Groen & duurzaamheid

Oeroude mythen lichten sluier van verleden op

Oeroude mythen van over de hele wereld vertonen opmerkelijke parallellen met de eerste hoofdstukken van het Bijbelboek Genesis. Sterker, ze zijn alleen te begrijpen wanneer je ze leest met het boek Genesis in je achterhoofd, ontdekte Tjarko Evenboer.

24 October 2012 18:41Gewijzigd op 14 November 2020 23:54
Tjarko Evenboer. Foto Sjaak Verboom
Tjarko Evenboer. Foto Sjaak Verboom

De verhalen uit het begin van de Bijbel zijn allerminst fantastische overleveringen uit een grijs verleden. Onderzoeksjournalist Tjarko Evenboer uit Zwolle vond ze allemaal terug in oude mythologieën. Het onderwerp liet hem niet meer los en mondde uit in het boek ”De wereldwijde vloed. Mythe of oergeschiedenis van de mensheid?” dat morgen wordt gepresenteerd in de nagebouwde ark van Noach die in Dordrecht voor anker ligt.

„Ik herkende in die oude overleveringen veel van de Bijbelse verhalen van schepping, hof van Eden, zondeval, zondvloed, torenbouw en spraakverwarring. Je merkt dat het hier gaat om de gemeenschappelijke oergeschiedenis van de hele mensheid. Volgens de Bijbel verspreidde de mensheid zich pas na de spraakverwarring over de aarde. Zoals je zou verwachten, eindigt ook de gezamenlijke oergeschiedenis.”

Evenboers speurtocht begon met het boek ”De zondvloed” van de Amerikaan Rehwinkel. Hij liep er tegenaan tijdens een vakantie in Frankrijk tien jaar geleden. „Toen ik dat las, was ik verkocht. Het verbaasde me hoeveel vloedverhalen er in dat boek stonden van antieke volkeren uit het Midden-Oosten. Het was nieuw voor mij dat andere volkeren hun eigen zondvloedoverleveringen kenden.”

Voor de Zwolse onderzoeksjournalist zijn de mythen een krachtig bewijs dat de hele mensheid een gemeenschappelijke oergeschiedenis kent. „Al zie je natuurlijk dat feiten die in Genesis worden genoemd, in de mythen soms flink door elkaar zijn gehusseld.”

Atlantis

Hoewel verschillende mythen een verbasterde weergave blijken van Bijbelse feiten zoals schepping, zondeval en zondvloed, geven ze nauwelijks informatie over de wereld voor de zondvloed, vertelt Evenboer. „Het viel me op dat de volkeren door de eeuwen heen alleen het meest heilige van hun geschiedenis hebben bewaard; het gaat meestal om ingrijpende gebeurtenissen voor de mensheid. Van de oude wereld is daarom weinig overgeleverd, al noemen veel mythen die wel.”

Plato licht echter wel een tipje van de sluier op. Hij beschrijft in zijn dialogen een mythisch eiland Atlantis dat verzwolgen zou zijn door een vloed ten tijde van Deucalion. Dat verhaal leidde tot de wildste speculaties en complottheorieën. Evenboer vermoedt echter dat de Griekse filosoof hier doelt op de oude wereld en de zondvloed. Temeer omdat Plato de geschiedenis beschrijft alsof deze waar is gebeurd.

„Atlantis zal mogelijk model hebben gestaan voor de oude wereld die bestond uit één oercontinent, door wetenschappers Pangea genoemd. Plato beschrijft dat Atlantis werd geregeerd door tien koningen die hun macht overdroegen op hun oudste zoon; de laatste heette Deucalion. Ik heb sterke aanwijzingen dat hij dezelfde persoon is als de Bijbelse Noach. Opmerkelijk: de geslachtslijn van Adam tot Noach telt ook tien personen.”

Occult

Plato had een soort obsessie voor het oercontinent, dat volgens hem ver ontwikkeld was in kennis van onder andere astronomie, bouwkunst en wiskunde. „Ook roemde hij de ver ontwikkelde –maar occulte– spiritualiteit. Uit veel overleveringen blijkt dat de eerste wereld was bevolkt door twee geslachten. Een daarvan, door Genesis aangeduid als het geslacht van Kaïn, had samen met de nakomelingen van Seth een geweldige opstand ontketend tegen God. Er was sprake van de aanbidding van een slang en vérgaand contact met het bovennatuurlijke, met de gevallen engelen. Noach was mogelijk de laatst overgebleven heilige telg uit het geslacht van Seth. Vanwege dat wereldwijde occultisme moest de vloed komen.”

Deze occulte religie bleek na de zondvloed echter nog springlevend. Evenboer heeft sterke aanwijzingen dat Cham getrouwd was met Naëma uit het geslacht van Kaïn. „Diens geslachtslijn eindigt namelijk met deze vrouw. Veel oergodinnen blijken op haar terug te voeren, zoals de Sumerische moedergodin Nammu en de Griekse Athene, beiden met een slang in de hand. Mogelijk staat Naëma ook model voor de Babylonische Ishtar, die begon te gillen toen ze zag hoe haar geslacht werd vernietigd door het water. Zo uitte ze haar woede op God.”

Door de mythen te vergelijken, kon hij afleiden dat Cham een diepe wrok koesterde tegen zijn vader. Het liep erop uit dat zoon Cusch en kleinzoon Nimrod het gezag van Noach omver stootten en alle volkeren aan zich onderwierpen. Samen leidden ze de torenbouw van Babel en brachten hele groepen mensen terug naar de kaïnitische godsdienst van voor de vloed; een ware religieuze revolutie, aldus Evenboer.

Hier beginnen volgens hem ook de polytheïstische godsdiensten; de goden zijn meestal invloedrijke heersers geweest. „Neem bijvoorbeeld het hindoeïsme. Na de spraakverwarring regeerden de nakomelingen van Cham over een rijk dat zich uitstrekte van Oost-Afrika tot India. India werd geleid door Cusch samen met zijn zonen Seba –Sjeva in het Hebreeuws– en Raëma. Taalkundig hebben de namen van belangrijke hindoegoden Krishna, Sjiva en Rama hiermee een opvallende verwantschap.”

Hoongelach

Evenboer beseft heel goed dat zijn boek in evolutionistische kringen hoongelach zal oogsten, ondanks dat verschillende wetenschappers de feiten hebben getoetst. „Mijn naam is daar al besmet. De vriendelijkste reacties beschrijven mij als een domme idioot uit een achterlijke sekte.”

De grootste twistappel is volgens hem het verschil in paradigma. „Iemand die de evolutie aanhangt zal alles door die bril bekijken, terwijl ik alles bezie vanuit Genesis. Beide visies botsen per definitie. Mijn stelling is dat je mythen alleen kunt begrijpen als je ze leest met de bril van Genesis op. Anders blijft het niet meer dan een verzameling fantastische verhalen of volslagen onzin. Ik denk dat zelfs de meest gepassioneerde evolutionist de opmerkelijke parallellen tussen de mythen zal moeten erkennen. Die zijn onmogelijk af te doen als toeval.”

”De wereldwijde vloed. Mythe of oergeschiedenis van de mensheid?” Tjarko Evenboer; uitg. Gideon, Hoornaar, 2012; ISBN 9789059990173, 360 blz.; € 19,95.

www.dewereldwijdevloed.nl


Dit is het eerste deel in een vierluik over de zondvloed. Morgen in Puntkomma deel 2. 


RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer