De eisen tegen de Somaliërs vallen hoger uit dan de straffen die de rechtbank in Rotterdam eerder oplegde. De rechtbank legde straffen tot 7 jaar gevangenis op. Twee mannen zijn toen veroordeeld voor zeeroof en geweld tegen de Choizil.

Na de kaping van het jacht zijn twee opvarenden, Debbie Calitz en Bruno Pelizzari, als gijzelaars meegenomen naar het Somalische vasteland. Daar zijn ze vervolgens 20 maanden vastgehouden, volgens het OM onder mensonterende omstandigheden. De vrouw is gedurende die tijd meerdere keren verkracht, beide gijzelaars zijn zowel lichamelijk als psychisch mishandeld. Hoewel de vijf verdachten niet terecht stonden voor deze gijzeling, rekent justitie het hen wel zwaar aan dat ze die mogelijk hebben gemaakt door de Choizil te kapen. Calitz en Pelizzari hebben vorige week buiten zicht van het publiek getuigd over de kaping.

Nederland besloot de vervolging van de Somaliërs op zich te nemen omdat er gijzelaars waren meegenomen. Er bestond bij het OM de hoop dat door het onderzoek naar de kaping meer bekend zou worden over het lot en de verblijfplaats van Calitz en Pelizzari. Justitie wilde de mannen niet simpelweg laten gaan, omdat bekend was dat gijzelaars vaak vreselijk slecht behandeld worden. De zeerovers mishandelen hun slachtoffers vaak en voeren zelfs schijnexecuties op hen uit, aldus het OM. De informatie waar op werd gehoopt is echter niet naar boven gekomen tijdens het strafrechtelijk onderzoek.

Het is nog niet bekend wanneer het Haagse hof uitspraak doet. Maandag houden de advocaten van de Somaiërs eerst nog hun pleidooien.