Kamer: Overheid moet leerlingenvervoer om geloof niet betalen
DEN HAAG – Leerlingenvervoer mag niet door de overheid bekostigd worden wanneer de enige reden waarom ouders voor een (basis)school op grote afstand kiezen, hun geloof is.
Dat vinden de coalitiepartijen VVD en PvdA, die samen 79 zetels in de Tweede Kamer bezetten. PvdA-Kamerlid Ypma heeft de kwestie in de vorm van schriftelijke vragen aan staatssecretaris Dekker (OCW) voorgelegd. Zij wil dat hij de regelgeving aanpast, zodat leerlingenvervoer „dat enkel plaatsvindt op levensbeschouwelijke gronden voortaan geheel voor rekening van de ouders geschiedt.”
Ypma wil dat de staatssecretaris haar antwoordt voor het debat over de onderwijsbegroting, dat naar alle waarschijnlijkheid volgende week zal plaatsvinden. In dat debat wil het PvdA-Kamerlid op de kwestie terugkomen.
Dat laatste wil ook VVD-Kamerlid Straus, die het inhoudelijk geheel met haar PvdA-collega eens is. Ook Straus vindt dat ouders hun kind om geloofsredenen best naar een basisschool op afstand mogen sturen, maar dat dit richtinggebonden leerlingenvervoer niet, zoals nu vaak gebeurt, door gemeenten betaald hoeft te worden.
Ouders van kinderen die vanwege een handicap naar scholen in een andere plaats moeten, zouden, vindt Straus, wel recht moeten blijven houden op vergoeding door de overheid.
Het schrappen van de overheidsbekostiging van leerlingenvervoer om levensbeschouwelijke redenen levert gemeenten overigens nauwelijks geld op, bleek onlangs uit onderzoek van de Besturenraad onder gemeenten, maar heeft wel een aantasting van de grondwettelijke vrijheid van onderwijs tot gevolg. Straus is zich van dit laatste bewust, zo gaf zij donderdag desgevraagd aan. „Maar daarover willen wij dan ook met het kabinet in gesprek.”
Uit het onderzoek van de Besturenraad bleek dat in heel Nederland circa 6000 leerlingen gebruikmaken van leerlingenvervoer om een school van de eigen signatuur te kunnen bezoeken. In totaal kost het vervoer van deze leerlingen de gemeenten ongeveer 10 miljoen euro per jaar. De totale uitgave voor leerlingenvervoer bedraagt landelijk zo’n 240 miljoen euro.