Onderwijs & opvoeding

Arnhemse woonwijk voor gehandicapten Het Dorp viert vijftigjarig bestaan

Het Dorp, de Arnhemse woonwijk waar zo’n 250 gehandicapten zelfstandig wonen, viert vandaag zijn vijftigjarig bestaan. „Voor mij is dit alles een nieuw begin in mijn leven geweest.”

Bert Monster

26 November 2012 18:13Gewijzigd op 15 November 2020 00:28
Josje Matser woont al ruim 43 jaar in Het Dorp. Foto RD, Anton Dommerholt
Josje Matser woont al ruim 43 jaar in Het Dorp. Foto RD, Anton Dommerholt

Het monotone geluid van bladblazers verdringt het getjilp van vogels. Aan de vooravond van het bezoek van prinses Margriet moet het vele groen in Het Dorp er netjes bij liggen.

Op het prikbord in de hal van eetcafé De Sleutel proberen allerhande ondernemers en clubs de aandacht op zich te vestigen. De pedicure, de Arnhemse rolstoeltaxi en een bedrijf dat pc-cursussen verzorgt bieden hun diensten aan. Het rolstoelhockeyteam Shooting Stars United zoekt nieuwe leden. Ernaast hangt een aankondiging van een buffet: ”Eten wat de pot schaft”. Het menu is bekend: boerenkool, hutspot en zuurkool. Een beeldscherm bij de ingang informeert bezoekers hoeveel dagen er nog resten tot het jubileumfeest.

Voor de bewoners van Het Dorp zijn alle voorzieningen in de buurt: de kapsalon, de kledingbank, het postkantoor, de supermarkt, een activiteitencentrum en de fietsenmaker. Onder de statige bomen achter in de wijk ligt het complex waar bewoners in hun eigen tijd en op hun eigen tempo kunnen tuinieren.

Het borstbeeld van wijlen Arie Klapwijk, de Nederlandse revalidatiearts en initiator van Het Dorp, neemt een prominente plaats in Het Dorp in. De inscriptie eronder geeft de kern weer van het doel waarmee hij de wooneenheden in de jaren zestig liet bouwen: „De volstrekte gelijkwaardigheid van de mens met een handicap.” Verderop ligt een steen als een opgericht teken ter herinnering aan de beginjaren van Het Dorp. Met sierlijke letters staat geschreven: „Een volk heeft dit dorp gebouwd om een begin te maken waar eerst een einde was.”

De spreuk is bewoonster Josje Matser (63) uit het hart gegrepen. „Voor mij is dit alles een nieuw begin in mijn leven geweest”, zegt de lichamelijk gehandicapte vrouw die al ruim veertig jaar in Het Dorp woont. Haar leven in een rolstoel heeft Matser niet geknakt. Ze is goedlachs, heeft humor en ze is goed bij de tijd. Sinds haar geboorte is ze lichamelijk ernstig beperkt door een botziekte.

Zelfstandig

Matser woont tot haar zeventiende bij haar ouders. Na de lagere school gaat ze naar de ulo. Op dat moment heeft ze een gesprek met de maatschappelijk werkster. „Ze zag dat mijn moeder me hielp en ze meende dat ik niet zelfstandig genoeg was. Bovendien vond ze mijn aanwezigheid thuis te belastend voor mijn moeder. Mijn moeder was nogal beschermend en zelf wilde ik liever ook niet het huis uit.”

Een weekje vakantie in Lunteren ziet de jonge Matser na enig aandringen van de maatschappelijk werkster echter wél zitten. „Ik had het erg naar mijn zin tussen allemaal andere gehandicapten. Jaloers was ik op hun elektrisch aangedreven rolstoelen. Ik moest altijd geduwd worden.”

Weer thuis legt Matser haar wens op tafel. „Ik kwam volgens maatschappelijk werk uitsluitend in aanmerking voor zo’n apparaat als ik op mezelf zou gaan wonen. Uiteindelijk ging ik naar een revalidatiecentrum in Arnhem. Daar moest ik zo’n rolstoel leren besturen. Al snel had ik het onder de knie.”

Aan de overkant van het revalidatiecentrum verrijst op dat moment Het Dorp. Matser wordt gepolst of ze geen trek heeft om daar te gaan wonen. Maar ze gaat liever terug naar haar ouders in Bovensmilde. „Ik zag alleen maar oudere gehandicapten tussen wie ik me nooit thuis zou voelen.”

Een bevriende lotgenoot weet de jonge Matser toch over te halen om het tenminste te proberen. Bovendien krijgt ze te horen dat een grote groep jonge cliënten in Het Dorp komt wonen. „Er bleek veel belangstelling te zijn voor een woonplekje in Het Dorp. Als ik te lang zou wachten, zou mijn kans verkeken zijn.”

Op 19 maart 1969 neemt de 20-jarige Matser haar intrek in de Arnhemse wijk. „Het was een leuke groep. Ik merkte dat ik steeds zelfstandiger werd. Er ging een wereld voor me open. Als ik hulp wilde, was die er gewoon. Bovendien waren en zijn alle voorzieningen onder handbereik.”

Het contact met de samenleving vindt Matser heerlijk. „Naast de ontmoetingen met mensen in Het Dorp ga ik regelmatig eropuit naar de stad. Lekker shoppen. Bovendien geniet ik hier intens van de omgeving. Ik woon vrij en bezoek kan als het nodig is zelfs blijven slapen. Met mijn hondje ga ik het bos in waar recent een speciaal rolstoelpad is aangelegd.” De vrouw steekt bezwerend haar hand op. „Als Het Dorp er niet was geweest, had ik nu –ongelukkig– in een verpleeghuis gezeten.”

Voldoening

„Ha Josje”, begroet een andere bewoner haar enthousiast. Matser glimlacht. „Iedereen hier kent me.” Ondanks haar handicap is de vrouw behoorlijk zelfstandig. „Gelukkig kan ik nog heel veel. Koken doe ik meestal zelf. Daarnaast doe ik vrijwilligerswerk voor onder meer Amnesty International. Iets voor een ander kunnen betekenen vind ik fijn, belangrijk en het geeft me voldoening.”


Ingrijpende vernieuwingen, concept blijft intact

Prinses Margriet bezoekt vandaag Het Dorp, een groene wijk aan de rand van Arnhem waar mensen met een handicap zelfstandig en midden in de samenleving wonen.

De idee van een zelfstandige woongemeenschap van gehandicapten kreeg in de jaren zestig definitief vorm toen de Nederlandse bevolking tijdens een 23 uur durende radio- en televisieactie in november 1962 ruim 12 miljoen gulden doneerde. Het bedrag liep uiteindelijk zelfs op tot circa 22 miljoen gulden.

In Het Dorp wonen momenteel ongeveer 250 mensen vanaf 18 jaar met een lichamelijke handicap of met niet-aangeboren hersenletsel. Het staat aan de vooravond van ingrijpende vernieuwingen. Het verandert de komende jaren van een woonvoorziening voor gehandicapten in een wijk waar mensen met en zonder handicap naast elkaar wonen. Ook komen er winkel- en onderwijsvoorzieningen.

Een deel van de huidige bewoners blijft op het terrein wonen, anderen verhuizen naar kleinere voorzieningen in de buurt. Het Dorp is gedateerd en voldoet niet meer aan de bouwkundige eisen van deze tijd, zegt woordvoerster Marcelle Beerepoot.

Het plan is het aantal aangepaste woningen van 300 terug te brengen naar ruim 200. In de vrijgekomen ruimte verrijzen 125 nieuwe huizen voor de reguliere woningmarkt. De bestaande bebouwing valt grotendeels ten prooi aan de slopershamer.

„Buitenstaanders die hier niets te zoeken hebben, komen niet snel in Het Dorp”, zegt Beerepoot. „Juist de ontmoeting tussen gehandicapten en de gewone burger is zo belangrijk. Dat is ook altijd de visie en wens van dokter Klapwijk geweest.”

Bij de nieuwbouw zullen allerlei vernieuwende technische snufjes worden toegepast, zoals applicaties op de smartphone of tablet waarmee bewoners de zonwering, thermostaat en allerlei andere zaken kunnen bedienen. „Ieder mens wil graag zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen”, aldus Beerepoot. „Soms kun je door technologische vernieuwing in bijvoorbeeld de keuken bereiken dat mensen overal goed bij kunnen zonder dat ze allerlei capriolen moeten uithalen. Als de technologische vernieuwingen aanslaan, kan de ouderen- of gehandicaptenzorg elders in het land er ook van profiteren. Uiteindelijk draait alles om zelfstandigheid. Door de vergrijzing komen er steeds meer zorgbehoevende mensen bij. Het zou prachtig zijn als zij zo zelfstandig mogelijk kunnen leven in een omgeving als hier. Op een plek waar ze hulp en begeleiding kunnen krijgen als ze die écht nodig hebben.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer