E-reader verslaat boekverkoper in Oudemanhuispoort
AMSTERDAM – De boekverkopers in de Oudemanhuispoort in Amsterdam maken moeilijke tijden door. Buitenlandse toeristen zijn er minder dan ooit, er is de ontlezing en tot overmaat van ramp dreigt de universiteit in verband met een renovatie het complex voor een paar jaar dicht te gooien. „Dat is voor ons de doodsteek.”
Frans Roggen verkoopt al twaalf jaar boeken in de Oudemanhuispoort, de overdekte passage die de Kloveniersburgwal met de Oudezijds Achterburgwal verbindt. De handelaar in tweedehands boeken is 65 jaar, maar peinst er niet over te stoppen. „Een boekhandelaar gaat in principe niet met pensioen. Zo lang ik recht van lijf en leden ben ga ik door.”
Een dikbelegde boterham houdt Roggen niet over aan de verkoop van boeken. „Ik betaal mijn huur aan de universiteit van Amsterdam. Als ik dat aftrek van wat ik verdien houd ik nog wat over. Laten we het zo zeggen: de discussie rond de invoering van de inkomensafhankelijke zorgpremie liet me tamelijk onberoerd.”
Roggen, zittend op een houten eetkamerstoel, klaagt niet over zijn inkomsten. „Gouden tijden heb ik eigenlijk nooit beleefd. Toen ik hier twaalf jaar geleden begon bleven de mensen weg vanwege de junks die in de buurt rondhingen. Door actief beleid van de gemeente is de veiligheid sterk verbeterd.”
Amper was de sfeer verbeterd of als gevolg van de aanslagen in New York en Londen bleven de toeristen uit de Verenigde Staten, Groot-Brittannië en Japan weg. „Daar kwam een paar jaar geleden de kredietcrisis nog eens overheen. De beter gesitueerde toeristen zien we hier minder en minder.”
Een andere oorzaak van de lagere omzet is volgens Roggen de ontlezing onder jongeren. „Ik weet niet of er een eenduidige verklaring voor is, maar als ik naar mijn dochters kijk zie ik dat ze door de computer geen papieren naslagwerken meer nodig hebben. Voor mij is mijn boekenkast mijn geheugen, maar zij hebben internet. Of dat erg is, is een tweede.”
Roggen rolt een sjekkie en steekt het aan. „Jongeren hebben ook minder tijd om te lezen”, zegt hij voor zich uit starend. „Door die mobiele telefoontjes zijn ze de hele tijd druk met het versturen van berichten en dergelijke. Dat zie ik hier ook. Dan komen die studenten de collegezaal uit en kijken ze direct op hun mobieltje of ze iets hebben gemist.”
Het lijkt de Amsterdamse boekhandelaar allemaal weinig te doen. Ook de komst van de e-reader die hem toch handel kost, brengt hem niet van zijn stuk. „Een Engelse dame kocht hier altijd van die pockets van Agatha Christie en meer van dergelijk spul. Dan kocht ze vijftig tot tachtig van die boeken in één keer. Die nam ze mee naar het adres waar ze ieder jaar overwinterde. Een paar jaar geleden kreeg ze van haar dochter een e-reader. Mij liet ze zien hoe handig dat apparaat was. Dat was de laatste keer dat ik haar zag.”
Roggen drukt zijn sigaret uit in de asbak die op de tafel naast hem staat. Zijn ogen glijden over de Verkadealbums die aan de overkant van het gangpad staan uitgestald. „Dat zijn wat ik noem nostalgiealbums. Die doen het goed. Literatuur raak je aan de straatstenen niet kwijt. Gelukkig wordt die inkomstenderving door dergelijk werk gecompenseerd. Mensen lopen langs, het is hier immers een doorgaande weg, en zien de albums die ze van vroeger kennen. Ja, en dan kopen ze die.”
Verder moet Roggen, die 12.000 tot 15.000 titels in zijn winkelkast heeft staan, het hebben van „boeken die ergens over gaan, werken van mensen als Augustinus. Daar is een zekere vrij stabiele markt voor. Gelukkig is het niet allemaal kommer en kwel.”
Roggen gaat met de feestdagen in het vooruitzicht een wat drukkere tijd tegemoet. „Frisser is het dan wel, maar dan trek ik een extra truitje aan. Een oude wens van me is dat ze hier op straat vloerverwarming aanleggen, maar de universiteit is nog altijd niet om. Misschien gebeurt het bij de aanstaande renovatie.”
Dat brengt Roggen bij een pijnlijk punt. „Over twee jaar verlaat de rechtenfaculteit dit complex. Dan gaan ze de boel renoveren. Gaat hier de boel voor een jaar of twee dicht, dan is het gedaan met de boekenverkoop in de Oudemanhuispoort.”
Joodse boekhandelaren
Al sinds 1879 zitten er in de Oudemanhuispoort boekverkopers. Toen de handel op het Rembrandtplein werd opgedoekt, streken de boekhandelaars neer in de vijftien zogenaamde winkelkasten in de Oudemanhuispoort. Daarvoor gebruikten handelaren in goud, zilver, boeken, galanterieën en andere zaken de winkelkasten. Tot 1941 werd de handel in boeken voornamelijk door Joodse boekhandelaren gedreven. Slechts twee van hen, Betsy en Jacques van Kollem, keerden er na de oorlog terug.