Volgens waarnemers in Nairobi haalt Annan zich met die inmenging in de Keniaanse politiek de woede op de hals van vicepremier Uhuru Kenyatta. De zoon van de eerste president van het Oost-Afrikaanse land, voortgekomen uit de grootste stam, de Kikuyu’s, hoopt de presidentsverkiezingen te winnen en vervolgens zijn onschuld te bewijzen voor het ICC. Dat begint in april met de processen over het verkiezingsgeweld in 2007 en 2008. Bij rellen over de omstreden verkiezingsuitslag kwamen toen meer dan 1000 Kenianen om het leven. Meer dan 600.000 mensen werden van huis en haard verdreven bij de stammenstrijd.

Als Kenyatta na een gewonnen verkiezing plaatsneemt in het beklaagdenbankje bij het ICC, wordt hij het eerste zittende staatshoofd dat terechtstaat voor een internationaal hof. Eerder moesten alleen gevallen presidenten voor diverse internationale rechters in Den Haag verschijnen: Slobodan Milosevic (Joegoslavië), Charles Taylor (Liberia) en Laurent Gbagbo (Ivoorkust).

Volgens Annan is een president die dag in dag uit in Den Haag een proces moet bijwonen geen goed idee. Het staatshoofd moet vrij zijn om te reizen en andere staatshoofden te ontmoeten. „Als jullie een leider kiezen die dat niet kan, die niet vrij zal zijn en die niet makkelijk wordt ontvangen, is dat niet in het belang van het land, en ik weet zeker dat de bevolking dat zal begrijpen”, zo geeft Annan de Keniaanse kiezers mee.

Annan is erg gerespecteerd in Kenia. Zijn bemiddeling maakte in 2008 een einde aan de grootste geweldsuitbarsting sinds de onafhankelijkheid in 1963. Momenteel is hij speciaal gezant van de Afrikaanse Unie om toezicht te houden op de verkiezingen.