Alstom ondanks crisis parel Franse industrie
Alstom mag dan in grote problemen verkeren, het behoort nog steeds tot de parel van de Franse industrie. Daarom zal het niet verbazen dat de regering alle zeilen bijzet om het machinebouwconcern te behoeden voor een bankroet. Een zware aanvaring met de Europese Commissie wordt daarbij op de koop toegenomen.
Het paradepaardje van Alstom is de hogesnelheidstrein TGV, die internationaal toonaangevend is. Deze valt onder de divisie transport. Het concern is actief in de scheepsbouw via onder meer de befaamde werf Chantiers d’Atlantique in St. Nazaire. De hoofdmoot van de activiteiten bestaat uit de bouw van cruiseschepen, maar er komen ook snelle veerboten en tankers van de helling.
De twee andere divisies produceren apparatuur voor het opwekken van elektriciteit (turbines etc.) en voor de transmissie en distributie van stroom. De laatstgenoemde tak (T&D) is te koop aangeboden om de financiële positie van het concern te verbeteren. De Franse regering oefent sterke druk uit op het staatsbedrijf Areva om als reddende engel op te treden.
Alstom, dat in het Duitse Siemens zijn belangrijkste concurrent heeft, is in het moeras geraakt door een vermindering van de orderontvangst bij een hoge schuldenlast. Een boekhoudschandaal bij een Amerikaans dochterbedrijf veroorzaakte ook de nodige schade.
Het concern behaalde in het eind maart afgelopen boekjaar een omzet van 21,3 miljard euro met ongeveer 110.000 werknemers. Als het ten onder gaat, wordt dat het grootste bankroet in Frankrijk sinds de sluiting van Creusot-Loire in 1984. Ook dat bedrijf zat in de zware industrie.
In Nederland werken bij Alstom 350 mensen bij vestigingen in Rijswijk, Ridderkerk en Utrecht. Ze houden zich bezig met productie, onderzoek en ontwikkeling, verkoop en service.
De directeur van de Nederlandse dochter, P. Kruit, onderstreept dat Alstom voor Frankrijk niet zomaar een bedrijf is. „Het land beschouwt het concern als een belangrijk stuk industrieel eigendom.” In Nederland staat Alstom aan de basis van 60 procent van de stroomopwekking. De activiteiten hebben volgens Kruit nog weinig hinder ondervonden van de problemen bij het moederbedrijf. „Maar als ze lang duren, gaan we dat natuurlijk merken.”
De geschiedenis van Alstom gaat terug tot 1898. Toen werd Compagnie Générale d’Electricité (CGE) opgericht. In 1928 fuseerden Société Alsacienne de Constructions Mécaniques en Compagnie Française Thomson-Houston tot Alsthom, met toen nog de ”h” van Thomson. Alsthom en CGE, dat zich inmiddels had verrijkt met productie van telecomapparatuur, kwamen bij elkaar in 1966. Daarna volgden nog een reeks hergroeperingen, waaronder krachtenbundeling met de Britse General Electric Company.
In 1991 nam het concern de naam Alcatel Alsthom aan. Zeven jaar later volgde een splitsing in telecomfabrikant Alcatel en machinebouwer Alsthom, die de ”h” uit de naam liet vallen. Alcatel hield in eerste instantie nog een belang van 24 procent in Alstom, maar verkocht dat in 2001.