Commentaar: Nog eens extra bezuinigen lijkt onverstandig
In kerken waar zondag de 50e afdeling van de Heidelbergse Catechismus centraal stond (de vierde bede van het Onze Vader: Geef ons heden ons dagelijks brood), zal in veel gevallen ook zijn stilgestaan bij de neergang op de arbeidsmarkt. Vier jaar na het uitbreken van de kredietcrisis wordt de groeiende werkloosheid meer en meer zichtbaar binnen de gemeenten. Met name in de bouwsector verdwijnen er iedere dag tientallen banen.
Waar het hebben van werk in Nederland jarenlang vaak als ‘gewoon’ is beschouwd, wordt het in deze tijden duidelijk hoe afhankelijk een mens is van zijn hemelse Vader, juist ook in zijn dagelijks werk en brood.
Hoe ernstig op het persoonlijke vlak de gevolgen van werkloosheid ook kunnen zijn, als voor die afhankelijkheid meer oog komt en er tegelijkertijd óók oog is voor elkaar, blijkt opnieuw dat er uit grote tegenslag ook grote lessen te trekken zijn.
Ondertussen dringt zich bij velen de vraag op of we het ergste nu hebben gehad. Waar het Centraal Planbureau (CBP) in september nog meldde dat dit inderdaad zo leek te zijn, presenteerde De Nederlandsche Bank (DNB) maandag prognoses waaruit blijkt dat er te vroeg is gejuicht. De recessie waarin Nederland in het huidige kwartaal terecht lijkt gekomen –de derde in amper vier jaar tijd– zal ook in 2013 nog sporen trekken met een nieuwe krimp en oplopende werkloosheid.
Hoewel Nederland met zijn open economie de grillen van de wereldmarkt als geen ander voelt, vindt de huidige economische situatie mede haar oorzaak in het gevoerde begrotingsbeleid. In totaal boekten achtereenvolgens Rutte I, de partijen van het lenteakoord en Rutte II bezuinigingen en ombuigingen in van circa 45 miljard euro. Dat waren niet alleen hervormingen die op de lange termijn geld opleveren maar de huidige economie nauwelijks aantasten (zoals een hogere AOW-leeftijd), maar veelal ook maatregelen die, om te kunnen voldoen aan de Europese begrotingsregels, snel geld opleveren maar de burger hard raken in zijn koopkracht (zoals de btw-verhoging).
Naar het nu schijnt zal deze grootste bezuinigingsslag in de vaderlandse geschiedenis onvoldoende zijn om in 2013 onder de Brusselse grens van een begrotingstekort van maximaal 3 procent te geraken. Er is daarvoor dus méér nodig, al snel zo’n 4 tot 5 miljard euro aan extra besparingen.
Nu echter steeds meer blijkt dat in de huidige crisis 1 euro aan extra saneringen de economie zódanig schaadt dat er ook voor bijna 1 euro aan economische productie verloren gaat, is het de vraag of nu snel nog eens extra bezuinigen wel zinvol is. Wie goed om zich heen kijkt, weet eigenlijk op die vraag het (ontkennende) antwoord al wel.
Belangrijk is evenwel om hierbij ook te constateren dat ”die strenge regels uit Brussel” niet zomaar zijn ontstaan, maar er juist zijn gekomen mede op instigatie van Nederland. Toen andere landen ermee worstelden, riepen Nederlandse politici relatief gemakkelijk langs de zijlijn dat hieraan voldoen wellicht niet gemakkelijk, maar nu eenmaal strikt noodzakelijk was.
Ook dat is een les. Wie hard is voor zichzelf, kán soms hard zijn voor een ander, maar wie mild is voor zichzelf, móét ook mild zijn voor een ander.