Commentaar: Strompelende Rutte
Het tweede kabinet-Rutte is maandag aangetreden. Na het afleggen van de eed of belofte –conform de wens van de Kamer voor het eerst in het openbaar– zochten de nieuwe bewindslieden hun departement op.
Rutte trok zich terug in het Torentje om zich daar voor te bereiden op het debat over de regeringsverklaring. Dat zal tijd vergen. En vooral behendigheid. Want hij heeft wel wat uit te leggen. De oppositie zal hem ongetwijfeld het vuur na aan de schenen leggen.
Nu is dat laatste niet ongebruikelijk in Haagse vergaderzalen. Het politieke spel wordt vaak op het scherp van de snede gevoerd. Wat bedoel je nu wel en wat bedoel je nu niet? Dat zijn de vragen die in allerlei varianten op bewindslieden worden afgevuurd.
Meestal weten zij daar wel goed uit te komen. Rutte kan dat zeker, zo heeft het verleden bewezen. Hij bezit een ongekende lenigheid van geest. Soms buigt hij iets naar rechts (kabinet-Rutte I), soms iets naar links (kabinet-Rutte II). Op zichzelf is dat niet uniek voor een premier die leidinggeeft aan twee opeenvolgende kabinetten die verschillend van kleur zijn. Het verleden heeft bewezen dat dit prima kan en niet tot ongelukken behoeft te leiden. Daar zit dus niet het probleem.
Wel is echter een probleem dat Rutte zo gemakkelijk de kroonjuwelen van zijn partij heeft verkwanseld. Als er één thema is geweest waarmee hij bij de achterliggende verkiezingen stemmen wist te trekken, is het wel de hypotheekrenteaftrek. Zaterdag onthulde NRC Handelsblad echter dat Rutte en Blok al op de dag van de verkiezingen hebben besloten de onaantastbaarheid daarvan los te laten. Dus op het moment dat de kiezer het vakje voor de VVD rood maakte, brak de VVD-top de verkiezingsbelofte omdat ze besefte alleen maar met de PvdA een regering te kunnen vormen. Dat is geen lenigheid van geest meer, maar gewoon: onbetrouwbaar zijn.
Natuurlijk beseft iedereen dat er bij de vorming van een coalitie compromissen moeten worden gesloten. Elke partij moet veren laten. Dat geldt zeker deze formatie, waar beide partijen kozen voor de aanpak elkaar iets te gunnen. Op zichzelf heeft die aanpak beslist positieve kanten. Er werd in ieder geval snel voortgang geboekt. Tevens werd voorkomen dat er na eindeloze onderhandelingen een kleurloos compromis uit de bus kwam. Maar wie ruilt, moet wel goed weten wat hij weggeeft.
Daar komt bij dat de harde maatregelen op het terrein van de zorg met name bij de VVD-achterban heel slecht zijn gevallen. Een ordinaire nivelleringsmaatregel waar de PvdA vooral trots op kan zijn, zo zeggen liberalen.
Dit kabinet kwam met grote spoed tot stand. Gelet op de deplorabele staat van het land is dat positief. Maar ook nu weer blijkt dat haastige spoed zelden goed is. Vooral Rutte, ooit de meest ontspannen Haagse politicus genoemd, zal de rekening betalen. Door dit regeerakkoord is niet alleen zijn partij maar ook Rutte persoonlijk behoorlijk beschadigd.
Toch maar even nadenken in het Torentje over een goed plan voor schadeherstel. Anders zal zijn snel aangetreden kabinet vier jaar gaan strompelen.