Gereformeerde gezindte zelf grootste bedreiging refo-onderwijs
Niet een seculiere overheid vormt volgens drs. W. J. de Potter momenteel de grootste bedreiging voor het reformatorisch onderwijs, maar de gereformeerde gezindte zelf.
De achterliggende periode verschenen er in deze krant diverse artikelen over een afbrokkelende reformatorische zuil. Een regeringsformatie zonder christelijke partijen bracht de nodige pennen in beweging. Wat zal er gebeuren met de Bijbelse normen en waarden? Wat zal het betekenen voor het reformatorisch onderwijs?
Terechte vragen. De dreiging van de overheid is zichtbaar: we zien het aan wetgeving. Vooralsnog hebben we echter voldoende mogelijkheden om het onderwijs volgens Bijbelse normen en binnen wettelijke kaders vorm te geven.
Omdat het minder zichtbaar is, zien we wellicht niet dat momenteel het grootste gevaar vanuit de gezindte zelf komt. Of: misschien is het wel zichtbaar, maar willen we het niet zien. Het behoud van het reformatorisch onderwijs staat of valt met de kerken. Niet het instituut kerk, maar de boodschap van de kerk.
Dat vraagt nadere toelichting. Bij de oprichting van veel reformatorische scholen waren de kerken betrokken, soms zelfs als initiatiefnemers. Deze scholen werden niet opgericht vanwege het gebrek aan christelijke scholen; die waren er volop. Het was ook niet zo dat de kwaliteit van het christelijk onderwijs onvoldoende was. Die was vaak beter dan die van de openbare scholen.
De hoofdreden van de oprichting van reformatorische scholen was dat het onderwijs van veel toenmalige scholen op Bijbelse grondslag niet meer voluit Bijbels was. Het Bijbelse gedachtegoed in de kerken en als gevolg daarvan op de scholen werd steeds meer naar menselijke maatstaven ingevuld. De komst van reformatorische scholen werd daardoor noodzakelijk geacht.
In 1971, bij het 50-jarig bestaan van de Vereniging voor Gereformeerd Schoolonderwijs (VGS), werd de functie van de reformatorische scholen als volgt verwoord.
„Tegen de leer van de veronderstelde wedergeboorte.”
„Tegen de verderfelijke invloed van het liberalisme op de openbare scholen dat onder het mom van burgerdeugden en tolerantie een felle haat koesterde tegen het volk des Heeren.”
„Tegen de stroom van ongeloof en revolutie, die het maatschappelijk leven ten gronde dreigde te richten.”
- „Om bijeen te brengen en te houden degenen die buigen voor de eenvoud van Gods Woord, dat we ons bekeren tot de levende God in de weg van wedergeboorte en geloof, een onmisbaar werk van Gods soevereine genade.”
Aan het verbleken van de Bijbelse boodschap in het algemeen christelijk onderwijs zijn veranderende opvattingen in veel hervormde en gereformeerde kerken voorafgegaan. Als de verkondiging van vrije genade, de boodschap van de noodzaak en mogelijkheid van wedergeboorte, geloof en bekering ook uit de reformatorische kerken verdwijnt, zijn de reformatorische scholen hun grondslag en daarmee ook hun bestaansrecht kwijt. En waar deze boodschap over de hoofden van onze jongeren heengaat en de ouderen niet meer raakt, daar is het reformatorische gedachtegoed krachteloos geworden.
Het behoud van het reformatorisch onderwijs staat of valt ook met de gezinnen. Als de in de Bijbel en kerk verkondigde leer leeft in de gezinnen, heeft dat zijn weerslag op de reformatorische scholen. Dan zijn kerk, gezin en school de wijngaarden die vrucht dragen. Dan behoeven we op school niet zo in de weer te zijn met opbinden en afschermen, maar dan gaat het vooral om planten, natmaken en verzorgen. Een rank die gevoed wordt door het sap uit de stam kan tegen de wind van buiten.
Als de Bijbelse boodschap leeft, worden de scholen van binnenuit gedragen. Dan wordt er thuis gebeden voor de leraren op school. Dan is er op school gebed voor de gezinnen. Dan hebben de reformatorische scholen van voortgezet onderwijs geen vacatures meer. Dan zitten de klassen van de lerarenopleiding van Driestar Educatief weer vol. Dan hoeven we niet meer te discussiëren over de ”zuil”. Die biedt immers geen echte bescherming.
We kunnen ons druk maken over de muur rondom de wijngaard, maar welke waarde heeft deze afscheiding als de ranken verdord zijn en geen vrucht dragen? Het is beter om ons bezig te houden met de ranken en de vruchten. Niet alleen door het naleven van allerlei regels, maar door het uitleven van wat door Woord en Geest is ingeleefd.
Als de Heere het licht ontsteekt in ons hart, stralen we dat uit naar onze jongeren. Dat licht, gewerkt door Woord en Geest, houdt ons en onze jongeren vast. Als dat licht in onze reformatorische scholen brandt, zijn deze instituten heilzame middelen voor de toerusting van de jeugd. Niet dat we daarmee de zonde buiten de deur houden. Die zit immers in ons eigen hart. Maar in dat onderwijs met de Bijbel werken dan door Gods genade mensen die onze jongeren laten zien en horen wat het betekent om de Heere te dienen en met Hem te leven.
De auteur is voorzitter van het college van bestuur van het Van Lodenstein College en het Hoornbeeck College.