In zijn rapport over de economische vooruitzichten voor de landen in het Midden-Oosten en Noord-Afrika schrijft het IMF dat een gedeeltelijke verbetering van de politieke stabiliteit kan leiden tot een enigszins snellere groei in Egypte, Jordanië, Marokko, Tunesië en Jemen. Het IMF houdt Libië buiten deze groep van zogenoemde transitielanden, omdat dat land profiteert van zijn positie als olie-exporteur.

Gemiddeld voorziet het fonds voor de transitielanden een economische groei van 3,6 procent in 2013, na een vooruitgang met 2 procent dit jaar. In de 2 jaar voor de uitbraak van de onrust groeiden de economieën van de betreffende landen nog met bijna 5 procent per jaar.

Voor de olielanden van de regio blijven de vooruitzichten positief. Uitgaande van een olieprijs van meer dan 100 dollar per vat, rekent het IMF op een economische groei van 6,6 procent in de olie-exporterende landen dit jaar en bijna 4 procent in 2013.

Die groei is echter zeer afhankelijk van de olieprijs en daarmee van de economische ontwikkeling in de rest van de wereld. De olielanden zouden hun sterke positie dan ook moeten gebruiken om hun economie minder afhankelijk te maken van het zwarte goud, aldus het IMF.