Onderzoek De Hond: Rotterdammers geven niet aan vluchtelingen
ROTTERDAM – Inwoners van Rotterdam voelen er weinig voor om mee te betalen aan de kosten voor de opvang van de circa 20.000 vluchtelingen zonder verblijfspapieren die in Rotterdam verblijven. Het is allereerst een taak van de overheid om hiervoor te zorgen, vinden ze.

Dat is een van de conclusies uit een vandaag gepresenteerd onderzoek van Maurice de Hond in opdracht van de Rotterdamse Pauluskerk Vluchtelingenwerk. De opiniepeiler vroeg aan 1200 Rotterdammers hoe zij aankijken tegen vluchtelingen zonder verblijfspapieren. De publicatie van het rapport markeert de start van een campagne van de Pauluskerk voor mensen zonder een verblijfsvergunning.
Uit het onderzoek blijkt dat het meeste begrip bestaat voor mensen die vluchten vanwege oorlog, levensgevaar, politieke redenen, religie of seksuele geaardheid. Mensen die hun land verlaten om economische redenen kunnen rekenen op minder sympathie. Slechts 5 procent van de Rotterdammers vindt dat een legitieme reden om te emigreren.
Bijna twee derde van de Rotterdammers vindt dat maatschappelijke organisaties vluchtelingen in Rotterdam moeten steunen. Niettemin ligt volgens de respondenten de eerste verantwoordelijkheid bij de plaatselijke en de landelijke overheid. Vluchtelingen zouden volgens de inwoners van de Maasstad recht moeten hebben op voedsel, een slaapplek, medische hulp en een plaats waar zij zich kunnen verzorgen.
De vraag van De Hond naar de offerbereidheid van de Rotterdammers leert dat de overgrote meerderheid geen geld en tijd overheeft voor de opvang van vluchtelingen. Slechts 2 procent wil hiervoor geld te geven;
ruim een op de tien ondervraagden overweegt zelf mee te helpen aan de opvang van illegalen.
Opmerkelijk is het grote deel van de Rotterdammers dat vindt dat vluchtelingen niets toevoegen aan de stad. Meer dan 40 procent van de ondervraagden is deze mening toegedaan. Een minderheid van 8 procent huldigt het extreme standpunt dat vluchtelingen niet welkom zijn in Rotterdam en geen enkele vorm van steun verdienen.
Campagne
De presentatie van het onderzoek is het startsein van een tweedaagse campagne van de Rotterdamse Pauluskerk. Met onder andere handtekeningenacties, muziekoptredens en de verkoop van eten en drinken, wil de kerk de beeldvorming rond mensen zonder verblijfspapieren veranderen. Ook probeert de kerk vrijwilligers te werven en geld in te zamelen. Niet eerder in de geschiedenis voerde een kerk grootscheeps actie voor deze bevolkingsgroep. Volgens de predikant van de kerk, ds. D. Couvée, is dat hard nodig omdat de „gulle en trouwe achterban van Pauluskerk Vluchtelingenwerk vergrijst.”
Volgens de kerk laat de overheid op het gebied van illegalen steken vallen en is er sprake van een ernstige verslechtering in de situatie van vluchtelingen. De afgelopen negen maanden bezocht een recordaantal het spreekuur van de kerk. Veel vluchtelingen moeten onder erbarmelijke omstandigheden het hoofd boven water zien te houden. Voor velen van hen is de kerk een laatste strohalm.
De Pauluskerk bestaat sinds 1960 en is bekend vanwege de opvang van mensen aan de onderkant van de samenleving. Vanaf 1980 ontfermde de kerk zich, onder aanvoering van de bekende ds. Hans Visser, vooral over drugsverslaafden. Dit deed de kerk tot 2007. Daarna nam de overheid die taak van de kerk over.
Onder leiding van de huidige predikant is de kerk niet minder actief. Hulp bieden aan vluchtelingen, een voedselbank, het organiseren van debatten; het vormt slechts een greep uit de vele activiteiten die de kerk onder het motto ”overwin het kwade door het goede”, ontplooit.
Sinds de sloop van het oude kerkgebouw in 2007 heeft de kerk een tijdelijke locatie in gebruik. Tijdelijk, want de oplevering van de nieuwe Pauluskerk (de Diamant) staat gepland voor begin volgend jaar.