Kotter Ouddorp betrokken bij zoekactie naar overlevenden
OUDDORP – Volslagen duisternis, sneeuwbuien, golven van bijna 4 meter hoog, ronkende helikopters, onophoudelijk berichten via de radiokanalen. Schipper René Sperling zocht afgelopen nacht met zijn vissersschip naar overlevenden.
„De omstandigheden waren erbarmelijk”, zegt Sperling. De schipper van de OD-6 Zeldenrust uit Ouddorp was als een van de eersten ter plaatse. „Via het radiokanaal kregen we plotseling een noodkreet van de schipper van de Baltic Ace: „Help! Help! I am sinking! I need assistance immediately!” Wij hebben meteen onze netten opgehaald en zijn erop afgekoerst.
Een halfuur na de noodoproep bereikten wij de rampplek. Dat was ongeveer kwart voor acht. De Corvus J lag er, samen met twee andere zeeboten. Die schepen zijn zo ontzettend groot, daar valt niets mee te beginnen. Met een collega-vissersschip die ongeveer gelijktijdig aanwezig was, zijn we direct begonnen met zoeken rond het wrak.”
Het duurde niet lang of van allerlei kanten schieten schepen te hulp. Na het arriveren van een marineschip wordt de zoekactie zorgvuldig gecoördineerd. Sperling: „Vanaf dat moment was het wachten op orders. Samen met andere vissersschepen, reddingsboten en helikopters kamden we systematisch het gebied rond het gezonken schip uit. Op zoek naar overlevenden.”
„Eén vlot zat met een touw vast aan het gezonken schip”, vervolgt Sperling. „Daardoor wisten wij precies waar de gezonken boot lag. Boven het wrak dreef van alles: resten hout, reddingsvlotten, overlevingspakken. Wij voeren er met een snelheid van drie knopen –ongeveer 6 kilometer per uur– zachtjes doorheen, maar kwamen geen slachtoffers of overlevenden tegen. De vlotten en overlevingspakken die wij uit het water raapten waren allemaal leeg. Met slechts één zoeklicht was het vooral aardedonker. Na een paar uur was alles door de wind en het getij verdreven. Even na halfdrie zijn we gestopt met onze zoektocht.”
Vanmorgen werd het dagelijkse leven weer ‘gewoon’ hervat door de opvarenden van de OD-6 Zeldenrust. Tong en schol moeten worden binnengehaald. „We liggen in de buurt en volgen via de radiokanalen de berichtgeving op de voet. De wind is op dit moment behoorlijk afgezwakt, maar door sneeuwbuien is het zicht nog steeds slecht. We zijn stand-by voor de kustwacht, die nu onderzoek doet naar het schip. Maar als we nog gaan zoeken, dan moet het vanmiddag. Volgens het KNMI wordt het vanavond op zee windkracht 10”, aldus de schipper.
Sperling acht de kans op het vinden van overlevenden vrijwel nihil. „Zelfs met het beste overlevingspak houd je het onder deze extreme weersomstandigheden maximaal drie uur vol. Mogelijk drijft er ergens op zee nog een reddingsvlot rond dat we vannacht over het hoofd hebben gezien. Erg confronterend allemaal. Ik ben dagelijks op zee. Dit had ook mij kunnen overkomen. Het zoekresultaat is bovendien weinig bemoedigend. Elf mensen komen nooit meer thuis.”