Oorlog blijft actueel in Duitse literatuur
Is het mogelijk Duitse literatuur te schrijven zonder de frustratie over de Tweede Wereldoorlog? De eerste 95 bladzijden van ”De zaak Collini” denkt de lezer nog van wel. Maar dan komt toch het onvermijdelijke.
Caspar Leinen werd op zondagochtend gebeld. Hij was sinds een paar dagen advocaat en had vandaag piket. Een bloedige moord op Jean-Baptiste Meyer.
Voor het gerechtelijk apparaat lijkt het een routineklus. Het bewijs is helder, alleen ontbreekt het motief. De dader –de Italiaanse gastarbeider Fabrizio Collini– wil niets zeggen.
Leinen is onaangenaam verrast als hij merkt dat het slachtoffer Hans Meyer blijkt te zijn, de grootvader van zijn beste vriend, bij wie hij als schooljongen veel vakanties doorbracht. Hij moet nu de moordenaar verdedigen van iemand die hem lief was.
Het grote raadsel blijft het motief. Totdat zijn oog valt op het type moordwapen: een Walther P38. Dat is het pistool dat elke Duitse soldaat bij zich droeg.
Leinen spoedt zich direct naar het speciale archief over oorlogsmisdadigers en ontdekt dat zijn oude vriend, het slachtoffer Hans Meyer, tijdens de oorlog officier in Italië was geweest. Daar had hij leidinggegeven aan een vergeldingsactie, waarbij de vader van Collini was vermoord.
Jammer genoeg loopt het boek –dat wordt ontsierd door soms grove taal en enkele vrijscènes– ietwat onbevredigend af: De dader berooft zichzelf van het leven.
De stijl van het boek is strak en zakelijk. Als je zo veel wilt vertellen in een dun boekje, moet je geen woord te veel gebruiken.
Boekgegevens
”De zaak Collini”, Ferdinand von Schirach; uitg. De Arbeiderspers, Utrecht, 2012; ISBN 978 90 295 8497 5; 157 blz.; € 17,95.