Wandeling brengt mensen met en zonder psychische problemen bij elkaar
HAARLEM – De een heeft psychische problemen, de ander niet. In de wandelgroepen van het project ”Beweeg mee” trekken ze samen op. Het Fonds Psychische Gezondheid wil op die manier stigmatisering van cliënten uit de geestelijke gezondheidszorg bestrijden.
In vijf steden, waaronder Haarlem en Heerenveen, gaat elke week een ”Beweeg mee”-wandelgroep op pad. Morgen staat het concept centraal op een symposium van het Fonds Psychische Gezondheid in Amersfoort. Zo’n 120 hulpverleners en ervaringsdeskundigen laten zich daar informeren over mogelijkheden om een dergelijk project, bijvoorbeeld vanuit een ggz-instelling, in de eigen regio te starten.
Ruth Martina (51) is een van de deelnemers aan de ”Beweeg mee”-groep die er elke dinsdagmiddag in Haarlem op uit trekt. De conductrice is in behandeling bij een psycholoog die haar op deze mogelijkheid attendeerde. „Het is goed voor mij om meer te bewegen, maar als ik alleen moet gaan wandelen, komt het er niet zo snel van.”
Martina vindt het prettig dat zowel haar psycholoog als haar fysiotherapeut meeloopt. „Anders zou ik me waarschijnlijk niet hebben aangemeld.” Inmiddels voelt ze zich thuis in de groep. „Het zijn gelukkig allemaal spontane mensen. Met twee deelnemers heb ik afgesproken de komende tijd nog eens vaker te gaan wandelen.”
Initiatiefnemer van ”Beweeg mee” in Haarlem is psycholoog Marleen Becht, werkzaam in een eerstelijnspraktijk voor integratieve geneeskunde. „Ik had twee cliënten die onafhankelijk van elkaar zeiden dat ze wel eens wilden wandelen, maar niet alleen. Toen ik op zoek ging naar mogelijkheden, stuitte ik op het project ”Beweeg mee”. Vorige maand zijn we gestart.”
De Haarlemse groep telt elf deelnemers, van wie er per keer gemiddeld vijf aanwezig zijn. Becht en twee collega’s, onder wie een fysiotherapeut, begeleiden afwisselend de groep, altijd met z’n tweeën. Ze geven de route aan en houden onderweg een oogje in het zeil. Ze letten er bijvoorbeeld op dat een deelnemer niet te veel aandacht van de anderen vraagt of geven bewegingstips. Voor en na de tocht, die ongeveer een uur duurt, is er gelegenheid samen koffie of thee te drinken.
De groepswandelingen hebben diverse positieve kanten, aldus Becht. Ze wijst erop dat bewegen zowel fysiek als psychisch gezond is. „Als mensen in hun eentje wandelen, blijven ze vaak malen. Een groep haalt hen uit hun eigen gedachten en levert sociale contacten op. Ik vind het mooi om te zien dat mensen onderling e-mailadressen uitwisselen en afspreken elkaar ook eens op een ander moment te ontmoeten.”
De vraag of de deelnemers met psychische problemen te kampen hebben, komt volgens Becht tijdens de kennismakingsronde niet expliciet aan de orde. „Onder het wandelen ontstaan er vanzelf gesprekken waarin dat soms een thema is. Zo hoorde ik iemand die er doorgaans moeite mee heeft zichzelf bloot te geven onderweg een persoonlijk verhaal aan een ander vertellen. Dat vind ik fantastisch.”
Het Fonds Psychische Gezondheid hoopt dat door de wandelingen vooroordelen over cliënten uit de geestelijke gezondheidszorg verdwijnen. Ziet Becht dat in de praktijk gebeuren? „Dat is moeilijk te zeggen. Juist doordat we niet benadrukken wie er wel of geen psychische problemen hebben, heb ik de indruk dat er ruimte ontstaat om het erover te hebben. De deelnemers merken: we mogen er zijn, alles mag aan bod komen. Ze bepalen zelf wanneer en op welke manier ze zaken ter sprake brengen.”
Een van de deelnemers is Myra (39). De voormalige directeur van een internetbedrijf kreeg zeven jaar geleden een ernstig ongeluk. Ze lag zes weken in coma en liep blijvend hersenletsel op. Haar baan raakte ze kwijt, evenals haar auto.
Van de wekelijkse wandelingen geniet Myra, die in de WAO terechtkwam. „Ik woon al tien jaar in Haarlem, maar ontdek nieuwe plekjes. Lopen is goed voor mijn lichamelijke ontwikkeling. Ook ontmoet ik graag andere mensen. Ik ben geïnteresseerd in hun drijfveren. De wandelingen zijn een mooie manier om contact te krijgen.”
In de groep spreekt ze mensen die met een burn-out of andere problemen te kampen hebben. „Iedereen kan z’n verhaal kwijt. Er is onderling veel begrip.” Ze vindt het prettig dat ze ook over haar ongeluk en de nasleep ervan kan praten, maar wil het er niet „constant” over hebben. „Het is gebeurd en ik wil vooral vooruit kijken.”
www.psychischegezondheid.nl/beweegmee