Topman Wall Street stapt op
Topman Richard Grasso van de effectenbeurs van New York (Wall Street) heeft na grote commotie over zijn beloning ontslag genomen.
Grasso (57) was in opspraak gekomen doordat hij al het geld dat hij de komende jaren nog tegoed had, in één keer heeft laten uitbetalen. Het gaat om een bedrag van bijna 140 miljoen dollar, bestaat onder meer uit opgebouwde pensioenrechten en spaartegoeden. Grasso zou ook nog eens 48 miljoen dollar krijgen, maar daar zag hij door de ontstane beroering van af.
De beloning leidde tot hevige commotie en tot ernstige bezwaren van onder meer pensioenfondsen en beurshandelaren. Ook de politiek accepteerde het salaris niet. In de Verenigde Staten groeit de afkeer van de exorbitante salarissen van topmanagers. Het ontoereikend toezicht op de beurs, de vele belangenverstrengelingen en de boekhoudschandalen hebben een ommekeer gebracht in het denken over de beurs en het bedrijfsleven.
Richard Grasso begon 36 jaar geleden als eenvoudige klerk bij de New York Stock Exchange (NYSE) met een salaris van 82,50 dollar per week. Hij wist zich op te werken en werd in 1995 benoemd tot algemeen directeur. Met steun van de raad van bestuur wist Grasso toen William Donaldson weg te werken, die de beurs vanaf 1990 had geleid. Donaldson is momenteel voorzitter van de Securities and Exchange Commission (SEC), de Amerikaanse beurstoezichthouder.
Via ingewikkelde contracten, die -zoals achteraf bleek- door geen van de leden van de raad van bestuur ooit nauwkeurig zijn bestudeerd, bedong Grasso een vorstelijk salaris plus onkostenvergoedingen voor zichzelf. Hij incasseerde bijvoorbeeld in het magere beursjaar 2001 niet minder dan 30 miljoen dollar. Daarbij was inbegrepen een extra ’premie’ van 5 miljoen, omdat Grasso na de aanslagen op 11 september door onvermoeibare inspanningen de beurshandel, ondanks tal van technische problemen na enkele dagen weer op gang kreeg.
Grasso heeft volgens ingewijden in de afgelopen jaren goed werk verricht voor de NYSE, de meest prestigieuze beurs ter wereld die in de volksmond Wall Street wordt genoemd. Onder zijn leiding kwamen 1549 van de nu 2800 genoteerde ondernemingen naar de beurs, waarvan bijna 500 uit het buitenland. Onder Grasso is de beurswaarde van de genoteerde bedrijven ruim verdubbeld tot 14,8 miljard dollar.
Hij wist ook de concurrentie van nieuwkomer Nasdaq effectief te pareren, evenals die van tal van elektronische handelssystemen. Door agressieve marketing wist hij tal van nieuwe bedrijven naar de beurs te krijgen, waardoor de NYSE de belangrijkste Amerikaanse beurs bleef. Hij moderniseerde sommige diensten van de beurs, maar hield een algemene elektronische omschakeling tegen.
Om nog niet opgehelderde redenen verzette hij zich ook -effectief- tegen een beursgang van zijn eigen beurs. „Achteraf gezien was dat wellicht om te voorkomen dat de buitenwereld dan het recht zou krijgen om in de boeken te kijken”, meent chef-econoom David Resler van beursmakelaar Nomura Securities.
Eerder dit jaar vroeg de SEC -onder leiding van Donaldson- de NYSE de procedures voor het eigen functioneren door te lichten. Aanleiding was een onderzoek van de beurs zelf naar mogelijk illegaal optreden van enkele specialisten, waaronder het Nederlandse bedrijf Van der Moolen.
Deze zomer maakte The Wall Street Journal bekend dat Grasso naast zijn miljoenensalaris recht had op 139,5 miljoen dollar die hij in de afgelopen jaren aan pensioenrechten had opgebouwd. De raad van bestuur besloot hem dat geld ter beschikking te stellen. Deze onthulling wekte de nodige verbazing en irritatie.
Grasso liet in augustus weten de uitbetaling te hebben geregeld in verband met persoonlijke plannen, onder meer met het oog op zijn nalatenschap. Over het bedrag moest wel inkomstenbelasting worden betaald. Het salaris en de compensatie van Grasso staan echter in geen verhouding tot de salarissen van andere topmensen van regulerende en controlerende organisaties zoals de SEC.
Vanwege de kritiek werd ook de positie van Grasso nader onder de loep genomen. Zijn salaris werd namelijk vastgesteld door topmensen van bedrijven (leden van de raad van bestuur) die hij geacht werd te controleren, want de beurs van New York is behalve beurs formeel ook controleur van de bedrijven waarvan de aandelen aan de NYSE worden verhandeld. Bovendien bleek hij bij verschillende van die bedrijven ook nog eens in de raad van bestuur te zitten. Verscheidene invloedrijke financiers achtten deze vermenging van verantwoordelijkheden -na de reeks bedrijfsschandalen die de VS de laatste twee jaar opschrikten- ongewenst.
De bom barste vorige week toen bekend werd dat Grasso volgens zijn nieuwe arbeidscontract nog eens 48 miljoen dollar extra aan pensioenrechten had bedongen. Tijdens spoedberaad met de raad van bestuur zag hij weliswaar af van dit bedrag, maar zijn positie leek onhoudbaar.
De genadeslag kwam toen Philip Angelides -directeur van het grootste overheidspensioenfonds, dat van Californië- Grasso ertoe opriep op te stappen. „Nadat het publiek na alle bedrijfsschandalen weer vertrouwen begint te krijgen in ons financiële systeem, wordt dit vertrouwen door de onthullingen rond Grasso weer ernstig geschaad”, aldus Angelides. De pensioenfondsen van New York, North Carolina en Iowa -grote klanten van de beurs- sloten zich hierbij aan.
Dat betekende het einde voor Grasso, die woensdag na overleg met de raad van bestuur opstapte. Hij zei dit in het belang van de beurs en zichzelf te doen.