Commentaar: Veiligheid internet niet vanzelfsprekend
Veertig jaar lang bouwde de generaal van het Amerikaanse leger en –later– baas van de inlichtingendienst CIA, David Petraeus, aan zijn imago als onkreukbaar militair. Sinds eind vorige week ligt dat aan diggelen. Een geheime affaire met zijn twintig jaar jongere biografe heeft hem chantabel gemaakt. Hem restte niets anders dan ontslag te nemen.
De onoorbare verhouding kwam aan het licht toen agenten van de FBI, de andere inlichtingendienst in de VS, mails onder ogen kregen waaruit bleek dat Petraeus en de jonge vrouw wel erg intiem met elkaar omgingen. Behalve dat de vroegere generaal zich waarschijnlijk de haren uit het hoofd trekt dat hij „een verkeerde keus maakte” door met deze vrouw aan te pappen, zal hij er ook spijt van hebben dat hij zijn liefdesbetuigingen langs elektronische weg verzond. Anderen hebben er daardoor lucht van gekregen en het aanhangig gemaakt.
Wie er even over nadenkt, kan zich alleen maar verbazen over de naïviteit van de CIA-baas. Als er iemand had moeten weten dat elektronisch berichtenverkeer niet waterdicht is, is hij het wel.
Petraeus is niet de enige die er al te gemakkelijk op vertrouwt dat hetgeen in alle eenzaamheid wordt ingetikt ook werkelijk privé blijft. Miljoenen mensen denken net zoals hij. Zij veronderstellen ten onrechte dat wat je intikt, geheim zal blijven. Maar er zijn mensen die graag meelezen.
Soms zijn dat hackers die het gewoon leuk vinden om bij anderen digitaal in te breken, soms zijn dat medewerkers van geheime diensten of van concurrerende instellingen, soms echte boeven.
Om die reden is de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid vandaag een campagne begonnen om mensen meer bewust te maken van de risico’s van dagelijks internetgebruik. Die zijn er nogal wat. Virussen steken de kop op, vertrouwelijke stukken belanden per ongeluk op straat. Oplichters slaan lustig toe.
Lang niet iedereen beseft dat. Weliswaar heeft niet iedereen een positie als die van Petraeus te verliezen, maar er is ook veel klein leed. Het is daarom van belang dat het bewustzijn rond deze risico’s van internetgebruik toeneemt. Binnen bedrijven en instellingen kan er ook veel meer gedaan worden aan dit besef. Bij de introductie van nieuwe programma’s is er vaak veel aandacht voor het bijbrengen van kennis van het programma, maar is er weinig oog voor de gevaren. Juist nu sociale media zo gangbaar zijn, is dat onverstandig.
In veel bedrijven is het gebruik om minstens eenmaal per jaar een rampenoefening te houden. Die roepen vaak ergernis bij medewerkers op omdat ze gestoord worden door de bedrijfssirene, of veroorzaken juist hilariteit vanwege het enthousiasme van de bedrijfshulpverleners. Toch hebben deze jaarlijkse oefeningen zeker nut.
Zo zou er ook met enige regelmaat een oefening in zorgvuldig internetgebruik kunnen worden gehouden. Die zou, net als de rampenoefening ongetwijfeld ook schrik of ergernis bij medewerkers oproepen, maar het resultaat kan zijn dat mensen zich bewust gaan worden van de risico’s van internetgebruik en daardoor zorgvuldiger met het medium omgaan.