„Bereid je voor op geloofsvervolging”
DEN HAAG – Christenen in Nederland moeten zich voorbereiden op vervolging. Niet door zich te verschuilen achter kerkmuren of in een zuil of zich aan te passen aan de omgeving, maar door te tonen wat christen-zijn voor hen betekent en hoe ze hun geloof beleven.
Dat betoogde gisteren ds. R. van der Spoel, adjunct-directeur kerk en theologie van Open Doors tijdens een symposium in de oude zaal van de Tweede Kamer over religieuze vrijheid, georganiseerd door het wetenschappelijk instituut van de CU, de Unie van Baptistengemeenten in Nederland en Open Doors.
„Als de kerk in Nederland zich meer gaat bemoeien met haar omgeving”, vervolgde de predikant, „kan er veel gebeuren.”
CU-Kamerlid Voordewind bekritiseerde het regeerakkoord van het nieuwe kabinet wegens de acceptatieplicht voor scholen en de sterfhuisconstructie voor gewetensbezwaarde trouwambtenaren. „Ik roep premier Rutte op om godsdienstvrijheid te blijven garanderen.”
Directeur R. Naftaniel van het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI) zei dat hij van het huidige kabinet weinig verwacht op het gebied van godsdienstvrijheid. „Ik denk niet dat het kabinet intolerant is tegen religieuzen, maar in de samenleving leven dat soort tendensen wel. Daar moet je op letten, want die sijpelen door naar de politiek.”
Als „niet-religieuze Jood” zei hij zich zorgen te maken over de uitholling van religie in Nederland. „Mensen weten niet meer wat gelovig zijn betekent.”
De culturele trends zijn ongunstig voor ware vrijheid, betoogde dr. S. Paas, universitair docent missiologie aan de Theologische Universiteit Kampen. „Die wordt veranderd in een Egyptische duisternis. En er staan heel wat farao’s klaar om in te grijpen als de kerk laat zien wat ware vrijheid is.”
Ware vrijheid, stelde Paas, is relaties onderhouden met anderen. Niet, zoals tegenwoordig, zo autonoom mogelijk zijn. „Jongensbesnijdenis lokt kritiek uit”, zei hij in dat kader, „maar een kind tot 24 weken mag je helemaal laten wegsnijden.”
Daarnaast houdt ware vrijheid verbinding in met het hoogste goed. Godsgeloof geldt nu echter als belediging van onze vrijheid. Een zinnig verhaal over morele keuzes wordt dan onmogelijk, zei Paas. „Een mens is dan niet anders dan een dier of een ding.”
Veel Nederlanders hebben moeite met groepen die wel verschillen zien en in stand houden, aldus Paas. „Ze zijn op religieuzen gebrand, omdat zij hen herinneren aan het nihilistische gat dat overblijft.”
Houdt ware vrijheid, ten derde, in dat mensen de juiste keuzes maken, nu is dat verworden tot zo veel mogelijk keuzes hebben. Niet consumentisme, stelde Paas, maar „genade is de uitdrukking van totale vrijheid.”
PvdD-senator Koffeman stelde dat er een „soort seculiere inquisitie aan het ontstaan is die buitengewoon intolerant is tegen gelovigen.” Lok die inquisitie niet uit door „zwalkend beleid”, waarschuwde hij. Als voorbeeld noemde Koffeman daarbij dat SGP en CU vroeger tegen de onverdoofde rituele slacht waren, maar nu ineens hartstochtelijke pleitbezorgers ervan zijn.