Ds. P. Mulder: Kuijt kritisch op onderwijsvernieuwing
GOUDA – Piet Kuijt, oprichter van kweekschool De Driestar, stond open voor onderwijsvernieuwingen. Daarin was hij velen in zijn tijd ver vooruit. Maar Kuijt beoordeelde vernieuwingen kritisch. Van een optimistisch mensbeeld moest hij niets hebben.
Dat zei ds. P. Mulder, voorzitter van de reformatorische scholenorganisatie VGS, dinsdagmiddag in Gouda bij de presentatie van het boek ”Wordt een heer!” van dr. John Exalto. Het boek beschrijft de geschiedenis van het reformatorisch onderwijs en die van kweekschool De Driestar tot 1975.
Kuijt wordt in het boek getypeerd als een man die zich op pedagogisch gebied niet liet inspireren door de in christelijke kring bekende Bavinck en Waterink, maar door de traditionele onderwijsvernieuwer Kees Boeke, de vrijzinnige hoogleraar Casimir en de Duitse pedagoog Bloth.
Ds. Mulder noemde Kuijt in dit opzicht „beslist vernieuwend” voor zijn tijd. Hij plaatste echter ook kanttekeningen. „Kuijt wees elk optimisme over zelfontplooiing van het kind af. Ook moest hij niets hebben van een verbondsvisie die verband hield met de veronderstelde wedergeboorte.”
Het onderwijs van Kuijt was volgens ds. Mulder doortrokken van het besef dat het „in het hele leven om de eer van God moet gaan.” Kuijt benadrukte, aldus de predikant, „de geestelijke doodstaat van de mens, het wonder van de wedergeboorte en het gebruik van de genademiddelen.”
Kuijt ontwierp geen eigen didactiek. Ds. Mulder: „Daar kwam hij niet aan toe en dat vond hij ook niet zo belangrijk. Wat een eigen pedagogiek betreft, kwam hij niet verder dan enkele grondlijnen. De nadruk bij Kuijt lag op vorming, op het geven van inhoudsvolle lessen.”
Ds. Mulder bestreed de gedachte dat Kuijt bewust aan de refozuil bouwde. „Hij stichtte een eigen school om de achterban te dienen. Kuijt richtte zich op mensen, gezinnen, kerken en uiteindelijk op de hele samenleving. Wat hem ten diepste dreef? Geen emancipatie van de eigen achterban, maar leidinggeven aan jonge mensen vanuit Gods Woord. Het ging Kuijt niet om de gezindte, maar om de vreze des Heeren.”
VU-pedagoog prof. dr. Siebren Miedema, die de totstandkoming van Exalto’s boek begeleidde, had zich „verbaasd” over de belangstelling van Kuijt voor onderwijsvernieuwing. „Diens openheid daarin was zeer frappant.”
Miedema zei dezelfde houding nog steeds aan te treffen op de Goudse hogeschool. „Vandaar de grote belangstelling voor het nieuwe didactisch concept ”onderwijskunst”. Er loopt een lijn van Bloth naar Kuijt en van Wagenschein, de grondlegger van onderwijskunst, via Kuijt naar De Driestar nu.”
VU-historicus prof. dr. Fred van Lieburg schetste aan de hand van drie generaties de emancipatie van de bevindelijk gereformeerden. Hij deed dat onder het motto „van kerstiaantjes tot christian youngsters”. Van Lieburg sprak over „de K-mannen” en doelde daarmee op leiders zoals Kuyper, Kersten en Kuijt. „De huidige generatie kent ze niet meer, heeft er niets meer mee. Niet met de K-factor, niet met de C-factor (Calvijn, red.), wel met de X-factor; je plaats in de peergroup. Die is belangrijk.”
Dr. Exalto zei zijn boek te hebben geschreven als „een wetenschappelijke ledeboeriaan. Zonder partijschap, maar ook zonder verdienste.” Een tweede boek zal de geschiedenis van De Driestar beschrijven van 1975 tot 2010. Dat gebeurt niet chronologisch, maar aan de hand van thema’s. Dit boek moet in 2014 klaar zijn, als De Driestar zeventig jaar bestaat.
”Wordt een heer!” werd dinsdagmiddag aangeboden aan Gert Kuijt, zoon van de kweekschoolstichter. Hij noemde het boek een „eerbetoon” aan zijn vader „voor de soms uitzichtloze strijd die hij voerde” en aan zijn moeder „voor de hulp bij die strijd.” Ook Kuijts oud-studenten Ruissen, Waterman en Last kregen een exemplaar.