Familiekroniek brengt Molukkers dichtbij
Ze zijn ruim zestig jaar in Nederland, maar wie niet bij hen in de buurt woont heeft grote kans dat hij hen nooit tegen het lijf loopt: Molukkers in Nederland. Indonesië, RMS, onafhankelijkheid, treinkapingen – hoe zat dat allemaal ook alweer?
Er is geen betere manier om deze geschiedenis weer scherp op het netvlies te krijgen dan door je te identificeren met enkele individuele Molukse Nederlanders. Het boek ”Zo Nederlands als wat” kan de geïnteresseerde lezer daarmee een heel eind op weg helpen. Auteur Linda Huijsmans is er bijzonder goed in geslaagd om een familiegeschiedenis op papier te zetten die leest als een roman en de historische feiten toch geen geweld aandoet.
Huijsmans, schrijver en journalist, is al jaren bevriend met de Moluks-Nederlandse familie Woearbanaran. In haar boek verweeft ze hun levensverhaal naadloos in de bredere maatschappelijke en culturele context van de jaren veertig tot nu.
Het verhaal begint met de 17-jarige Jublina Tanwey op het afgelegen Molukse eilandje Fordata. Ze plukt daar bananen terwijl de jonge Adam Woearbanaran haar het hof maakt. Adam en Jublina blijven niet lang op hun eiland. Het is kort na de Tweede Wereldoorlog en Nederlandse militairen doen ook het kleine Fordata aan, op zoek naar rekruten voor het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (KNIL). Maar als Indonesië onafhankelijk wordt, zijn KNIL-militairen er hun leven niet meer zeker. Zo’n 12.500 Molukkers worden ingescheept naar Nederland.
”Zo Nederlands als wat” vertelt het verhaal van de zich snel uitbreidende familie Woearbanaran in een samenleving die diametraal tegengesteld is aan het eenvoudige leven op Fordata.
Een grote verdienste is dat Huijsmans misstanden niet uit de weg gaat: duidelijk wordt dat Adam zijn gezin in Nederland met een soms barbaars regime onder de duim houdt. En ook de misstap van een oom die een dochter van Adam verkracht, wordt niet verzwegen – evenmin als het daaropvolgende verraad van de Molukse gemeenschap als de dochter zwanger blijkt te zijn en wordt verstoten.
Triest is ook dat de kerk, die op Fordata en bij de eerste generaties in Nederland als vanzelfsprekend in het middelpunt stond, naar de rand verschuift. Toch blijft de onderlinge band behouden, mede door de speciale Molukse wijken die integratie in de Nederlandse samenleving nooit echt hebben bevorderd.
Het boek eindigt met de generatie die nu opgroeit, zoals Aisha, de achterkleindochter van Adam en Jublina. Wie het boek uit heeft, wil weten hoe het straks verder met haar gaat. Hoelang zal het haar en de andere Molukkers nog lukken de eigen identiteit vast te houden?
Huijsmans maakt de lezer nieuwsgierig naar een grote groep Nederlanders die voor velen helaas nog steeds onzichtbaar is. Dat is een prachtige prestatie.
Boekgegevens
”Zo Nederlands als wat. Een Molukse familiegeschiedenis”, Linda Huijsmans; uitg. Atlas Contact, Amsterdam, 2012; ISBN 978 90 450 1154 7; 192 blz.; € 19,95.