Zeearend kiekt flamingo in Kenia
Vliegen als een vogel, wie wil dat nu niet. De Britse BBC-documentairemaker John Downer heeft zijn droom waargemaakt en laat lezers ervan meegenieten in het boek ”Vogelvlucht. De aarde op zijn mooist vanuit vogelperspectief”.
Een kraanvogel boven de felgekleurde bollenvelden van Wieringerwerf, rotganzen boven het kloostereiland Mont Saint-Michel in Normandië, meer dan een miljoen flamingo’s die het Keniaanse Bogoriameer roze kleuren, een roodstaartbuizerd op jacht naar vleermuizen in Texas – het fotoboek ”Vogelvlucht” is een lust voor het oog van een vogelaar.
Het fotoboek is gebaseerd op de natuurdocumentaire ”Earthflight”, die momenteel door de Evangelische Omroep wordt uitgezonden. Bijzonder is vooral de manier waarop het team van Downer de films en foto’s heeft gemaakt. Het is alsof de mens zelf een vogel is geworden en de foto’s door de ogen van vogels maakt.
In zekere zin is dat ook zo. De cameramensen vlogen bijvoorbeeld met ultralightvliegtuigjes tussen een koppel ganzen. Dit waren geen wilde vogels, maar ganzen die vanaf het moment dat ze uit het ei kwamen alleen maar een mens zagen en die dus als hun moeder gingen zien. Dit wordt inprenting genoemd en is ontwikkeld door de Fransman Christian Moullec.
Downer beschrijft in ”Vogelvlucht” hoe er op zijn schoot een Amerikaanse wintertaling uit het ei kroop. „Vragend en verlangend piepte het kuikentje naar me. Er was geen twijfel mogelijk: ik was zijn moeder!” Door middel van parasailing leert Downer zijn ‘kind’ vliegen: „Tot mijn afgrijzen zag ik hem als een steen richting de aarde duikelen. Op ongeveer vijftien meter hoogte viel het hem gelukkig in dat hij vleugels had en begon hij hevig te fladderen.” Even later vliegt de wintertaling vlak naast Downer en kan deze er schitterende beelden van maken.
Een andere manier van filmen is de vogel zelf uitrusten met een camera. Door middel van een harnas slaagt het BBC-team erin een kleine camera op bijvoorbeeld een zeearend te monteren. De camera was zelfs van een afstand te bedienen, waardoor tijdens het vliegen niet alleen de kop in beeld verscheen, maar ook de bewegende vleugels. Het levert unieke beelden op, bijvoorbeeld als de zeearend over het Bogoriameer in Kenia scheert, waar flamingo’s in paniek opvliegen.
Een derde manier is filmen en fotograferen met een op afstand bedienbare helikopter of (zweef)vliegtuig. Downer en zijn team gaven een zweefvliegtuig de vorm van een gier en filmden daarmee vliegende gieren vanuit de lucht.
Door de opnames ontdekte Downer dat vogels meer van dierlijk gedrag weten dan welke menselijke expert dan ook. Zo weten bruine pelikanen exact de plek te vinden waar een bepaalde vissoort, de grunion, aan land gaat om eieren te leggen. „Als een dolle reden we met de voltallige crew achter de vliegende vogels aan, die ons feilloos naar het strijdtoneel voerden.”
Bij andere vogels ontdekte Downer hetzelfde. Zilverreigers eten vissen die door dolfijnen op een strand gedreven zijn. Kelpmeeuwen vliegen achter zeehonden aan die door witte haaien de lucht in worden gegooid. Jan-van-genten volgen walvissen, haaien en dolfijnen om te weten waar ze sardines kunnen vangen. „Dat gaf ons echt een kick, omdat het zo logisch en uiteindelijk zo vanzelfsprekend is: niets in de natuur staat op zichzelf; al het leven is met elkaar verbonden en dieren moeten elkaars gedrag begrijpen om te kunnen overleven.”
Door middel van de documentaire en het boek wilde Downer dit perspectief met iedereen delen. Dat is hem geweldig goed gelukt.
”Vogelvlucht. De aarde op zijn mooist vanuit vogelperspectief”, John Downer; uitg. Tirion Natuur Utrecht, 2012; ISBN 978 90 5210 891 9; 240 blz.; € 29,95.
„Knap gemaakt”
„Knap gemaakt”, vindt natuurfotograaf Jeroen Stel het fotoboek ”Vogelvlucht”. Stel is verbaasd over de kwaliteit van de foto’s. „De meesten zijn gewoon door een filmcamera gemaakt. Toch zijn ze goed scherp. Alleen bij de foto’s die vanaf de vliegende vogels zijn gemaakt, is te zien dat het filmbeelden zijn.”
De natuurfotograaf, zelf bezig met het samenstellen van zijn eerste fotoboek, vindt vooral het hoofdstuk ”The making of” interessant. „Daarin wordt uitgelegd hoe de beelden tot stand zijn gekomen.” Daarnaast vindt Stel het mooi om te zien en te lezen hoe de vogeltrek op elk continent verloopt. „De foto’s zijn niet alleen boven de wilde natuur genomen, maar ook boven herkenbare steden en bouwwerken, zoals de Golden Gate Bridge in San Francisco.”
Goed vindt Snel het ook dat er niet alleen vogels in het boek voorkomen, maar ook zoogdieren zoals zwarte ratten, beren, dolfijnen, walvissen en krokodillen die gnoes verschalken. „De vogels staan niet op zichzelf maar leven in relatie met deze dieren. Dat wordt duidelijk in dit boek.”