Minister De Geus (Sociale Zaken) beloofde de Tweede Kamer woensdag snel met een regeling te komen voor wat hij noemde een ”individueel reïntegratiecontract”. WW’ers en WAO’ers hoeven dan niet meer per se in te stemmen met een voorstel van het UWV om hen weer geschikt te maken voor de arbeidsmarkt, maar kunnen kiezen voor een alternatief dat ze zelf bedenken.

De bewindsman gaf aan dat er wel beperkingen gelden. Het UWV sluit contracten met bedrijven die de uitkeringsgerechtigden scholen en begeleiden. Die worden afgerekend op hun resultaten. De Geus wil dat deze „resultaatafhankelijkheid” ook gaat gelden voor de individuele contracten. Dat betekent dat die op wat grotere schaal met de reïntegratiebedrijven moeten worden gesloten. Dat legt beperkingen op aan de keuzevrijheid van de cliënten van het UWV.

De Tweede Kamer was aangenaam verrast. Zij voerde het overleg aan de hand van een notitie waarin staat dat de regering een einde wil maken aan experimenten om uitkeringsgerechtigden meer keuzevrijheid te geven. Dat kan met zogeheten persoonsgebonden reïntegratiebudgetten (prb’s), maar minister De Geus en zijn staatssecretaris Rutte zijn niet enthousiast over het succes daarvan. De kosten van een prb zouden hoger zijn dan die van de gewone reïntegratie en bovendien zou het niet leiden tot blijvende banen.

Kamerleden van PvdA, CDA, VVD en D66 betoogden woensdag niettemin dat de prb’s passen in de door het kabinet bepleite „eigen verantwoordelijkheid” van de burgers. De bewindslieden gaven toe aan de druk door niet een prb toe te zeggen, maar een individueel reïntegratiecontract. Daarmee lopen zij niet de risico’s die ze met een prb wel zouden lopen: hoge kosten en te weinig kans op succes.