Groen & duurzaamheid

Sliedrechtse kunstenaar schildert het liefst edelherten uit Het Loo

Zijn grote voorbeeld is Rien Poortvliet. Toch heeft natuurschilder Jan van Wingerden uit Sliedrecht een eigen stijl. „Poortvliet kon een boom met een paar streken van zijn penseel op het doek zetten. Ik werk details meer uit.”

Gerco Verdouw

2 November 2012 20:32Gewijzigd op 15 November 2020 00:04
Wilde zwijnen. Schilderij Jan van Wingerden
Wilde zwijnen. Schilderij Jan van Wingerden

De zaal waarin Van Wingerden zijn schilderijen exposeert in het Sliedrechts Museum is geen moment leeg. Iedere keer komen er weer nieuwe bezoekers binnen. Ze schuifelen stil langs de dertig schilderijen. Bij het verlaten van de zaal krijgt Van Wingerden een schouderklopje: „Mooi werk man, ga zo door.”

Op de doeken staan vooral edelherten, wilde zwijnen en reeën. „Ik ben wild van het wild”, glimlacht de Sliedrechter. „Ik kom vaak in Kroondomein Het Loo. Jachtopziener Jan Huttinga uit Gortel is al jarenlang een vriend van me. Inmiddels is mijn dochter met zijn zoon getrouwd.”

De liefde voor de natuur zat er bij Van Wingerden van jongs af in. Net zoals de liefde voor het tekenen. „Als 5-jarig jochie ging ik met mijn vader de Alblasserwaard in om te vissen. Mijn vader had daar fuiken staan en ik moest mee om ze te lichten. Als ik thuiskwam, tekende ik wat ik in de polder had gezien. Op elk stukje papier dat ik kon vinden.”

Na zijn trouwen begon de in Hardinxveld-Giessendam geboren Van Wingerden met schilderen. „Ik kreeg er steeds meer schik in en trok er veel opuit.” De polders in de Alblasserwaard waren een dankbaar onderwerp. Later volgde de Krimpenerwaard. Van Wingerden werkte daar drie jaar als muskusrattenbestrijder. In de expositie is dat wel terug te zien. Er hangt een schitterend schilderij van een koppel eenden boven de rivier de Lek.

Het grote wild op de Veluwe blijft trekken. Vooral in de bronsttijd is Van Wingerden er veel te vinden. „Om een goed schilderij te kunnen maken, moet ik eerst in alle rust de dieren kunnen observeren. Hoe ze leven, hoe ze bewegen, welke houdingen ze kunnen aannemen. In mijn hoofd vormt zich dan een compositie. Pas als die in de bovenkamer helemaal klaar is, begin ik met schilderen. Thuis in mijn atelier, ik werk niet in het veld.”

Van Wingerden noemt zijn schildertalent een gave. „Oefening baart kunst, dat geldt zeker bij dit vak. Maar zonder gave van Boven lukt het niet. Ik ben rentmeester over de gave die ik heb gekregen, daar moet ik verantwoording over afleggen.”

Les heeft de Sliedrechter nooit gehad. „Ik ben een autodidact. Ik heb gevraagd of ik les van Rien Poortvliet kon krijgen, maar die nam geen leerlingen. Behalve prins Bernhard dan. Wel heeft Poortvliet een aantal schilderijen van mij beoordeeld en tips gegeven hoe ik die kon verbeteren.”

Diep onder de indruk is de natuurschilder van de schepping. „Als ik alleen in het bos zit, komt er vanzelf een stukje meditatie. Hoe bijzonder goed de grote Kunstenaar het allemaal heeft geschapen. Poortvliet zei het al: Daar valt je de mond van open. Maar dat is echt zo.”

Soms is een natuurervaring zo intens dat Van Wingerden die niet op het doek kan overbrengen. „Ik stond eens ’s morgens vroeg in de dekking bij een heideveld. Het regende en er kwam een roedel hindes met een geweidrager uit de dekking. Op dat moment begon ook de zon te schijnen. De regenboog verdween precies op de plek waar de roedel uit het bos kwam. Mijn gemoed schoot vol, zo mooi was dat beeld.”

Een groot mannetjeshert komt vaak terug op Van Wingerdens schilderijen. Hij heeft het Berk genoemd, naar het gebiedje de Berkelaar, waar het dier vaak verblijft. „Ik was erbij toen Berk in 2007 de macht overnam. Op 50 meter afstand heb ik in de vallende schemering twintig minuten staan kijken naar het gevecht tussen Berk en zijn tegenstander. Wat een geweld, wat een krachten! En dan dat gesnuif en geburl, die dampende hertenlichaam. Zo’n tafereel drink ik in, het treft mij tot in het diepst van mijn ziel.” Een schilderij van de titanenstrijd hangt in de tentoonstelling.

Schilderen doet Van Wingerden anderhalve dag per week. De andere dagen werkt hij op het kantoor van een aannemingsbedrijf. Tijdens de expositie verkoopt hij schilderijen. De prijs varieert van 165 euro voor een klein werk tot 1850 euro voor een groot schilderij. „Ik vind het ontzettend moeilijk om afscheid te nemen van mijn schilderijen. Ik heb er alles aan gegeven, vaak dagenlang aan gewerkt, en dan doet het toch wel zeer als het weggaat. Maar zo gaat het nu eenmaal.”

De expostie ”Wild in olieverf en aquarel” is tot 1 december te zien in het Sliedrechts Museum.

Dit is het zesde deel in een serie interviews met natuurmensen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer