Het antivries zorgt ervoor dat zich geen brokken sneeuw en ijs onder de treinen kunnen vormen. Dit middel mag niet worden gebruikt op nieuwe treinen, omdat de garantie dan zou kunnen vervallen. Samen met de fabrikant gaat de NS nu de effecten van het antivries op nieuwe treinen bekijken om te zien of er volgend jaar toch gebruik van kan worden gemaakt.

Deze winter wordt 70 procent van de treinen behandeld met antivries. Vorig jaar was dat nog 3 procent; er werden toen enkel proeven mee gedaan. Om gesteggel over antivries op treinen in de toekomst te voorkomen, worden voortaan bij de aanschaf andere afspraken gemaakt over de garantie.

Als er geen klompen ijs en sneeuw meer onder treinen ontstaan, kunnen deze brokken ook niet op het spoor en de wissels vallen. Dat voorkomt schade aan de onderkant van treinen, waar de leidingen lopen.

De NS probeert met een hele reeks maatregelen te voorkomen dat in de winter wederom chaos ontstaat op het spoor. Daarom is ook besloten om minder treinen te laten rijden als veel sneeuw of stevige vrieskou wordt voorspeld. Er rijden dan minder treinen, maar de overgebleven treinen rijden dan naar verwachting wel op tijd.