Lekken uit strafdossiers
Lekken uit strafdossiers naar de pers is een terugkerend fenomeen. In NJB 37 stelt rechter mr. R. E. de Winter dit aan de kaak. Vermoedelijk zijn het niet de advocaten van de verdachten die lekken, want meestal komen de verdachten er in de media niet al te best van af. Hoe komt de pers dan aan de strafdossiers van verdachten? Als het lek bij politie of justitie zit, vindt de auteur dat de pers als waakhond van de democratische rechtsstaat boven op het lek moet zitten in plaats van „te scoren” met de gelekte informatie. Het verhaal lijkt belangrijker dan het lek.
De Winter ziet dit als grove taakverwaarlozing van elke zichzelf serieus nemende krant. Waarom zou een krant in een dergelijk geval een verschoningsrecht toekomen? Is het niet zaak onmiddellijk de rijksrecherche op een dergelijke krant af te sturen? Zodra de pers uit politie- of justitiedossiers citeert, weten we dat van vrije nieuwsgaring geen sprake kan zijn. Dan loopt de pers aan de hand van de politie, het OM of de verdediging. Alleen al om die reden zou het goed zijn te weten waar die stukken vandaan komen. Met iedere vorm van schimmigheid daarover schaadt de pers bovendien zijn bestaansrecht. Van een waakhond mogen we méér verwachten volgens mr. De Winter.
Prof. dr. B. P. F. Jacobs bekritiseert in NJB 39 plannen van minister Opstelten om de politie verdergaande bevoegdheden te geven in de strijd tegen computercriminaliteit. Opstelten wil dat de politie de bevoegdheid krijgt om een computer van een verdachte te hacken en eigen software daarop te plaatsen, policeware genoemd, waardoor totale controle over de computer wordt verkregen. De auteur plaatst een kritische noot bij het voornemen om de politie dezelfde methoden te laten gebruiken die zij nu juist moet bestrijden.
Het binnendringen van de computer van een ander is strafbaar (computervredebreuk). Het gaat volgens Jacobs erg ver om de politie dit toe te staan. Hij stelt dat door computervredebreuk sprake is van het overnemen van iemands identiteit. Het leven van de moderne mens speelt zich in grote mate af in de digitale wereld, alle persoonlijke gegevens bevinden zich in pc’s, mobiele telefoons en tablets. Als hackers totale controle krijgen over een computer, spreken ze met enig bravoure: „I own you” (je bent mijn eigendom). De auteur vindt het voornemen van de overheid om burgers te willen ”ownen” diep verontrustend.
Naast fundamentele bezwaren heeft Jacobs ook praktische bezwaren. Hoe wordt er toezicht gehouden op het handelen van de politie? Wat als de verdachte beweert dat de politie zelf de belastende informatie op haar computer heeft gezet via de policeware? Jacobs zou het liefst zien dat alle acties van de software duidelijk worden vastgelegd. De auteur concludeert dat inzet van policeware als opsporingsmiddel principiële en praktische bezwaren kent.
Beter zou het zijn policeware slechts in te zetten als verstoring van aanvallen. De bevoegdheid moet dan reactief worden ingezet in acute situaties waarin sprake is van aanvallen op personen of de infrastructuur in Nederland. De vrijheid en rijkdom die internet ons biedt verdienen volgens deze auteur voortdurende bescherming.
Nu de wintersporttijd nadert, brengt mr. Wijnkamp, advocaat in Imst (Tirol) en gespecialiseerd in ski- en bergsportrecht, in Advocatenblad 15 een uitspraak onder de aandacht van het gerechtshof Leeuwarden van 26 juni. Wijnkamp betitelt het vonnis als een vals signaal en een duidelijk verschil met het recht in de Alpenlanden.
De zaak gaat over familieleden op skivakantie in Frankrijk. Bij een afdaling moest iemand uitwijken voor een kind en raakte daarbij zijn voor hem skiënde broer. Vervolgens claimt het slachtoffer schade op grond van onzorgvuldig handelen. In hoger beroep oordeelde het Leeuwarder gerechtshof dat er sprake is van een sport- en spelsituatie en dat een hogere mate van onzorgvuldig handelen vereist is voor aansprakelijkheid.
Wijnkamp is het hier niet mee eens en vindt dat het hof wel erg „avontuurlijk” omgaat met de zorgvuldigheidsmaatstaf. Het lokale recht wordt niet in acht genomen, wat Wijnkamp betreurt. Hij had liever gezien dat de procedure in Frankrijk aanhangig gemaakt was, gezien de rechterlijke ervaring aldaar. Het gerechtshof Leeuwarden ontbeert ervaring met skirecht, waardoor de procedure-uitkomst onvoorspelbaar wordt.
Tot slot probeert ook de advocatuur mee te gaan met haar tijd door een brug te slaan tussen het recht en de leefwereld van jongeren en studenten door middel van zogeheten serious gaming (Advocatenblad 14). Advocatenkantoor Stibbe heeft onlangs de Arresten Game gelanceerd, waarmee rechtenstudenten de jurisprudentie voor hun tentamen kunnen leren. Volgens de initiatiefnemer loopt de game erg goed. De app is inmiddels meer dan 2000 keer gedownload. „We kregen al de vraag waarom er niet een versie voor fiscaal recht is.” Nu maar wachten op de games voor overige alfastudies als filosofie en theologie…
Mr. A. Klaassen, advocaat bij Bouwman Van Dommelen Advocaten. Reageren? focus@refdag.nl