SoW-discussie moet eerlijk gevoerd worden
Christiaan Hovius pleit ervoor de discussie over Samen op Weg te voeren met respect voor elkaars mening en met gebruikmaking van zuivere argumenten.
Wie de discussie over het SoW-proces in de Nederlandse Hervormde Kerk (NHK) in deze krant wat gevolgd heeft, zal het zijn opgevallen dat die discussie zich vooral toespitst op het gereformeerde karakter van de NHK.
Globaal zijn er twee groepen waar te nemen: er zijn predikanten -en kerkleden- die dat karakter niet-exclusief gereformeerd noemen, anderen zeggen de NHK niet te kunnen prijsgeven, juist vanwege dat exclusieve karakter. Dat zijn twee haaks op elkaar staande meningen.
Complicerende factor
Een complicerende factor is verder dat onder beide groepen predikanten zijn met dezelfde (’rechtse’) ligging. Het is dus geen kwestie van ’links’ tegen ’rechts’ onder hervormd-gereformeerden. Wat is er nu waar? Wie heeft het gelijk aan zijn kant? Het antwoord op die vraag is uiteraard van belang voor de consequentie die daaraan verbonden wordt met betrekking tot het al of niet toetreden tot de Protestantse Kerk in Nederland (PKN).
Wat mij met verdriet en zorg vervult, is om te beginnen dat de discussie scherper, rauwer wordt. Predikanten worden niet (meer) zozeer beoordeeld op de boodschap die ze brengen, maar veeleer veroordeeld om hun standpunt inzake SoW. Onder andere uit reacties in deze krant op het artikel over het ambtsjubileum van ds. D. J. Budding en op het artikel over de open brief van hervormd-gereformeerde emeriti predikanten blijkt dat duidelijk. Dat is toch wel erg.
Een groter punt van zorg acht ik echter de zuiverheid van argumentatie die gebruikt wordt. Is die altijd wel genuanceerd? Dan zijn we terug bij de bovenstaande vragen: „Wat is er nu waar?” en: „Wie heeft het gelijk aan zijn kant?”
Mag ik een aantal zaken ter overweging geven? Er is een groep predikanten die zegt mee te gaan in de PKN (zij het niet van harte) vanwege het verbond. Omwille van het verbond week de Heere nimmer van Zijn volk, hoe zondig het ook was. De Heere Jezus ontweek de tempel niet, ondanks vreselijke toestanden (Joh. 2). Wie zou dat kunnen en durven ontkennen?
De vraag rijst wel of het verbond alle zondige praktijken in de PKN zomaar wegpoetst en of het verbond alle kritiek op de kerkorde van de PKN uitsluit. Het verbond dient wel heilig gehouden te worden. God de Heere is immers heilig!
Er is ook een groep predikanten die erop wijst dat de grondslag van de PKN niet deugt. Ontegenzeggelijk is het waar dat de NHK op het eerste gezicht betere papieren heeft dan de PKN als het gaat om het gereformeerde gehalte. Dat is wel een sterk argument van deze groep (rondom het Comité tot behoud van de NHK).
Exclusief gereformeerd
De vraag is echter in hoeverre dat ook steekhoudend is. Laten we eerlijk zijn: Kun je een kerk die in haar ordinanties vastlegt dat vrouwen ambtsdrager kunnen zijn; die een besluit neemt waarbij beslist geen tucht zal worden uitgeoefend tegen mensen die praktiseren wat God Zelf een gruwel in Zijn ogen noemt; die een document aanvaardt waarin artikelen staan die tegen Gods Woord ingaan, nog wel exclusief gereformeerd noemen?
Genoemde zaken worden toch niet slechts in de kerkelijke praktijk van de NHK aangetroffen? Ze hebben binnen de NHK beslist kerkelijke rechtsgrond. (Beoordeel de ordinanties; ook op het gereformeerde gehalte ervan.) Genoemde voorbeelden moeten ook in de NHK worden erkend, niet alleen in de PKN. Dat laatste te stellen is niet eerlijk! Is het dan zo vreemd dat ds. Budding de NHK pluraal noemt? Is het onterecht dat hervormd-gereformeerde emeriti predikanten spreken van een gradueel in plaats van een principieel verschil in kerkorde?
Pleit ik ervoor om mee te gaan in de PKN? Integendeel. Mensen die het in hun geweten niet kunnen en durven verantwoorden, moeten dat niet doen. Voor hen past respect, al doet een (kerkelijke) breuk altijd pijn. Maar respect is evenzeer gepast voor hen die menen een plekje in de PKN in te kunnen (moeten) nemen om hun Zender te dienen in (schriftuurlijke) prediking en pastoraat.
Respect
Waar pleit ik dan wel voor? Voor twee dingen. Allereerst wil ik vragen of we niet wat meer respect voor elkaars mening kunnen opbrengen. Zou dat dan misschien ook mogen blijken uit de toonzetting van artikelen? Dat is toch zeker niet te veel gevraagd?
Ten tweede wil ik vragen of iedereen zijn argumenten eerlijk wil wegen voor Gods aangezicht. Zijn die zuiver en consequent? Dat behoedt voor onzuivere, oneerlijke argumentatie.
En het al of niet gaan in de PKN? Die vraag kan ik voor niemand beantwoorden. Maar: „Indien iemand van u wijsheid ontbreekt, dat hij ze van God begere, Die een ieder mildelijk geeft, en niet verwijt (kan iemand dat ooit kleinkrijgen?); en zij zal gegeven worden” (Jakobus 1:5).
De auteur is docent praktijkonderwijs aan het Driestar College in Gouda.
Met deze bijdrage sluit het RD de discussie in de rubrieken Opinie en Opgemerkt over de open brief van de emeriti predikanten.