Herziene SV roept gemengde reacties op
APELDOORN - De herziening van de Statenvertaling roept uiteenlopende reacties op: van „noodzakelijk” tot geheel afwijzend. Dreigt de herziening van de Statenvertaling een nieuwe splijtzwam te worden? Waar liggen de grenzen in het tegemoetkomen aan een jonge generatie? Enkele reacties van predikanten uit de breedte van de gereformeerde gezindte.
Ds. J. Schipper, predikant van de gereformeerde gemeente in ’s-Gravenpolder: „Ik denk dat de Statenvertaling best te lezen is voor jongeren van deze tijd. Kerkelijke jongeren ervaren bij de Statenvertaling geen drempel; ze zijn met de taal ervan opgegroeid. Voor niet-kerkelijke mensen ligt dat anders, maar ook zij zouden het een bezwaar vinden als ze een Statenvertaling zouden lezen waarin veranderingen zijn aangebracht. Je hebt te maken met een heilig Boek, waarbij er altijd een stuk gewenning nodig is om de inhoud te kunnen verstaan. Ik ben wel benieuwd naar de nieuwe uitgave van de Statenvertaling met de kanttekeningen. Ik denk dat de tekst daarmee beter begrepen kan worden. Mensen kunnen dan in één opslag de betekenis van moeilijke passages zien. Ik ben bang dat velen er niet aan toekomen om zo de Bijbel met commentaar te lezen.”
(
Ds. D. Heemskerk, hervormd predikant te Garderen:
„Ik ben geen voorstander van de revisie. Ik vrees een nieuwe splijtzwam, en daar zitten we -zeker in deze tijd- niet op te wachten. Ik zie het rendement ook niet van een hertaling. Er zijn genoeg hulpmiddelen om de oorspronkelijke tekst te kunnen begrijpen. Bij restauraties wil men tegenwoordig alles exact terugbrengen in de oude staat. Waarom zouden er dan in de Statenvertaling woorden moeten veranderen? Ons voorgeslacht had vroeger nauwelijks lagere school, en kon toch goed met de Statenvertaling uit de voeten. Tegenwoordig volgt men tot het zeventiende jaar verplicht onderwijs en leert men andere talen, en zou men dan struikelen over een paar woorden, of over de zinsbouw? Mijn advies: Lees de Statenvertaling en maak gebruik van hulpbronnen en commentaren.”
(
Ds. P. D. J. Buijs, christelijk gereformeerd predikant te Harderwijk:
„Ik ben erg gelukkig met het initiatief tot revisie. Ik zie dat catechisanten steeds meer op problemen stuiten bij het begrijpen van de Statenvertaling. Je merkt bij jongeren dat de taal niet aansluit bij hun taalgebruik. Met de herziening vang je twee vliegen in één klap: je behoudt het eigene van de Statenvertaling en je verwoordt het toch zo dat het qua taal en zinsbouw dichter bij deze tijd staat. Ik weet wel dat het diepste probleem van het niet verstaan van de Bijbel in het hart van de mens zit, maar we moeten geen onnodige barrières opwerpen. Met het resultaat van de hertaalproeve van Markus ben ik blij. Je kunt wellicht op onderdelen kritiek hebben, en we moeten eerst het resultaat van de gehele revisie afwachten, voordat we evenwichtig kunnen oordelen, maar tot nu toe ben ik er blij mee.”
(
Ds. A. van Voorden, predikant van de gereformeerde gemeente in Nederland te De Beek-Uddel:
„De taalbarrière zie ik wel, maar of je dat met een herziening moet aanpakken is maar de vraag. De Tukker-bijbel heeft het ook niet gered, en de Statenbijbel bestaat nog steeds. Als je bepaalde woorden in de Bijbel niet meer kunt gebruiken, zoals lankmoedigheid, mag je die dan ook niet meer gebruiken in de prediking? Dat zijn wel de gevolgen van de herziening. Als ik de proeven lees, vraag ik me af: Is dat nu echt nodig? Ik moet soms wel mijn best doen om teksten uit te leggen op catechisatie, maar je ziet overal een geestelijke verschraling optreden. Die gaat onze eigen kring niet voorbij. Wat is onze geestelijke bagage? En komen wij nog toe aan onderzoek, aan lezen? Ik denk dat mensen vijftig jaar geleden beter onderlegd waren in Gods Woord dan nu.”
(
Ds. D. Monster, predikant van de oud gereformeerde gemeente te Barneveld:
„De Statenvertaling te moeilijk? Ik merk er weinig van onder catechisanten. Daarom laat ik het zoals het is. Ik zie er de noodzaak niet van in. Moet je ter wille van enkele woorden nu een geheel nieuwe opzet maken? Als er vragen zijn, zijn er genoeg bronnen beschikbaar om de tekst te onderzoeken. Ik ben huiverig om aan de Statenvertaling te sleutelen. Ik heb zo veel eerbied en ontzag voor de Statenvertaling en voor de kanttekeningen, dat ik daarin geen verandering wil aanbrengen.”
(
Ds. A. Beens, hervormd predikant te Katwijk aan Zee:
„Ik juich de herziening van harte toe en ik hoop dat ze een langer leven beschoren is dan de Tukker-bijbel. Voor catechisanten is de Statenvertaling onvoldoende toegankelijk. Met alle liefde en waardering die ik voor de schoonheid en het literaire karakter van de Statenvertaling heb, in die taal spreken wij niet meer. Het idioom en de kleur van de herziening van de Statenvertaling is wel wat verbleekt, maar we moeten deze weg toch proberen af te leggen. Ik besef daarbij wel de moeilijkheid van een revisie, want waar liggen de grenzen tussen hertaling en vertaling? Er zijn gedeelten in het Oude Testament, zoals bijvoorbeeld Job, die in de Statenvertaling echt onbegrijpelijk zijn. Vértalen is soms onvermijdelijk, al is dat niet conform de opdracht van de stichting. Maar dat er geen andere weg is, lijkt me duidelijk.”
Dit is het slot van een vierdelige serie over de herziening van de Statenvertaling