Islamitische spoor van Ismaël gaat om het kruis heen
Zijn moslims via Abraham onze neven en nichten?
Vrijwel iedereen begrijpt dat joden, christenen en moslims iets gemeenschappelijks hebben. Ze delen het geloof dat hemel en aarde door God zijn geschapen en dat er een dag komt waarop Hij levenden en doden ter verantwoording roept, omdat wij schuldig tegenover Hem staan. Veel moslims en sommige christenen beweren dat christenen en moslims de kern van hun geloof delen, omdat ze beide afstammen van Abraham. Is dat zo?
In de eerste periode van het optreden van Mohammed, in Mekka, ziet hij zichzelf als iemand die met dezelfde profetische boodschap komt als waarmee de profeten van joden en christenen kwamen (soera 11 uit de Koran). Het bijzondere aan Mohammed is dat hij naar een volk is gestuurd waarheen tot dan toe nog geen profeet is gezonden (soera 28:46) en dat nog geen Schrift heeft ontvangen (34:44). De Bijbel zelf was helaas nog niet in het Arabisch vertaald, maar Mohammed was kennelijk geboeid door wat hij van joden en christenen hoorde.
Als in Medina zijn macht en invloed als stadsvorst en profeet toenemen, wordt Mohammed door de joodse inwoners afgewezen en als ”heiden” bestempeld en bespot. Wie buiten de familielijn van Izak en Jakob staat, kan geen profeet van God zijn, zo is hun argumentatie. Pas in deze periode wordt Ismaël belangrijk als schakel tussen Abraham en Mohammed. Mohammed stelt dat de boodschap van de eerdere profeten onder ”de Joden” zonder succes is geweest en dat God het daarom probeert via de andere lijn, namelijk via Ismaël in plaats van Izak.
Oerreligie
De islam ziet zich vanaf dit moment als de religie die de oorspronkelijke boodschap van Abraham weer herstelt. Soera 2:135 stelt: „Zij zeiden: Weest joden of christenen, dan laten jullie je op het goede pad brengen. Zeg: Welnee, het geloof van Ibrahiem die het zuivere geloof aanhing; hij behoorde niet bij de veelgodendienaars.” Deze oersituatie van godvrezendheid wordt nu tot maatstaf verheven.
Religies die later ontstaan, zoals het jodendom en het christendom, worden als afwijkingen daarvan gezien. De islam zou een restauratie zijn van de zuivere, onvervalste oerreligie, die verloren was geraakt in de geschiedenis. Moslims benadrukken dat alleen Mohammed succesvol is geweest in zijn missie en dat hij daarom als enige profeet universele betekenis heeft.
In de Koran is nog niet duidelijk wat dit voor consequenties heeft voor de Schriften van joden en christenen. De hoofdstroom van de latere islamitische theologie heeft echter algemeen gesteld dat deze gecorrumpeerd zijn en door de Koran worden vervangen. Zo wordt het in de meeste moskeeën in ons land geleerd, evenals in de reguliere schoolboeken in landen als Marokko en Turkije.
Ghazali (1058-1111) wees de Bijbeltekst niet als vervalst af, maar interpreteerde alle teksten van de Bijbel die niet corresponderen met de Koran zodanig dat ze alsnog op één lijn ermee werden gebracht. Teksten bijvoorbeeld die de godheid van Jezus benadrukken, legde hij uit als aanduidingen dat Jezus slechts als mens op bijzondere manier iets van Gods karakter liet zien. Het plaatsvervangende kruisoffer van Jezus wordt weggewerkt als vrome menselijke bereidheid tot overgave, waarbij God ervoor zorgde dat een ander in diens plaats werd gekruisigd. Die manier van omgaan met de Bijbel is onder hoger opgeleide moslims populair. De kern ervan is in beide gevallen een uitgesproken verzet tegen het Evangelie.
Ik constateer dat, hoewel Mohammed waarschijnlijk afstamt van Ismaël, de islam niet bij Ismaël is begonnen. De buitengewone verering van Mohammed, de scherpe afwijzing van de christelijke belijdenis en de typische mix van joods-christelijke en polytheïstische rituelen die de islam kenmerken, zijn ontstaan aan het eind van het leven van Mohammed en in de eerste eeuwen na zijn dood. De islam is bijna 14 eeuwen oud, geen 37 eeuwen of meer. Geen enkel historisch document van vóór Mohammed onderbouwt die claim.
Het Nieuwe Testament laat verder zien dat niet Abraham, maar Jezus Christus het centrum en referentiepunt is van Gods openbaring sinds Adam. Wat dwars door de geloofsworstelingen van Abraham heen gloorde, is pas met de openbaring van Jezus Christus in volle omvang werkelijkheid geworden.
Heeft het feit dat Mohammed met een deel van zijn eerste volgelingen van Ismaël afstamde dan helemaal geen betekenis? Ik denk dat het wel een rol speelt. Dat Mohammed in Medina de macht greep en zich als profeet superieur stelde boven andere tradities, kan joden en christenen niet verweten worden. Toch heeft het feit dat de joden Mohammed categorisch buiten Gods heilsgeschiedenis plaatsten, wel versterkt dat hij deze beweging maakte.
Geen automatisme
Islamologen als Hanna Kohlbrugge en anderen die in de lijn van Miskotte denken, plaatsen soms op een vergelijkbare manier moslims buiten Gods heilsgeschiedenis. Anderen benadrukken juist dat de wegzending van Hagar en Ismaël net zo veel te maken had met Abrahams moeite met Gods weg, als met het verzet van Hagar en Ismaël. En dat God ook voor Ismaëls nageslacht grote beloften heeft gegeven, waarop we met het oog op moslims mogen pleiten.
In beide benaderingen mis ik de Bijbelse waarschuwing dat Gods verkiezing geen heilsautomatisme voor het volk Israël betekent en dat hetzelfde geldt voor beloften met betrekking tot andere volken. God gaat Zijn soevereine en vaak onverwachte weg door de geschiedenis en vraagt ons getuige van Christus te zijn naar alle volken zonder onderscheid. Ik ben dan ook voorzichtig met een te makkelijke parallel tussen Ismaëls moeite met het wonder van Izaks geboorte en de islamitische moeite met het werk van Christus.
De moeite met het kruis van Christus is van alle tijden. De islamitische theologie heeft zich de eeuwen door ontwikkeld met behulp van ketterijen die binnen de kerk zich verzetten tegen de verzoening door het kruis van Christus alleen. En al zijn moslims dan geen neven en nichten, de moskee staat wel dicht bij de kerk. Als we onszelf aan Christus’ kruis gaan ergeren, kunnen we zomaar geboeid raken door de islam. Laten we ons daarom liever aanmoedigen door hen die vanuit de moskee kwamen en gegrepen werden door Jezus Christus.
Ds. C. W. Rentier, predikant-directeur van de stichting Evangelie & Moslims. Heeft u een vraag voor deze rubriek of wilt u reageren? weerwoord@refdag.nl
Verder lezen over dit onderwerp
Mark A. Gabriel, Jezus en of Mohammed, Vaassen 2008
Kenneth Cragg, Muhammad and the Christian, Oxford 1999
Hans Jansen, De historisch Mohammed. De Mekkaanse verhalen (2005) en De verhalen uit Medina (2007).
Jaap Bönker, De God van Abraham, Isaäk én Ishmaël (2009)
Tariq Ramadan, In de voetstappen van de profeet, Amsterdam 2007 (islamitisch perspectief)