Advies aan christenpolitici: Wees tegendraads, provoceer
GOUDA – Verstomt het christelijke geluid in Den Haag, nu de confessionele partijen samen nog maar 21 Tweede Kamerzetels hebben? Juist niet, hopen de sprekers die zaterdag op een congres van het Christelijk Conservatief Beraad het woord voerden. „Provoceer!” zeiden ze tegen de christelijke partijen. En: „Wees bezield onaangepast”, „tegendraads.”
Juist nu, in deze seculiere tijd, is christelijke politiek nodig, betoogde ds. W. M. Dekker uit Mastenbroek. De herkerstening van de samenleving lijkt verder weg dan ooit, „maar dat ideaal mogen we nooit uit het oog verliezen.”
De predikant pleitte ervoor het woord ”God” vrijmoedig te gebruiken in de politiek. „Getuigenispolitiek is eigenlijk nog te zwak. Provoceer, niet op stijl, maar op inhoud! Drop het Evangelie en kijk wat er gebeurt.”
Christelijke politiek is volgens ds. Dekker nuttig omdat ze kan wijzen op het grote verhaal. Politiek is hogere rekenkunde geworden, ontgeestelijkt. De economie lijkt allesbepalend, maar daartegenover moeten christenen erop wijzen dat geld een afgod is.
Ds. Dekker voelt niets voor het (zaterdag in een videoboodschap herhaalde) pleidooi van de Amsterdamse predikant P. J. Visser om de christelijke partijen op te heffen en als christenpolitici actief te worden in seculiere partijen. Die oproep deed hem denken aan de Doorbraak, vlak na de Tweede Wereldoorlog, toen christenen de ontzuiling wilden bevorderen door zich bij de PvdA aan te melden. Toen kon dat nog, stelde hij zaterdag, omdat er destijds geen scherpe scheiding was tussen seculieren en christenen.
Ook ChristenUnie-Kamerlid Segers is het oneens met ds. Visser. „Engeland zou zijn ideaalbeeld kunnen zijn. Maar als christenen ergens hun principes moeilijk kunnen verbinden aan de praktijk, dan is het daar.” Segers riep, in navolging van de Duitse predikant D. Bonhoeffer, christenpolitici ertoe op om te bidden, het goede te doen en te wachten op God.
Steun kreeg ds. Visser evenmin van SGP-burgemeester Verhoeve (Oudewater). „Christelijke partijen moet je niet afschaffen”, zei hij. „Wel moeten ze intensiever met elkaar samenwerken.”
Verhoeve meent dat christelijke politici „bezield onaangepast” moeten zijn. „Gebruik gerust christelijke argumenten in het politieke debat. Maar doe het wel toegankelijk.”
Weer een andere variant dan die van ds. Dekker en Verhoeve kwam van hoofdredacteur Dijkman van het blad Christen Democratische Verkenningen. Hij stelde dat de christendemocratie „tegendraads moet zijn, of zij zal niet zijn.” Een „eigenzinnig verhaal” acht hij nodig. Tegen de heersende cultuur in moeten christenpolitici „een taal vinden waarin niet het cynisme van het tekort, maar de hoop op verbeteringen doorklinkt.”
Ds. H. Klink uit Hoornaar stelde dat de Heere Jezus in een crisistijd op aarde kwam. „Ook in deze tijd kan het Evangelie karaktervolle mensen vormen die hun mannetje kunnen staan.” Hij raadde christelijke politici aan terug te grijpen naar Groen van Prinsterer. Tegelijkertijd wees Klink erop dat provocatie van christelijke zijde ook secularisatie kan veroorzaken.
Verhoeve haakte daarbij aan en riep christenen ertoe op hoopvol te blijven. „Groen van Prinsterer was een eenling in een liberale negentiende eeuw. Daarna volgde de gekerstende eerste helft van de twintigste eeuw.”