ontvoerd, aan Israël overdragen in ruil voor de vrijlating van honderden, vooral Palestijnse, gevangenen door Israël.

Onder de laatsten zijn Abdel Karim Obeid en Mustafa Dirani. Zij werden in respectievelijk 1989 en 1994 door Israël ontvoerd om geruild te kunnen worden tegen Arad. Sharon zei deze week dat Obeid en Dirani ondanks jaren van ondervraging nooit informatie over Arad hebben verschaft. Arad werd in Libanon opgepakt door de sjiitische Amal-militie, waarvan Dirani toen veiligheidschef was. Israël gelooft dat Arad twee jaar na zijn gevangenneming aan de Iraniërs is verkocht.

De voorgenomen gevangenenruil ontmoette in Israël veel kritiek, omdat Arad er geen deel van uitmaakte.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer