Ted van Lieshout maakt telboek voor jonge kinderen
In ”Boer Boris” neemt de kleine Boris de lezer mee naar zijn boerderij. Hij laat zien waar hij woont en vertelt over het boerenleven in vrolijke, ritmische rijmpjes van vier regels. Alles komt aan bod, en de lezer mag meetellen: een tractor, twee schuren, drie vogelverschrikkers, en zo verder tot de negen muizen, die naar binnen zijn geglipt, en de elf eitjes. De teksten zijn raak, vol humor, en compleet. Nergens een zweem van dwangrijm of geforceerde zinnen.
De tekeningen van Philip Hopman hebben naast het verluchten van de tekst ook hun eigen verhaal. Hopman is een ster in het creëren van een warme sfeer.
Van Lieshout heeft een uitgebreid poëtisch oeuvre, waarmee hij onder andere meerdere Zilveren Griffels, een Gouden Griffel en de Woutertje Pieterse Prijs 2012 in de wacht sleepte, maar voor heel jonge kinderen heeft hij nog niet veel geschreven. Hij bewijst hiermee dat hij ook dit genre stevig beheerst.
Wie wil weten hoe veelzijdig Van Lieshout is hoeft alleen maar zijn onlangs verschenen poëzieprentenboek ”Wij zijn bijzonder, misschien zijn wij een wonder” te bekijken. Daarin draait het vooral om anders-zijn. Jongens die eigenlijk een meisje willen zijn en andersom, een juf die bij het circus wil en een trein die niet wil rijden. Het is een wat vervreemdend boek, door hemzelf geïllustreerd, kunstzinnig maar van een ietwat filosofisch karakter. Dit boek zal een stuk minder herkenning vinden onder de christelijke lezer. Het roept tal van ethische vraagstukken op die wellicht mooie gesprekken met kinderen kunnen opleveren, maar ook erg abstract zijn.
Boekgegevens
”Boer Boris”, Ted van Lieshout en Philip Hopman (ill.); uitg. Gottmer, Haarlem, 2012; ISBN 978 90 257 5200 2; 28 blz.; € 12,95.