Order van de eeuw voor Lockheed
Midden in de bommenoorlog tegen Afghanistan gunt het Pentagon de „militaire order van de eeuw” aan Lockheed Martin. De Amerikaanse vliegtuigbouwer mag de futuristische Joint Strike Fighter produceren. Concurrent Boeing heeft het nakijken. Al geloven deskundigen niet dat de verliezer definitief buitenspel staat.
„The winner takes it all.” Dit Amerikaanse principe hanteert het Pentagon, het Amerikaanse ministerie van Defensie, bij de keuze voor een nieuw gevechtsvliegtuig. En dus staat Boeing buitenspel en gaat Lockheed Martin er met de buit vandoor. Geen geringe buit. Met de bouw van 3000 toestellen is een bedrag van 200 miljard dollar (500 miljard gulden) gemoeid. Het is de grootste militaire order ooit.
Het gejuich van de Lockheed-delegatie in de zaal van het Pentagon was vrijdagmiddag in Washington (23.00 uur vrijdagavond Nederlandse tijd) net zo luidruchtig als bij een bekendmaking van het land dat de Olympische Spelen mag organiseren. „Dit is gigantisch voor ons”, zei een van de delegatieleden van het bedrijf uit Fort Worth (Texas). „We’re very, very, very excited”, mailde Lockheed-woordvoerder John Kent zaterdag.
Het harde gevecht duurde vijf jaar. Boeing en Lockheed kregen van de Amerikaanse overheid een budget om de JSF te ontwikkelen. Ze bouwden ieder een demonstratiemodel, de X-32 en de X-35. In het diepste geheim werden op Edwards Air Force Base in Californië proeven afgewerkt. Met op ware grootte nagemaakte modellen trokken de vliegtuigbouwers langs airshows om andere landen te interesseren.
Lockheed Martin was de favoriet om de order in de wacht te slepen, omdat het bedrijf al de grootste producent is voor het Pentagon. Zo maakt het al ruim dertig jaar de F-16, het allergrootste succesnummer in de historie van de militaire luchtvaart. Dit voorjaar bestelden de Verenigde Arabische Emiraten nog honderd F-16’s, inclusief training en onderhoud. De Nederlandse luchtmacht vliegt ook met de F-16.
„Boeing kan het verlies beter incasseren, omdat het een onbemand gevechtsvliegtuig op stapel heeft staan waarmee het bedrijf jaren vooruit kan”, aldus Stuart McCutchan, een Amerikaanse defensie-expert. Deskundigen in Amerika hielden er rekening mee dat als Lockheed de opdracht niet zou krijgen, het bedrijf ten onder zou gaan. De vliegtuigbouwer had op termijn 11.000 werknemers moeten ontslaan als de opdracht aan zijn neus voorbij was gegaan. Lockheed produceert geen burgertoestellen, in tegenstelling tot Boeing, die van de civiele markt leeft. Militaire successen van Boeing zijn de F-15 en de Chinook- en Apache-helikopters.
Universeel
Hoewel Boeing het nakijken heeft, is het niet uitgesloten dat de verliezende vliegtuigbouwer toch een deel van het veertig jaar lopende project mag uitvoeren. De Joint Strike Fighter kost per stuk ruim 35 miljoen dollar. De totale order komt op zeker 200 miljard dollar.
De JSF is het eerste toestel dat straks universeel te gebruiken is door drie Amerikaanse krijgsmachtdelen. Voor de luchtmacht (met ruim 1700 toestellen de grootste afnemer) is er de versie met conventionele opstijg- en landingstechnieken als de vervanger van de F-16 en de A-10 Thunderbolt. De marine wil de JSF (met zwaar landingsgestel en vanghaak) gebruiken vanaf vliegdekschepen, naast de F/A-18 Super Hornet.
Het korps mariniers –dat in de VS over eigen vliegtuigen beschikt– gaat voor de versie die een korte startbaan nodig heeft en verticaal kan landen, de Stovl-versie (short take-off vertical landing). De Britse krijgsmacht tekent voor 150 toestellen van de Stovl-versie ter vervanging van de roemruchte Harrier.
De JSF moet de vijandige radar misleiden door zijn nagenoeg ’onzichtbare’ (stealth) ontwerp. De toestellen zijn uitgerust met hypermoderne hightech-snufjes die zijn vereist voor de moderne oorlogsvoering. Volgens JSF-manager Rick Rezabek van Lockheed Martin is de JSF de laatste bemande straaljager. „We hebben de technologie om onbemande toestellen te bouwen, alleen niet op korte termijn.”
De productie van de JSF zou aanvankelijk niet eerder beginnen dan 2005, maar zou nu versneld kunnen beginnen als onderdeel van de toegenomen behoefte aan vuurkracht na de aanslagen op 11 september in New York en Washington. Zelfs voordat de Verenigde Staten en Groot-Brittannië begonnen met hun bombardementen op doelen in Afghanistan drong minister Donald Rumsfeld van Defensie aan op een versnelde oplevering van de marineversie die bedoeld is voor actie vanaf vliegdekschepen. Lockheed verwacht dat de order bijna 10.000 banen oplevert.
Lobby
De Koninklijke Luchtmacht lonkt naar de JSF, als opvolger van de F-16, die na een midlife-opkikker in 2010 definitief is afgeschreven. Deze zomer maakte staatssecretaris Van Hoof van Defensie bekend dat er drie kandidaten zijn: de JSF, de Eurofighter Typhoon en de Rafale van de Franse vliegtuigbouwer Dassault. Met de aankoop van een nieuw gevechtstoestel voor de luchtmacht is 12 miljard gulden gemoeid, de grootste Nederlandse overheidstransactie in de geschiedenis. Het bedrag van 12 miljard is gelijk aan de complete defensiebegroting voor een jaar.
Er is een sterke lobby voor de revolutionaire Amerikaanse jet. Voor de luchtmacht is er maar één kandidaat: de JSF. De Amerikaanse ambassade spant zich tot het uiterste in om de Amerikaanse fighter te promoten. En het kantoor van de Nederlandse luchtvaartindustrie, aangevoerd door voormalig bevelhebber van de luchtmacht Droste, is eveneens voorstander van het Amerikaanse product.
Bovendien zouden Nederlandse bedrijven als SP Aerospace uit Geldrop, Fokker Aerostructures en Hollandse Signaal deelopdrachten in de wacht kunnen slepen. Nederland moet dan wel een toegangsticket van 1,25 miljard dollar betalen voor de ontwikkelingsfase van JSF. Die fase is gestart met de keuze voor Lockheed en loopt ongeveer anderhalf jaar. In die tijd bouwt Lockheed 22 toestellen.
Wil Nederland profiteren, dan moet het niet te lang wachten, is steeds de boodschap van de Amerikanen. Voor Kerst moet er duidelijkheid zijn. De Tweede Kamer aarzelt vanwege de hoge kosten. Meedoen aan de ontwikkelingsfase is bovendien kiezen voor JSF. Behalve de Britten, die als volledige partner al jaren meedoen met de Amerikanen en er al 2 miljard dollar in staken, heeft Nederland de afgelopen vier jaar ’meegedacht’ in dit historische project. Een kolonel van de Nederlandse luchtmacht was en is gestationeerd op het JSF-projectbureau in Washington.