Poeslief
Mijn vriendin had een poes. Ze was eraan gehecht, dus toen poes verdween en na verloop van tijd werd getraceerd, snelde ze naar het asiel. Poes bleek te zijn aangereden. Ze was opgehaald door de dierenambulance en ze hadden alvast een poot geamputeerd. Ze kreeg de kat met drie poten in haar armen gedrukt, evenals een rekening van ruim 600 euro. Ze betaalde natuurlijk, maar zelf zou ze anders beslist hebben. Het zou een ethische afweging zijn geweest. Een kat die niet kan springen moet je laten inslapen, vond ze. Inderdaad, kat had geen schijn van kans en ging alsnog dood aan complicaties.
Een andere kennis maakte het nog bonter mee. Haar huisdier liep overdag op straat wat te pierewaaien, zoals het een poes betaamt. Maar iemand aan de overzijde herkende haar niet en belde de dierenambulance. Ook zij kon poeslief ophalen. In het asiel had ze ondertussen wel de niesziekte opgelopen. Deze rekening liep zelfs op tot 700 euro. Vergeven is een groot goed, maar het kostte haar enige tijd voordat ze de desbetreffende buurvrouw weer onbevangen kon groeten.
Mijn poes was oud. Ze was in het wild geboren in de Franse Bourgogne en voelde instinctief aan dat haar einde naderde. Ze leed geen pijn, het aanstellerige miauwen was allang opgehouden. Eerst stopte ze met eten en daarna met drinken. Af en toe kwam ze nog even op schoot liggen. Ik wist zeker dat ze op enig moment verdwenen zou zijn. Dat ze dan ergens een plek in het wild zou zoeken, een dergelijke plek waar ze ook geboren was. Ze zou met vogelzang en gefluister van bladeren inslapen. De luttele keren dat ze bij de dierenarts was geweest, moesten ze haar met drie man in bedwang houden. Een pil ging er alleen onder narcose in.
Zo gebeurde het. ’s Morgens lag ze lekker op haar dekentje te slapen en ’s avonds was ze vertrokken. Een dag later vertelde een vriendin dat een straat verderop een poes had gezeten die er zielig uitzag. Iemand uit de buurt had de dierenambulance gebeld. Ik fronste mijn wenkbrauwen en vroeg hoe poes eruitzag. Bruin, zei ze. Ik was gerustgesteld, mijn poes was grijs.
Twee dagen later twijfelt ze. Heb ik nog een foto? Ze heeft mijn poes wel gezien, maar kan haar zich niet goed herinneren. Ik mail een foto. Het was haar, zegt ze. En ze was gedwee meegegaan.
’s Nachts droom ik dat ik getraceerd ben. Dat ze mij hebben achterhaald als de eigenaar van de bruine kat. En of ik maar wil betalen. Als ik wakker word, besluit ik dat ik de vrijheid heb om haar in gedachten de laatste plek te geven die ze zelf had gekozen. In de natuur.