Bussemaker: beter voorlichten over derivaten
DEN HAAG (ANP) – Hbo- en mbo-scholen moeten veel meer financiële kennis hebben voordat ze ingewikkelde producten zoals derivaten kunnen aanschaffen. Daarom moeten de sectorraden scholen beter gaan voorlichten. Dat schrijft minister Jet Bussemaker van Onderwijs dinsdag in een brief aan de Tweede Kamer.
De minister gaat de regels voor het kopen van derivaten door scholen aanscherpen. Dat werd al afgesproken in het regeerakkoord tussen VVD en PvdA. Derivaten zijn risicovolle beleggingsproducten. Instellingen kopen die om zich in te dekken tegen renteschommelingen. Dat blijft toegestaan, maar speculeren voor winst wordt verboden.
De afgelopen tijd kwamen grote mbo-scholen in zwaar weer terecht doordat ze hadden geïnvesteerd in derivaten. Bussemaker wil verdere problemen voorkomen en verwacht van scholen „dat zij verantwoord omgaan met publiek geld dat bestemd is voor onderwijs en daarbij met verstand van zaken opereren”.
Volgens een onderzoek van de Onderwijsinspectie maakt een derde van de onderwijsinstellingen in het mbo, hbo en wetenschappelijk onderwijs gebruik van derivaten. Dat hoeft volgens de inspectie niet automatisch financiële gevolgen te hebben voor een school: zolang de school lening en derivaat aanhoudt, is er niets aan de hand.
Wel kunnen er problemen ontstaan als scholen kiezen voor derivaten met een zogeheten margin call, waarbij een onderpand noodzakelijk is. Er zijn in totaal zes scholen die zo’n regeling hebben.
Ook kan het problematisch zijn als scholen derivaten met open posities hebben. Dat is een derivaat, waarvan de bijbehorende lening niet doorgaat. Drie universiteiten en drie mbo-instellingen hebben zo’n derivaat omdat hun bouwplannen zijn uitgesteld of afgelast. Open posities worden in de nieuwe regels expliciet verboden.
Bussemaker legt in de nieuwe regels verder vast dat banken onderwijsinstellingen moeten zien als niet-professionele beleggers. Dan is de bank verplicht beter voor scholen te zorgen als ze derivaten aankopen.