Getuigen op de Westoever
De Westbank, ofwel de Westelijke Jordaanoever, is Palestijns grondgebied onder de rook van Jeruzalem. Het is maar een klein stukje grond. Je kijkt allicht uit op Jeruzalem. Het is maar een deelgebied. De Palestijnse Autoriteit omvat ook de Gazastrook aan de Middellandse Zee. Er is overigens een groot verschil tussen die twee gebieden. Waar de Westoever in het algemeen redelijk gematigd is en voor een deel ook christelijk, is de Gazastrook veel meer het gebied van de militante islam.
Muezzin
De Westoever oogt bepaald niet westers. Bij een bezoek aan steden als Bethlehem, Ramallah en Jericho springen vooral chaos en armoede in het oog: vuilnis op straat, onafgemaakte gebouwen, chaotisch verkeer met vooral veel taxi’s. Ook zijn er de talloze straatverkopers met een grote diversiteit aan waren, een gevolg van economische malaise en verborgen werkloosheid.
‘s Nachts doorslapen is er niet bij. Geregeld komt een kudde blaffende straathonden langs. En het blikkerige geluid van de muezzin roept, zelfs in Bethlehem, op tot het islamitische gebed.
Geconfronteerd met Israëlische checkpoints, de massieve muur rond Jeruzalem en de heisa om de Allenbybrug naar Jordanië over te steken –de enige mogelijkheid voor een Palestijn om het land te verlaten–, krijg je enig gevoel bij de benarde positie van de Palestijnen op hun eigen grondgebied.
Toch zijn het niet in de eerste plaats de kwakkelende economie en het gevoel van opgeslotenheid in eigen land die veel Palestijnse christenen de afgelopen jaren deden besluiten te emigreren naar bijvoorbeeld de Verenigde Staten. Een belangrijker rol speelt de dreiging van de radicaliserende islam. Ze zitten klem tussen Joden die hen als bedreiging zien, en volksgenoten die in een totaal andere, vijandige cultuur leven.
De christenen die het volhouden hun plaats in deze samenleving in te nemen, verdienen ons respect en ons gebed. Gebed of God hun getuigenis in woord en vooral daad wil gebruiken om in het schemerdonker van de halve maan Zijn Licht te laten schijnen. Hij is immers machtig, niet alleen om het deksel weg te nemen van het hart van onze Joodse broeders, maar ook om mensen te verlossen van de slavendienst van de islam.
Moslimextremisten
Dat christelijk getuigenis mag er daadwerkelijk zijn. Enkele weken geleden maakte ik daar iets van mee tijdens een kort verblijf in het land. Het begon met de kerkdienst op zondag, in een kleine gemeente in Bethlehem.
Ondanks de gebrekkige vertaling was het goed er te zijn. Vanwege de oproep tot een christelijke levenswandel. Vanwege de doxologie aan het einde van de dienst – dezelfde lofprijzing die enkele weken eerder in de hersteld hervormde gemeente van Springford, Canada, gezongen werd. Maar vooral vanwege het authentieke getuigenis van een Palestijnse weduwe uit Gaza. Zij vertelde van de moord door moslimextremisten op haar man, die eigenaar was van een evangelische boekhandel, van het feit dat hij wist dat op hem geloerd werd, van zijn bereidheid om te lijden omwille van het Evangelie, van zijn verlangen om afgelost te mogen worden.
Zij vertelde ook van haar haat tegenover de moordenaar. En hoe de Heere haar, door middel van Zijn Woord, daarvan verlost had. Van haar verlangen ten slotte om voor Hem te leven. Na afloop van de dienst heb ik haar de hand geschud. Woorden wisselen was niet mogelijk – ze verstond geen Engels. Het hoefde ook niet, er was genoeg gezegd. Niet over mensen, maar over Hem Die in Bethlehem geboren werd. Met dit getuigenis kon de gemeente de week weer in.
Jemima
Het christelijk getuigenis is er ook in de daad. Ik bezocht Jemima, een huis dat vanuit christelijke bewogenheid plaats en hulp biedt aan verstandelijk gehandicapte kinderen. Ik hoorde er lezen uit de Bijbel, ik maakte mee dat er gebeden werd. Het ontroerde me. Want ik weet dat er Palestijnse ouders zijn die, ondanks hun islamitische levensovertuiging, hun kind naar Jemima sturen, waar christelijke barmhartigheid aan den lijve wordt ervaren.
Een jongvolwassene vertelde me van zijn weg door het leven. Geboren met ernstige lichamelijke afwijkingen werd hij ondergebracht in dit huis. Diverse operaties waren nodig om hem een menswaardig bestaan te geven. In de loop van de jaren kwam hij tot het geloof in Jezus als Zaligmaker. Hij vertelt daarvan als hij thuiskomt, bij zijn ouders.
Zijn bestaan laat zien dat de God van de christenen een God van liefde is. Hij getuigt dat deze God een Zoon heeft en Deze overgegeven heeft in de dood, opdat zondaren zouden leven in Hem. Is God niet machtig om dit getuigenis te zegenen?
De Westoever en de Gazastrook, het zijn gebieden die op zijn zachtst gezegd omstreden zijn omdat ze een bedreiging vormen voor Israël, het land van de beminden om der vaderen wil. Toch wonen daar ook mensen met wie een christen zich verbonden mag voelen vanwege een gemeenschappelijke Vader. Ook zij verdienen onze sympathie. En ons gebed. Opdat ze voor Jood en heiden tot zegen zouden mogen zijn.
Reageren? welbeschouwd@refdag.nl