Tuinbouw richt zich op wereldmarkt
AMSTERDAM – Crisis of niet, de technische ontwikkelingen in de Nederlandse glastuinbouw gaan in hoog tempo door. Toeleverende bedrijven richten zich daarbij nadrukkelijk op de wereldmarkt.
„Can I help you?” zegt een vriendelijke medewerker van een kassenbouwbedrijf. Engels lijkt de voertaal. Het tekent het internationale karakter van de Horti Fair, de vaktentoonstelling voor de tuinbouw die dinsdag in het Amsterdamse RAI-complex van start ging. Vorig jaar kwam 65 procent van de 23.500 bezoekers uit het buitenland.
Van datzelfde buitenland moet kassenbouwers, leveranciers van verwarmings- en belichtingssystemen en machinebouwers het steeds meer hebben. Want de thuisbasis heeft het moeilijk. Nederlandse tuinders kampen met lage prijzen voor hun producten en met banken die de hand op de knip houden als je wilt investeren.
Voor de crisis werd in Nederland jaarlijks 300 tot 400 hectare nieuwe kassen gebouwd. Nu is dat teruggezakt naar 80 tot 90 hectare, weet John Vollebregt van Kubo Tuinbouwprojecten uit Monster. Kubo heeft op tijd de bakens verzet. De onderneming bouwt –in samenwerking met Nederlandse toeleveranciers– kassen in onder meer Rusland, de Verenigde Staten, Canada, Nieuw-Zeeland en diverse Europese landen.
Toch blijft een stevige thuismarkt belangrijk. Bij de vele nieuwe ontwikkelingen die ook hier hun intrede doen, lijkt duurzaamheid het sleutelwoord. Nederlandse tuinders gebruiken bij de teelt van hun gewassen steeds minder energie, water en grondstoffen, dringen de uitstoot van CO2 terug en houden bestrijdingsmiddelen als het even kan buiten de deur. Daarbij schuwen ze forse investeringen niet. Zo hebben de tomatenkwekers Cor en Dirk van der Kaay dit jaar een kas van 10 hectare laten bouwen in Dinteloord waarin de nieuwste besparende technieken zijn toegepast.
Voor dergelijke grote nieuwe kassen is in de traditionele tuinbouwgebieden vaak geen ruimte. Deze maand meldde de Rabobank dat er in het Westland zelfs leegstand dreigt van verouderde, kleine kassen. Jenny Crone is adviseur glastuinbouw in Zeeuws-Vlaanderen. Zij probeert op de Horti Fair tuinders warm te maken voor nieuwbouw bij het havengebied van Terneuzen. „Tuinders kunnen bij ons voordelig gebruikmaken van restwarmte en CO2 uit de chemische industrie.”
In een zeecontainer laat Certhon uit Poeldijk zien hoe jonge plantjes in meerdere lagen onder ledlampen kunnen worden opgekweekt. Deze aanpak spaart ruimte en energie, weet woordvoerder Willem Koppenol. Een uitgekiende lichtstrategie doet de plantjes ook sneller groeien. „Dat kan een slateler een extra teeltronde opleveren.”
Belichting met ledlampen is een nieuwe trend, maar nog niet voor alle gewassen geschikt. De energiebesparing kan oplopen tot 30 à 40 procent vergeleken met traditionele groeilampen, stelt Koppenol. Op de Horti Fair bieden diverse bedrijven de techniek daarom aan.
De kas als energieleverancier is ook in opkomst. Boal uit ’s-Gravenzande laat zien hoe zonnecellen in beglazing kunnen worden verwerkt. Nederlandse tuinders zullen hier trouwens niet snel voor kiezen, zegt directeur Frank Boers: „Zonnecellen nemen licht weg, waardoor het gewas minder snel groeit.”
Overigens wordt de Horti Fair voor het laatst in de RAI gehouden. Volgend jaar verkast de beurs naar bloemenveiling FloraHolland in Aalsmeer, aldus bestuursvoorzitter Ewald van Vliet dinsdag.