Misdadig bombardement op Rotterdam in mei 1940
Met een misdadig bombardement op de binnenstad van Rotterdam braken de Duitsers de Nederlandse weerstand. Dagen van gevechten en onderhandelingen waren eraan voorafgegaan. Journalist Aad Wagenaar publiceerde daarover in 1970 een boek dat leest als een roman, inclusief een letterlijke weergave van wat mensen gedacht en gezegd zouden hebben. Het is gebaseerd op honderden interviews met Nederlandse en Duitse getuigen. Na 42 jaar heeft de schrijver een herziene versie gepubliceerd. De meeste betrokkenen met wie hij eind jaren zestig sprak, leven niet meer.
„Verraderlijk”, noemde kolonel Scharroo, de Nederlandse militaire bevelhebber in Rotterdam, de luchtaanval van 14 mei 1940. Al hadden de Duitsers niets om trots op te zijn, toch was Wagenaar welkom als hij hen wilde bevragen over de gebeurtenissen van toen. Bij generaal Kurt Student mocht hij zelfs in de oogholte voelen, waar al decennia een kogel zat. „Deze generaal had het op zijn geweten dat Rotterdam zijn historische stadshart had verloren, dat ongeveer 25.000 gebouwen waren verpulverd of verbrand, dat door dat bombardement tussen de zes- en negenhonderd Rotterdammers waren gedood.”
De welwillendheid verbaasde Wagenaar, maar hij heeft er wel een verklaring voor: voor tal van Duitsers was ”Rotterdam” hun vuurdoop, maar in de jaren daarna waren nog tal van krijgshandelingen gevolgd die voor hen soms veel ingrijpender waren. In vergelijking daarmee hadden ze in Rotterdam een fatsoenlijke oorlog gevoerd. Dachten ze. Ten onrechte.
Boekgegevens
”Rotterdam mei 1940”, Aad Wagenaar; uitg. Just Publishers, Meppel, 2012; ISBN 978 90 8975 222 2; 344 blz.; € 15,-.