IGC in Rome over Europese grondwet geen gelopen race
Drs. B. Belder en drs. D. J. Diepenbroek
hopen dat het proces van uitruilen, uitwisselen en onderhandelen op de komende intergouvernementele conferentie (IGC) in Rome leidt tot een betere tekst voor een nieuw Europees verdrag in plaats van tot een Europese grondwet. De Europese Unie krijgt een nieuw basisverdrag en dat doet in Europa veel stof opwaaien. In juli 2003 heeft de Europese conventie haar taak voltooid en een concepttekst voor een Europese grondwet afgeleverd. Giscard d’Estaing, voorzitter van de conventie, heeft de uitkomsten gepresenteerd aan de regeringsleiders in Thessaloniki.
De regeringsleiders van de lidstaten van de EU en van de toetredingslanden moeten zich definitief uitspreken over de tekst van de Europese grondwet op de IGC, die op 4 oktober 2003 in Rome van start gaat. Zij hebben hiervoor de tijd tot het voorjaar van 2004, hoewel het Italiaanse voorzitterschap de onderhandelingen voor het einde van het jaar wil hebben afgerond.
De leden van de conventie hebben er bij de regeringsleiders op aangedrongen het resultaat van hun arbeid van zestien maanden onaangetast te laten. Zij vrezen dat het ter discussie stellen van hun zorgvuldig uitgebalanceerde compromis zal leiden tot het instorten van het gehele bouwwerk van de Europese grondwet.
Miskenning
Een grondwet waar de eurofractie ChristenUnie-SGP overigens tegen is. In die grondwet ontbreekt namelijk een verwijzing naar het christendom. Dat is een grove miskenning van de christelijke geschiedenis van het continent, waar de apostel Paulus al bijna 2000 jaar geleden het Evangelie heeft verkondigd. Het christendom heeft sinds die tijd Europa op een langdurige en diepgaande wijze gestempeld. Het is dan ook onmogelijk om Europa te bezien zonder deze invloed van het christendom en zonder een expliciete verwijzing naar God als de Koning der koningen.
De term grondwet is daarnaast misleidend, omdat die een foutief beeld van de werkelijkheid geeft. De term grondwet wekt namelijk de indruk dat er sprake is van een Europees volk. Het is dan ook beter om te spreken over een basisverdrag, waardoor het feit dat de EU een unie van soevereine staten is, meer tot zijn recht komt.
Het ongeremde streven naar uitbreiding van de meerderheidsbesluitvorming, het afschaffen van een eigen commissaris per lidstaat, de komst van een Europese minister van Buitenlandse Zaken en de introductie van een vaste voorzitter van de Europese Raad stuiten eveneens op fundamentele kritiek van de eurofractie ChristenUnie-SGP. Velen hebben uit het dringende verzoek van Giscard d’Estaing en zijn collega-conventieleden om de tekst van de conventie onaangetast te laten, de conclusie getrokken dat de komende intergouvernementele conferentie slechts een formaliteit is. De heren regeringsleiders zullen de compromissen van de conventie zonder slag of stoot overnemen. De IGC is vanuit dit perspectief niet meer dan een gelopen race.
Het is maar de vraag of dit echt zo is. Een groep van vijftien ”kleine landen” heeft op 1 september, op initiatief van Tsjechië en Oostenrijk, in Praag vergaderd over de concepttekst van de Europese grondwet. Naast Tsjechië en Oostenrijk zijn dit de toetredingslanden Estland, Letland, Litouwen, Polen, Slowakije, Hongarije, Slovenië en de EU-lidstaten Zweden, Denemarken, Finland, Ierland, Griekenland en Portugal. Deze landen kunnen zich niet vinden in de huidige verdragstekst. Zij hebben moeite met het feit dat het roulerend voorzitterschap van de Unie vervangen wordt door een vaste voorzitter met een termijn van 2,5 jaar. De angst bestaat dat een vaste voorzitter, hoewel in theorie onafhankelijk, in de praktijk zijn oren laat hangen naar de wensen van de grote lidstaten als Frankrijk, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk.
Daarnaast zijn de ”kleine landen” tegen het voorstel van de conventie om niet iedere lidstaat een eigen eurocommissaris met stemrecht te geven. Het idee van de conventie behelst een Europese Commissie waarin vijftien commissarissen met en tien commissarissen zonder stemrecht zitting hebben. Een dergelijk systeem is te vergelijken met een regering met ministers en staatssecretarissen, waarbij de ministers wel en de staatssecretarissen geen stemrecht hebben. De ”kleine landen” zijn echter van mening dat iedere lidstaat een eigen commissaris met stemrecht moet behouden, omdat op deze wijze het gemeenschappelijk belang wordt gewaarborgd.
Kleine landen
Deze uitdrukkelijke eisen van de ”kleine landen” brengen het zorgvuldig geformuleerde compromis van de conventie aan het wankelen en zorgen ervoor dat andere landen hier weer op reageren. Duitsland heeft namelijk bij monde van minister Fischer van Buitenlandse Zaken aangegeven niet te accepteren dat de ”kleine landen” alle een eigen commissaris krijgen. In dat geval zal Duitsland zijn huidige twee commissarissen willen behouden. Op deze manier ontstaat een kettingreactie, waarbij individuele landen of groepen van landen op elkaars voorstellen en eisen reageren. De gevolgen van deze kettingreactie op de uiteindelijke tekst van de Europese grondwet zijn niet te overzien.
Het zijn niet alleen de kleinere lidstaten en de toetredingslanden die fundamentele bezwaren uiten tegen de concepttekst van de Europese grondwet. Ook de grote landen hebben zo hun bedenkingen. Spanje heeft bijvoorbeeld problemen met het voorgestelde stemgewicht in de Europese Raad. Het land krijgt namelijk minder zeggenschap binnen de EU in vergelijking met het stemgewicht zoals vastgelegd in het Verdrag van Nice in 2001.
Nederland houdt zich in de aanloop naar de IGC opmerkelijk op de vlakte. Het besloot geen deel te nemen aan het overleg van de kleine landen in Praag, om zodoende het compromis van de conventie niet te veel onder druk te zetten door middel van een breed georganiseerde oppositie. Veel andere lidstaten en toetredingslanden hebben hun verlanglijstjes op tafel gelegd en zullen zich niet zonder slag of stoot bij de tekst van de Europese grondwet neerleggen.
Ondanks de waarschuwingen van conventievoorzitter Giscard d’Estaing en verschillende politici uit met name de grote lidstaten, dreigt de IGC uit te lopen op loven en bieden. De eurofractie ChristenUnie-SGP hoopt dat de uitkomst van dit proces van uitruilen, uitwisselen en onderhandelen leidt tot een betere tekst voor een nieuw Europees verdrag in plaats van tot een Europese grondwet. Eén ding is reeds bij voorbaat duidelijk: de IGC is geen gelopen race.
De auteurs zijn respectievelijk lid van het Europees Parlement voor ChristenUnie en SGP en beleidsmedewerker constitutionele zaken van de eurofractie ChristenUnie-SGP. .